ECLI:NL:GHAMS:2022:3396
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake vervoer van lachgas met vervangende strafoverweging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 mei 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 2000, was aangeklaagd voor het vervoeren van 44 cilinders gevuld met lachgas zonder de daarvoor geldende regels en voorschriften in acht te nemen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de overwegingen omtrent de straf vervangen door een nieuwe beoordeling. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, die kon worden omgezet in 15 dagen hechtenis. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke geldboete van € 500,- geëist, maar de raadsman van de verdachte vroeg om een straf conform deze eis, onder verwijzing naar de openheid van zaken die de verdachte had gegeven.
Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan in overweging genomen. De verdachte had opzettelijk de voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen genegeerd en had enkel oog voor zijn eigen financieel gewin. Ondanks de openheid van zaken die de verdachte had gegeven, vond het hof dit onvoldoende om de straf te matigen. Uiteindelijk heeft het hof besloten om de geldboete van € 750,- te handhaven, als passend en geboden, en heeft het de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd. De uitspraak is gedaan door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig.