Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak hebben klagers, die een klacht hebben ingediend tegen een notaris, hun beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van dertig dagen ingediend. Het hof moest beoordelen of klagers ontvankelijk waren in hun hoger beroep. Het beroepschrift, gedateerd op 4 januari 2022, werd pas op 6 januari 2022 door het hof ontvangen, wat na de afloop van de beroepstermijn viel. Klagers betwistten dat het beroepschrift te laat was ingediend, maar het hof stelde vast dat de stempel op het beroepschrift aangaf dat het op 6 januari 2022 was ingekomen. Klagers voerden aan dat volgens een publicatie op rechtspraak.nl een beroepschrift ook tijdig kan worden geacht indien het binnen een week na afloop van de termijn is ontvangen. Het hof oordeelde echter dat deze nieuwe lijn niet van toepassing was op notariële tuchtklachten en dat het beroepschrift voor het einde van de termijn verzonden moest zijn. Aangezien klagers geen bijzondere omstandigheden konden aanvoeren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten, verklaarde het hof hen niet-ontvankelijk in hun hoger beroep. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 november 2022.