ECLI:NL:GHAMS:2022:3666
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurwoning en persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap bij huurachterstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van een huurachterstand aan Vesteda Investment Management B.V. [appellante] was bestuurder van [bedrijf] B.V., dat een woning en parkeerplaats huurde van Vesteda. De huurrelatie eindigde in januari 2019, maar [bedrijf] had al eerder huurachterstanden opgebouwd. Vesteda vorderde betaling van [appellante] op grond van haar persoonlijke aansprakelijkheid als bestuurder, omdat zij de huurrelatie had laten voortduren terwijl [bedrijf] niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. Het hof oordeelde dat [appellante] persoonlijk aansprakelijk was voor de huurachterstand, omdat zij had nagelaten de huur op te zeggen op het moment dat [bedrijf] niet meer kon betalen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde [appellante] niet-ontvankelijk in haar vordering in reconventie. Tevens werd [appellante] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.