In deze zaak gaat het om de juridische positie van de moeder in de procedure over de verlenging van de ondertoezichtstelling van haar kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam heeft op 1 maart 2023 de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd. De moeder is het eens met deze verlenging, maar is van mening dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt en recht heeft op alle processtukken. Het hof oordeelt echter dat de moeder geen belanghebbende is, omdat de ondertoezichtstelling niet rechtstreeks haar rechten raakt. De moeder kan daarom geen hoger beroep instellen tegen de bestreden beschikking. De procedure in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 5 juni 2023, waarbij de moeder, de GI en de advocaat van de vader aanwezig waren. Het hof heeft geconcludeerd dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt volgens de relevante wetgeving. De beslissing van het hof is op 15 augustus 2023 openbaar uitgesproken.