ECLI:NL:GHAMS:2022:268
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling en vaststelling kinderalimentatie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de zorgregeling en de vaststelling van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om wijziging van de zorgregeling en een verhoging van de kinderalimentatie voor hun minderjarige zoon. De man, verweerder in principaal hoger beroep, had hiertegen verweer gevoerd en incidenteel hoger beroep ingesteld. De vrouw stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden, waaronder haar stopzetting van werk na een miskraam en financiële problemen, waardoor de huidige zorgregeling niet meer uitvoerbaar was. De man betwistte deze stellingen en voerde aan dat de vrouw zelf verantwoordelijk was voor haar situatie. Het hof oordeelde dat de vrouw onvoldoende had aangetoond dat de zorgregeling niet meer uitvoerbaar was en bekrachtigde de beslissing van de rechtbank om de zorgregeling niet te wijzigen. Wat betreft de kinderalimentatie, oordeelde het hof dat de man € 175,- per maand moet betalen, met terugwerkende kracht vanaf 25 november 2020. Het hof benadrukte dat beide partijen hun geschilpunten onderling moeten oplossen in het belang van hun kind.