2.1.De rechtbank heeft voor zover in hoger beroep van belang de volgende feiten vastgesteld:
Alle jaren
“1. Eiser is gehuwd geweest met [A] (de ex-partner). Eiser woonde met zijn ex-partner in een eigen woning op het adres [A-straat] te [plaats] . Het huwelijk is op 18 augustus 2009 door echtscheiding ontbonden. Na de echtscheiding is eiser uit de woning in [plaats] vertrokken en is de ex-partner daarin blijven wonen. De woning bleef eigendom van eiser en zijn ex-partner, ieder voor de onverdeelde helft.
2. Gedurende het jaar 2012 is [B] de fiscale partner van eiser. Eiser en [B] wonen op het adres [B-straat] te [Z] .”
2012
“3. Voor het jaar 2012 heeft eiser een biww aangegeven van € 119.635, als volgt gespecificeerd:
Inkomsten uit dienstbetrekking
€
141.306
Eigenwoningforfait
€
1.074
Eigenwoningrente
-
18.137
-
-17.063
€
124.243
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Uitgaven voor levensonderhoud kinderen
-
1.18
Uitgaven voor monumentenpanden
-
428
-
4.608
€
119.635
4. Met dagtekening 28 juni 2013 heeft verweerder eiser een voorlopige aanslag opgelegd die conform de aangifte is berekend naar een biww van € 119.635. Met dagtekening 7 januari 2015 heeft verweerder eiser de (primitieve) aanslag opgelegd, eveneens berekend naar een biww van € 119.635.
5. De gemachtigde van eiser is werkzaam bij [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ). Verweerder is in 2015 begonnen aan een onderzoek dat in april 2015 leidde tot de conclusie dat er een verhoogd risico was op onjuistheden in de door [bedrijf] ingediende aangiften IB/PVV. Als gevolg hiervan is er een steekproef gedaan en zijn op 30 juni 2015 vragenbrieven gezonden in 173 zaken. Naar aanleiding van de resultaten van deze vragenbrieven is geconcludeerd dat het onderzoek moest worden uitgebreid en is besloten alle digitaal door [bedrijf] ingediende aangiften waarbij de aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkwamen te onderzoeken.
6. In het kader van het in 5 vermelde onderzoek heeft verweerder eiser per brief van 14 maart 2017 gevraagd om informatie over de door hem in aftrek gebrachte eigenwoningrente en uitgaven in het levensonderhoud van kinderen. Per brief van 2 augustus 2017 heeft eiser daarop gereageerd.
7. Per brief van 24 oktober 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was hem een navorderingsaanslag op te leggen omdat de woning in [plaats] volgens verweerder in 2012 geen eigen woning van eiser meer was en de daarop betrekking hebbende rente niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. Wel zou de persoonsgebonden aftrek worden verhoogd met € 1.011 aan betaalde alimentatie voor het deel van het eigenwoningforfait van eiser. Per brief van 3 november 2017 heeft eiser daarop gereageerd en daarbij onder meer aangevoerd dat hij de woning in [plaats] pas in 2012 had verlaten en de woning toen al te koop stond en dat er geen grond was voor navordering wegens het ontbreken van een nieuw feit.
8. Per brief van 22 november 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef en met dagtekening 16 december 2017 heeft hij eiser de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een biww van € 127.161, als volgt gespecificeerd:
Inkomsten uit dienstbetrekking
€
141.306
Eigenwoningforfait
€
1.074
Eigenwoningrente
-
9.6
-
-8.526
€
132.78
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Alimentatie
-
1.011
Uitgaven voor levensonderhoud kinderen
-
1.18
Uitgaven voor monumentenpanden
-
428
-
5.619
€
127.161
”
2013
“3. Op 12 november 2014 heeft eiser de aangifte IB voor het jaar 2013 ingediend en daarbij een biww aangegeven van € 99.262 en een bisb van € 4.448. Het biww is als volgt gespecificeerd:
Inkomsten uit dienstbetrekking
€
122.373
Eigenwoningforfait
€
1.05
Eigenwoningrente
-
18.137
-
-17.087
€
105.286
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Uitgaven voor levensonderhoud kinderen
-
1.42
Uitgaven voor monumentenpanden
-
1.604
-
6.024
€
99.262
4. Met dagtekening 12 december 2014 heeft verweerder eiser een voorlopige aanslag opgelegd die conform de aangifte is berekend naar een biww van € 99.262 en een bisb van € 4.448. Met dagtekening 31 december 2015 heeft verweerder eiser de (primitieve) aanslag opgelegd, eveneens berekend naar een biww van € 99.262 en een bisb van € 4.448.
5. De gemachtigde van eiser is werkzaam bij [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ). Verweerder is in 2015 begonnen aan een onderzoek dat in april 2015 leidde tot de conclusie dat er een verhoogd risico was op onjuistheden in de door [bedrijf] ingediende aangiften IB/PVV. Als gevolg hiervan is er een steekproef gedaan en zijn op 30 juni 2015 vragenbrieven gezonden in 173 zaken. Naar aanleiding van de resultaten van deze vragenbrieven is geconcludeerd dat het onderzoek moest worden uitgebreid en is besloten alle digitaal door [bedrijf] ingediende aangiften waarbij de aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkwamen te onderzoeken.
6. In het kader van het in 5 vermelde onderzoek heeft verweerder eiser per brief van 14 maart 2017 gevraagd om informatie over de door hem in aftrek gebrachte eigenwoningrente en uitgaven in het levensonderhoud van kinderen. Per brief van 2 augustus 2017 heeft eiser daarop gereageerd.
7. Per brief van 24 oktober 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was hem een navorderingsaanslag op te leggen omdat de woning in [plaats] volgens verweerder in 2013 geen eigen woning van eiser meer was en de daarop betrekking hebbende rente niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. Deze rente was volgens verweerder voor een bedrag van € 984 wel aan te merken als alimentatie. De schuld met betrekking tot de woning in [plaats] behoorde daardoor tot de rendementsgrondslag van het bisb. Het bisb zou daarom nader moeten worden vastgesteld op € 3.390. Per brief van 3 november 2017 heeft eiser daarop gereageerd en daarbij onder meer aangevoerd dat hij de woning in [plaats] pas in 2012 had verlaten en de woning toen al te koop stond en dat er geen grond was voor navordering wegens het ontbreken van een nieuw feit.
Inkomsten uit dienstbetrekking
€
122.373
Eigenwoningforfait
€
1.05
Eigenwoningrente
-
9.6
-
-8.55
€
113.823
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Alimentatie
-
984
Uitgaven voor levensonderhoud kinderen
-
1.42
Uitgaven voor monumentenpanden
-
1.604
-
7.008
€
106.815
8. Per brief van 22 november 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef en met dagtekening 4 januari 2018 heeft hij eiser de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een biww van € 106.815 en een bisb van € 3.390. Het biww is als volgt gespecificeerd:
”
2014
“3. Op 21 januari 2016 heeft eiser de aangifte IB voor het jaar 2014 en daarbij een biww aangegeven van € 52.086 en een bisb van € 106. Het biww is als volgt gespecificeerd:
Belastbare winst uit onderneming
€
43.226
Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking
-
26.295
Eigenwoningforfait
€
1.169
Eigenwoningrente
-
18.137
-
-16.968
Aandeel eigen woning eiser
-
-13.006
€
56.515
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Uitgaven levensonderhoud kinderen
-
1
Uitgaven voor monumentenpanden
-
429
-
4.429
€
52.086
4. Met dagtekening 18 maart 2016 heeft verweerder eiser een voorlopige aanslag opgelegd en met dagtekening 10 mei 2016. Deze aanslagen zijn conform de aangifte berekend naar een biww van € 52.086 en een bisb van € 106.
5. De gemachtigde van eiser is werkzaam bij [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ). Verweerder is in 2015 begonnen aan een onderzoek dat in april 2015 leidde tot de conclusie dat er een verhoogd risico was op onjuistheden in de door [bedrijf] ingediende aangiften IB/PVV. Als gevolg hiervan is er een steekproef gedaan en zijn op 30 juni 2015 vragenbrieven gezonden in 173 zaken. Naar aanleiding van de resultaten van deze vragenbrieven is geconcludeerd dat het onderzoek moest worden uitgebreid en is besloten alle digitaal door [bedrijf] ingediende aangiften waarbij de aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkwamen te onderzoeken.
6. In het kader van het in 5 vermelde onderzoek heeft verweerder eiser per brief van 14 maart 2017 gevraagd om informatie over de door hem in aftrek gebrachte eigenwoningrente en uitgaven in het levensonderhoud van kinderen. Per brief van 2 augustus 2017 heeft eiser daarop gereageerd.
7. Per brief van 24 oktober 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was hem een navorderingsaanslag op te leggen omdat de woning in [plaats] volgens verweerder in 2014 geen eigen woning van eiser meer was en de daarop betrekking hebbende rente niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. Wel zou de persoonsgebonden aftrek worden verhoogd met € 1.102 aan betaalde alimentatie voor het deel van het eigenwoningforfait van eiser. De schuld met betrekking tot de woning in [plaats] behoorde daardoor tot de rendementsgrondslag van het bisb. Het bisb zou daarom nader moeten worden vastgesteld op nihil. Per brief van 3 november 2017 heeft eiser daarop gereageerd en daarbij onder meer aangevoerd dat hij de woning in [plaats] pas in 2012 had verlaten en de woning toen al te koop stond en dat er geen grond was voor navordering wegens het ontbreken van een nieuw feit.
8. Per brief van 22 november 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef en met dagtekening 4 januari 2018 heeft hij eiser de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een biww van € 59.521 en een bisb van nihil. Het biww is als volgt gespecificeerd:
Belastbare winst uit onderneming
€
43.226
Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking
-
26.295
Eigenwoningforfait
€
1.169
Eigenwoningrente
-
9.6
-
-8.431
Aandeel eigen woning eiser
-
-4.469
€
65.052
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Betaalde alimentatie
-
1.102
Uitgaven levensonderhoud kinderen
-
1
Uitgaven voor monumentenpanden
-
429
-
5.531
€
59.521
”
2015
“3. Op 21 januari 2016 heeft eiser de aangifte IB voor het jaar 2014 en daarbij een biww aangegeven van € 37.829 en een bisb van € 106. Het biww is als volgt gespecificeerd:
Belastbare winst uit onderneming
€
53.835
Eigenwoningforfait
€
1.222
Eigenwoningrente
-
18.137
-
-16.915
Aandeel eigen woning eiser
-
-13.006
€
40.829
Premies voor inkomensvoorzieningen
-
3
€
37.829
4. Met dagtekening 18 maart 2016 heeft verweerder eiser een voorlopige aanslag opgelegd en met dagtekening 10 mei 2016. Deze aanslagen zijn conform de aangifte berekend naar een biww van € 37.829 en een bisb van € 106.
5. De gemachtigde van eiser is werkzaam bij [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ). Verweerder is in 2015 begonnen aan een onderzoek dat in april 2015 leidde tot de conclusie dat er een verhoogd risico was op onjuistheden in de door [bedrijf] ingediende aangiften IB/PVV. Als gevolg hiervan is er een steekproef gedaan en zijn op 30 juni 2015 vragenbrieven gezonden in 173 zaken. Naar aanleiding van de resultaten van deze vragenbrieven is geconcludeerd dat het onderzoek moest worden uitgebreid en is besloten alle digitaal door [bedrijf] ingediende aangiften waarbij de aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkwamen te onderzoeken. (…)
7. Per brief van 24 oktober 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij voornemens was hem een navorderingsaanslag op te leggen omdat de woning in [plaats] volgens verweerder in 2014 geen eigen woning van eiser meer was en de daarop betrekking hebbende rente niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. Wel zou de persoonsgebonden aftrek worden verhoogd met € 1.188 aan betaalde alimentatie voor het deel van het eigenwoningforfait van eiser. De schuld met betrekking tot de woning in [plaats] behoorde daardoor tot de rendementsgrondslag van het bisb. Het bisb zou daarom nader moeten worden vastgesteld op nihil. Per brief van 3 november 2017 heeft eiser daarop gereageerd en daarbij onder meer aangevoerd dat hij de woning in [plaats] pas in 2012 had verlaten en de woning toen al te koop stond en dat er geen grond was voor navordering wegens het ontbreken van een nieuw feit.
8. Per brief van 22 november 2017 heeft verweerder eiser meegedeeld dat hij bij zijn voornemen bleef en met dagtekening 4 januari 2018 heeft hij eiser de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd. De navorderingsaanslag is berekend naar een biww van € 59.521 en een bisb van nihil. Het biww is als volgt gespecificeerd:
Belastbare winst uit onderneming
€
53.835
Eigenwoningforfait
€
1.222
Eigenwoningrente
-
9.6
-
-8.378
Aandeel eigen woning eiser
-
-4.469
€
49.366
Premies voor inkomensvoorzieningen
€
3
Betaalde alimentatie
-
1.188
-
4.188
€
45.178
”