ECLI:NL:GHAMS:2022:3397
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis inzake overtreding van artikel 2.6 Wet wegvervoer goederen met bespreking van hoger beroep gevoerde verweren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 16 mei 2022 was gewezen. De zaak betreft een overtreding van artikel 2.6 van de Wet wegvervoer goederen door de verdachte, [bedrijf01] B.V., die werd beschuldigd van het rijden met een te zwaar beladen aanhangwagen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste aanleg, waarin hij was veroordeeld tot een geldboete van € 3.700,-, waarvan € 2.200,- voorwaardelijk. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 november 2022 heeft de verdachte betoogd dat de weging van de aanhangwagen onder onjuiste omstandigheden heeft plaatsgevonden en dat de resultaten van zijn eigen weging wezenlijk anders waren dan die van de verbalisanten.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden zoals geverbaliseerd in de processen-verbaal van de verbalisanten in overweging genomen en heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van deze processen-verbaal. De verklaring van de verdachte werd niet aannemelijk geacht. Het hof heeft vastgesteld dat de aslast van de aanhangwagen met ruim 55% was overschreden ten opzichte van de maximaal toegestane aslast, wat de verkeersveiligheid in gevaar heeft gebracht.
De advocaat-generaal had in hoger beroep een lagere geldboete van € 1.250,- gevorderd, maar het hof heeft de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze is begaan in overweging genomen en heeft besloten de eerder opgelegde straf te bevestigen. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en het vonnis van de economische politierechter bevestigd.