ECLI:NL:GHAMS:2022:3268
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de gevolgen van ongeldige herstelexploten in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. Het vonnis, gewezen op 12 augustus 2021, verklaarde dat de effectenleaseovereenkomst tussen Dexia en de echtgenote van de geïntimeerde rechtsgeldig was vernietigd. Dexia heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van dit vonnis en om veroordeling van de geïntimeerde tot betaling van een bedrag van € 17.092,91, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
De geïntimeerde heeft echter aangevoerd dat Dexia niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep, omdat de aanhangigheid van het geding was vervallen. Dit zou het gevolg zijn van twee ongeldige herstelexploten die door Dexia waren uitgebracht. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de herstelexploten niet geldig waren, omdat zij niet voldeden aan de vereisten van de wet. De eerste herstelexploot was niet gevolgd door inschrijving op de rol, en de tweede was niet tijdig uitgebracht.
Het hof heeft vastgesteld dat de aanhangigheid van het geding op grond van artikel 125 lid 5 Rv was vervallen. Dexia kon zich niet beroepen op artikel 122 Rv, omdat dit artikel betrekking heeft op gebreken die tot nietigheid van de dagvaarding leiden, en hier was sprake van verval van aanhangigheid. De geïntimeerde had zich bovendien uitdrukkelijk beroepen op de niet-ontvankelijkheid van Dexia, waardoor er geen stilzwijgende toestemming kon worden aangenomen.
Uiteindelijk heeft het hof Dexia niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep en haar veroordeeld in de proceskosten van het geding. Dit arrest is uitgesproken op 22 november 2022 door de meervoudige kamer van het hof.