ECLI:NL:GHAMS:2023:2439

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
23-004417-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en valsheid in geschrift door een bestuurder van een ziekenhuis

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die als bestuurder van een ziekenhuis is beschuldigd van verduistering en valsheid in geschrift. De verdachte heeft in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008 opzettelijk een bedrag van € 1.000.000,00 verduisterd dat toebehoorde aan het ziekenhuis, door valse facturen op te stellen en deze te laten betalen door het ziekenhuis. Daarnaast heeft zij in de periode van 11 juli 2011 tot en met 23 april 2014 wederrechtelijk € 200.000,00 verduisterd door dit bedrag van het ziekenhuis over te boeken naar een notariskantoor voor de aankoop van aandelen in een vennootschap, zonder goedkeuring van de andere bestuurders of de aandeelhoudersvergadering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in een persoonlijke dienstbetrekking stond tot het ziekenhuis en dat de verduistering en valsheid in geschrift zijn gepleegd in het kader van haar functie. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een verbod om het beroep van vennootschapsbestuurder uit te oefenen voor de duur van 5 jaren. Het hof heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure en de ernst van de feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004417-19
datum uitspraak: 20 oktober 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-845072-13 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1966,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 juli 2021, 8 februari, 24 mei en 21 juni 2022 en 5, 7, 8, 19 en 21 september en 6 oktober 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
zij, in of omstreeks de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, te Amsterdam en/of Beverwijk, in elk geval in Nederland, opzettelijk (een) geldbedrag(en) (van in totaal 1.000.000,- Euro (exclusief BTW)), althans enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [ziekenhuis] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) geldbedrag(en) verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking (als bestuurder van [ziekenhuis] ), in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
1. subsidiair
zij, in of omstreeks de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, te Amsterdam en/of Beverwijk, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) (van in totaal 1.000.000,- Euro (exclusief BTW)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [ziekenhuis] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
1. meer subsidiair
zij, in of omstreeks de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, te Amsterdam en/of Beverwijk en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [ziekenhuis] heeft bewogen tot afgifte van (een) geldbedrag(en) (van in totaal 1.000.000,- Euro (exclusief BTW)), althans van een goed,
immers heeft zij, verdachte met vooromschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie") en/of een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie") opgemaakt en/of laten opmaken en/of ingezonden en/of laten inzenden aan [ziekenhuis] en/of
- deze factu(u)r(en) (in haar functie als bestuurder van [ziekenhuis] ) geaccordeerd en/of (voor akkoord) ondertekend en/of ter uitbetaling doorgestuurd (naar de financiële afdeling van [ziekenhuis] ) en/of
- de betaling(en) van deze factu(u)r(en) geautoriseerd; waardoor [ziekenhuis] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
zij, in of omstreeks de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, te Amsterdam en/of Beverwijk en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie") en/of
- een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie")
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of laten opmaken, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid op die factu(u)r(en) vermeld en/of laten vermelden
- dat (door of namens [bedrijf 1] ) goederen zouden worden geleverd en/of diensten zouden worden verleend aan (de afdeling radiologie van) [ziekenhuis] ) en/of
- dat aan [bedrijf 1] voor (deze) goederen en/of diensten (tweemaal) een voorschot (van 500.000 Euro) betaald diende te worden (door [ziekenhuis] ),
(terwijl in werkelijkheid die (op de facturen genoemde) goederen en/of diensten niet geleverd en/of verleend zouden worden en/of niet zijn geleverd en/of verleend door of namens [bedrijf 1] ) en/of (een) factuurbedrag(en) op die factu(u)r(en) vermeld en/of laten vermelden dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking hadd(en) op (door [bedrijf 1] ) te leveren en/of geleverde goederen en/of diensten aan (de afdeling radiologie van) [ziekenhuis] en/of die factu(u)r(en) voorzien van een handtekening en/of paraaf (ter goedkeuring van de uitbetaling van die factu(u)r(en)) zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
en/of
zij, in of omstreeks de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, te Amsterdam en/of Beverwijk en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een of meer) valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware(n) deze echt en onvervalst, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
- een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie") en/of
- een factuur (van 500.000,- Euro (exclusief BTW) met de omschrijving "Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie") verzonden en/of laten verzenden aan [ziekenhuis] en/of (voor akkoord) ondertekend en/of (ter uitbetaling) doorgestuurd (naar de financiële afdeling van [ziekenhuis] ) en/of laten uitbetalen,
bestaande die valsheid en/of vervalsing hieruit dat op die factu(u)r(en)
- was vermeld dat (door of namens [bedrijf 1] ) goederen zouden worden geleverd en/of diensten zouden worden verleend aan (de afdeling radiologie) van [ziekenhuis] (terwijl in werkelijkheid die (op de facturen genoemde) goederen en/of diensten niet geleverd en/of verleend zouden worden en/of niet zijn geleverd en/of verleend door of namens [bedrijf 1] ) en/of
- ( een) factuurbedrag(en) was/waren vermeld dat/die in werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking had(den) op (door [bedrijf 1] ) te leveren en/of geleverde goederen en/of diensten (aan de afdeling radiologie van) [ziekenhuis] ;
3. primair
zij, in of omstreeks de periode van 11 juli 2011 tot en met 23 april 2014, te Amsterdam en/of Beverwijk, in elk geval in Nederland, opzettelijk een geldbedrag (van ongeveer 200.000,-), althans enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [ziekenhuis] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welk geldbedrag / goed verdachte en/of haar mededader(s), uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking (als bestuurder van [ziekenhuis] ), in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
3. subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 11 juli 2011 tot en met 23 april 2014, te Amsterdam en/of Beverwijk, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 200.000,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [ziekenhuis] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd omdat het hof komt tot andere bewezenverklaringen dan de rechtbank.

Feiten en omstandigheden

Algemeen
Op 31 januari 2005 is [bedrijf 2] door [naam 1] (hierna: [naam 1] ) opgericht. In 2006 heeft [bedrijf 2] het [ziekenhuis] gekocht. Het [ziekenhuis] is met ingang van 1 juni 2007 ondergebracht in een besloten vennootschap. [bedrijf 2] was tussen 1 juni 2007 en 14 maart 2013 enig aandeelhouder van [ziekenhuis] De aandeelhouders in [bedrijf 2] waren [bedrijf 3] , waarvan [naam 1] middellijk aandeelhouder was, [bedrijf 4] en [naam 2] . Twee kinderen van de verdachte zijn (mede) aandeelhouders van [bedrijf 4] en [naam 2] is het derde kind van de verdachte. De verdachte is geen aandeelhouder geweest van [ziekenhuis]
[naam 1] , overleden in december 2012, heeft in totaal € 26.000.000,00 aan het ziekenhuis geleend.
De verdachte is met ingang van 23 oktober 2006 benoemd tot bestuurder van het [ziekenhuis] ; met ingang van 1 juni 2007 werd zij voorzitter van de Raad van Bestuur. In die hoedanigheid was zij verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering en de financiën. Gedurende de gehele periode dat de verdachte als bestuurder was aangesteld, bestond geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen haar en het [ziekenhuis] . Alhoewel de verdachte, [naam 1] en de voorzitter van de Raad van Commissarissen ( [naam 3] ) onderling regelmatig hebben gesproken over de (noodzaak tot) salariëring van de verdachte, is tot haar ontslag als bestuurder in 2013 nooit overeenstemming bereikt over de hoogte daarvan.
Op 1 juni 2007 zijn de statuten van [ziekenhuis] (hierna ook: het [ziekenhuis] ) vastgesteld. De statuten van de vennootschap zijn op 30 oktober 2007 gewijzigd. Sinds die datum bepaalt artikel 20 van de statuten dat de goedkeuring van de Algemene vergadering van Aandeelhouders is vereist bij investeringen door de vennootschap die een bedrag van € 100.000,00 te boven gaan.
Naar aanleiding van door de verdachte gevoerde, mislukte onderhandelingen met zorgverzekeraar [zorgverzekeraar] , waardoor geen zorgovereenkomst tussen het [ziekenhuis] en [zorgverzekeraar] tot stand kwam, heeft de Raad van Commissarissen de verdachte per 19 februari 2013 als bestuurslid geschorst. De verdachte is vervolgens op 27 maart 2013 ontslagen.
In de periode dat de verdachte bestuurder van het [ziekenhuis] was, hebben zich twee kwesties voorgedaan die aanleiding zijn voor deze strafzaak. Het gaat om a) de al dan niet valsheid van een tweetal facturen van [bedrijf 1] (hierna ook: [bedrijf 1] ), waarmee de verdachte zich wederrechtelijk gelden van het [ziekenhuis] zou hebben toegeëigend, en b) de aankoop van aandelen in [bedrijf 5] door de verdachte waardoor zij ten eigen bate gelden aan het [ziekenhuis] zou hebben onttrokken.
a. De facturen van [bedrijf 1]
De verdachte heeft vanaf 1 maart 2006 op eigen naam het resort [naam 4] in Turkije gehuurd. De huurovereenkomst vermeldt dat de verdachte als eerste het recht heeft om het resort te kopen indien de eigenaar tot verkoop overgaat. De verdachte heeft op 18 mei 2008 een voorlopige koopovereenkomst getekend, waarin de aankoopprijs van € 9.600.000,00 vermeld staat. In deze voorlopige koopovereenkomst is ook vermeld dat de koper binnen zeven werkdagen na ondertekening € 200.000,00 aan de verkoper moet betalen, en een bankgarantie ter hoogte van € 800.000,00 moet zijn afgegeven.
[bedrijf 1] , een bedrijf dat goederen leverde en diensten verleende aan zorgaanbieders, heeft op verzoek van de verdachte op 15 mei 2008 € 200.000,00 overgemaakt naar de Turkse privébankrekening van de verdachte. Dit bedrag is vanaf deze rekening aan de verkoper van het resort betaald. Op 22 mei 2008 is door [bank 1] een bankgarantie van € 800.000,00 gesteld, die door [bedrijf 1] op verzoek van de verdachte was aangevraagd.
De verdere afspraken tussen de verdachte en [bedrijf 1] rond deze € 200.000,00 en € 800.000,00 houden onder meer in dat de verdachte zal zorgdragen voor dekking daarvan (‘cash cover’) “middels op enigerlei wijze storting op rekening van [bedrijf 1] in juni 5 ton en in juli eveneens 5 ton”.
[bedrijf 1] heeft twee facturen van elk € 500.000,00, gedateerd 24 juni 2008 en 7 augustus 2008, gestuurd aan de Raad van Bestuur van het [ziekenhuis] , ter attentie van de verdachte. De facturen vermeldden als omschrijvingen “
Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie” respectievelijk
“Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie”. De verdachte heeft deze facturen voorzien van haar handtekening en de administrateur van het [ziekenhuis] , [naam 5] , verzocht om deze twee facturen (met spoed dan wel de volgende dag) te betalen. De factuurbedragen van in totaal € 1.000.000,00 zijn op 30 juni 2008 en 8 september 2008 door het [ziekenhuis] aan [bedrijf 1] overgemaakt. Vaststaat dat [bedrijf 1] geen goederen die verband houden met deze facturen aan (de afdeling radiologie van) het [ziekenhuis] heeft geleverd.
De bankgarantie van € 800.000,00 is op 16 oktober 2008 ingeroepen door de verkoper van het resort [naam 4] , omdat de verdachte het restant van de koopsom voor het resort niet binnen de daarvoor overeengekomen termijn heeft voldaan. De koop van het resort heeft niet plaatsgevonden.
b. De koop van aandelen in [bedrijf 5]
Op 7 augustus 1987 is [bedrijf 6] (hierna ook: [bedrijf 6] ) opgericht, waarvan de verdachte enig bestuurder was. De aandelen in deze vennootschap werden sinds 27 oktober 2008 gehouden door de verdachte (70 procent) en haar drie kinderen (elk 10 procent).
(hierna ook [bedrijf 5] ) en [bedrijf 6] hebben op 30 juni 2011 een intentieovereenkomst getekend, inhoudende dat [bedrijf 6] zal investeren en participeren in het digitale platform ‘ [bedrijf 5] ’. [bedrijf 6] zou 42 procent van de aandelen in [bedrijf 5] verwerven voor een bedrag van € 200.000,00. Onderdeel van de overeenkomst was dat indien vooraf te bepalen doelstellingen werden behaald, door [bedrijf 6] een achtergestelde lening aan [bedrijf 5] zou worden verstrekt.
De verdachte heeft op 11 juli 2011 aan administrateur [naam 5] van het [ziekenhuis] gevraagd € 200.000,00 van de rekening van het [ziekenhuis] naar de rekening van notariskantoor [naam 6] over te boeken onder vermelding van “overname aandelen [bedrijf 5] volgens overeenkomst”. Het bedrag is op diezelfde dag door [naam 5] aan de notaris overgemaakt. Een dag later, op 12 juli 2011, is een participatie- en aandeelhoudersovereenkomst tussen [bedrijf 5] en [bedrijf 6] getekend. De verdachte heeft namens [bedrijf 6] getekend. In de overeenkomst is opgenomen dat [bedrijf 6] voor 42 procent deelneemt in het aandelenkapitaal van [bedrijf 5]
Nadat [bedrijf 6] in maart 2014 door [bedrijf 5] in gebreke was gesteld omdat [bedrijf 6] niet aan haar verplichting tot het verstrekken van een lening had voldaan, heeft [bedrijf 6] haar aandelen in [bedrijf 5] aan [bedrijf 7] (een aandeelhouder van [bedrijf 5] ) verkocht. Op 23 april 2014 is in verband met die verkoop € 201.331,51 op de rekening van [bedrijf 6] bijgeschreven onder vermelding van “spoedbetaling [naam 6] , aandelenoverdracht [bedrijf 5] ”. [bedrijf 6] heeft op diezelfde dag € 200.000,00 overgeboekt naar de privérekening van de verdachte, waarna door de verdachte in vier delen een totaal van € 195.000,00 op de rekening van haar toen minderjarige zoon, [naam 2] , is overgeschreven.

Bewijsoverwegingen

De facturen van [bedrijf 1] (feiten 1 en 2)
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de advocaat-generaal is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking en valsheid in geschrifte. De verdachte heeft de twee facturen van [bedrijf 1] valselijk laten opmaken, en zij heeft deze vervolgens door de financiële administratie van [ziekenhuis] aan [bedrijf 1] laten uitbetalen om daarmee een privéproject te financieren, namelijk de aankoop van het resort in [plaats 1] . De verdachte stond destijds in een persoonlijke dienstbetrekking tot [ziekenhuis] omdat zij inkomsten uit het ziekenhuis genoot, doordat zij boekingen en verrekeningen van privé-uitgaven deed op een rekening-courant bij [ziekenhuis]
Verweren van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van verduistering in dienstbetrekking van € 1.000.000,00 en van valsheid in geschrifte. Het project in Turkije betrof geen privéproject van de verdachte, maar een project van het [ziekenhuis] . De beide voorschotfacturen van [bedrijf 1] zijn niet valselijk opgemaakt, maar waren daadwerkelijk betalingen aan [bedrijf 1] in verband met reeds door [bedrijf 1] verrichtte en nog te verrichten werkzaamheden voor zowel het ziekenhuis in [plaats 2] als de afdeling radiologie in het [ziekenhuis] . Op het moment dat de facturen werden geformuleerd stonden [bedrijf 1] en het [ziekenhuis] aan de vooravond van het gezamenlijk moderniseren van de radiologie afdeling voor een bedrag dat hoger was dan gefactureerd werd op de beide voorschotnota’s. De omschrijvingen op de facturen van [bedrijf 1] waren derhalve correct, hetgeen reeds eerder in rechte is vastgesteld in een civiele procedure tussen onder andere het [ziekenhuis] en [bedrijf 1] .
De verdachte had geen opzet om zich de bedragen van in totaal € 1.000.000,00 wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte heeft de afdeling administratie immers (aan [naam 5] ) uitdrukkelijk opgedragen om de facturen op de rekening-courant directie te boeken, zodat deze niet voor rekening van het [ziekenhuis] zouden komen. De voorschotnota’s zijn echter door of op initiatief van de administrateur [naam 5] onjuist in het betaalsysteem geboekt, hetgeen hersteld had kunnen worden en aan de aandacht van de verdachte is ontsnapt.
Het oordeel van het hof
Privéproject
Vaststaat dat de verdachte € 1.000.000,00 van [ziekenhuis] heeft gebruikt om de twee facturen van [bedrijf 1] te (laten) voldoen. De vraag die het hof dient te beantwoorden is of de verdachte zich deze € 1.000.000,00 van [ziekenhuis] wederrechtelijk heeft toegeëigend voor de financiering van een privéproject van de verdachte, namelijk voor de aankoop van het resort in [plaats 1] . Die vraag wordt bevestigend beantwoord op basis van de navolgende overwegingen.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep volgt dat binnen het [ziekenhuis] zowel bestuurders als diverse personeelsleden op de hoogte waren van plannen voor ‘het zogenoemde Turkije-project’. Dat neemt niet weg dat bewijs dat binnen het bestuur een concreet voornemen bestond tot het feitelijk starten en realiseren van het project in Turkije, ontbreekt. Zo is er geen formele besluitvorming door de Raad van Bestuur over de bereidheid tot en de omvang van de financiering van dit project. Het hof acht de verklaringen van de mede bestuurders van de verdachte, [medebestuurder 1] en [medebestuurder 2] , dat geen besluit is genomen over het starten dan wel realiseren van het project en de financiering daarvan, op dit punt betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Evenmin is aannemelijk geworden dat goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering is gevraagd of gekregen, die op basis van de statuten van de vennootschap wel was vereist. De voorzitter van de Raad van Commissarissen heeft verklaard dat de grootaandeelhouder niet verder wenste te investeren in het ziekenhuis of het resort in Turkije. De verdachte had daarom geen opdracht mogen geven tot de twee betalingen ten laste van het [ziekenhuis] .
Dat het ‘Turkije-project’ een privéproject van de verdachte was volgt uit hetgeen is voorafgegaan aan het indienen van de twee voorschotfacturen van [bedrijf 1] Voordat de verdachte de afspraken met [bedrijf 1] maakte heeft zij immers geprobeerd om elders geld te lenen voor de aankoop van het resort [naam 4] , hetgeen niet is gelukt. Zo heeft de verdachte op 24 april 2008 een e-mailbericht aan [naam 1] geschreven, waarin zij de hoop uitspreekt dat hij haar een lening van € 10.000.000,00 gunt voor het kopen van de drie kavels (waaruit het [naam 4] resort bestaat) voor haar kinderen. Daarna heeft de verdachte in mei 2008 aan [medebestuurder 1] – in diens hoedanigheid van stichtingbestuurder – gevraagd of zij € 1.000.000,00 kon lenen van de stichting
[stichting]( [stichting] ), waarvan [medebestuurder 1] destijds directeur was, voor de aankoop van grond. Tenslotte is voor de financiering van het project omstreeks juli 2008 de [bank 2] in Turkije benaderd.
Het hof overweegt dat als het Turkije-project een project van het [ziekenhuis] was geweest, zoals de verdediging stelt, financiering door een derde partij niet voor de hand lag. Het (bestuur van het) [ziekenhuis] had dan zelf de aanbetaling van € 200.000,00 en de bankgarantie van € 800.000,00 voor haar rekening kunnen nemen.
Dat het Turkije-project een privéproject van de verdachte betrof, vindt eveneens steun in de contacten tussen de verdachte en ( [naam 7] , bestuurder van) [bedrijf 1] Daaruit volgt onder andere dat de verdachte aan [naam 7] heeft geschreven dat zij nog een factuur heeft, waarvan doordrukken haar niet lukt en waardoor men teveel vraagtekens zal krijgen. De verdachte heeft in een e-mailbericht van 18 november 2008 aan [naam 7] laten weten dat een factuur aan [naam 4] resort moet worden gestuurd en niet naar “ [ziekenhuis] ”, want “ [ziekenhuis] is niet de kopende partij”. Ook [naam 7] schrijft in een e-mail dat het [ziekenhuis] “niets” met het [naam 4] resort te maken heeft. Op 18 maart 2009 laat de verdachte [naam 7] weten dat een groot bedrag dubbel staat geboekt op radiologie, omdat enerzijds is betaald aan de leverancier (het hof begrijpt: niet zijnde [bedrijf 1] en betreffende radiologieapparatuur) en anderzijds voorschotbetalingen aan [bedrijf 1] hebben plaatsgevonden. De verdachte verzoekt [naam 7] in datzelfde emailbericht het bedrag te crediteren, waarna zij een oplossing zal organiseren om het weer aan [naam 7] terug te betalen. Volgens een later e-mailbericht aan [naam 7] meent de verdachte dat facturen wel gecrediteerd móeten worden, omdat het niet te verantwoorden valt.
De verdediging heeft naar voren gebracht dat het resort zou worden geleverd aan de verdachte, dan wel een “nader te noemen meester” en dat deze “nader te noemen meester” een nog op te richten rechtspersoon betrof. Voor zover hiermee is bedoeld te stellen dat het [ziekenhuis] deze “nader te noemen meester” zou zijn, is hiervoor in het dossier geen aanwijzing te vinden. Het hof acht dit dan ook niet aannemelijk.
Het leveren van radiologieapparatuur door [bedrijf 1]
Voor zover de verdediging heeft betoogd dat de kosten als verrekening dienen te worden gezien omdat [bedrijf 1] (ook) de opdracht vanuit het [ziekenhuis] had gekregen radiologieapparatuur te leveren, overweegt het hof dat hiervoor geen aanknopingspunten zijn en dat dit ook anderszins niet aannemelijk is geworden. De werkgroep die binnen het [ziekenhuis] bezig was met de selectie van firma’s die apparatuur voor de radiologieafdeling konden leveren, heeft een ranglijst gemaakt. [bedrijf 1] is niet vermeld in de lijst van aangeschreven firma’s en ook niet in de ranglijst voor het totaalpakket. Een offerte van [bedrijf 1] voor het leveren van apparatuur voor de radiologie is niet aangetroffen. Ook staat vast dat [bedrijf 1] geen apparatuur heeft geleverd voor de radiologie afdeling.
Het boeken van de betalingen in het betaalsysteem
Ook het verweer dat de verdachte de afdeling administratie uitdrukkelijk heeft opgedragen om de facturen op de rekening-courant directie te boeken, zodat deze niet voor rekening van het [ziekenhuis] zouden komen, wordt verworpen. Noch het dossier noch het verhandelde ter zitting in hoger beroep bevat enige aanwijzing dat de verdachte aan [naam 5] of een andere administratief medewerker instructies heeft gegeven om de betalingen op een bepaalde post of een rekening-courant te boeken. Het dossier bevat wel twee e-mailberichten van de verdachte waarin zij opdrachten geeft aan [naam 5] om de facturen van [bedrijf 1] te betalen. Het e-mailbericht bij de factuur van 24 juni 2008 bevat als begeleidende tekst: " [naam 5] , Svp spoedbetaling, vandaag betalen Groeten [verdachte] ” en bij de factuur van 7 augustus 2008: “ [naam 5] , Deze factuur morgen betalen, laat mij deze alvast aftekenen. Groeten”. [naam 5] heeft als getuige verklaard dat hij “op eigen initiatief”, dat wil zeggen conform zijn taken en verantwoordelijkheden als administrateur, de betalingen aan [bedrijf 1] op de post “medische inventaris” in het boekhoudsysteem heeft geboekt. Naar zijn zeggen heeft hij hierover geen contact gehad met de verdachte, die zich volgens hem niet bezighield met de boekhouding.
De verdachte heeft haar medebestuurders niet op enig moment de vraag voorgelegd of de bedragen op de facturen van [bedrijf 1] , die in verband staan met de aanbetaling en de bankgarantie voor het resort in Turkije, ten laste van het [ziekenhuis] mochten worden gebracht. Dat de verdachte niet de intentie had om deze twee facturen zelf te betalen of terug te betalen aan het [ziekenhuis] wordt bevestigd doordat zij, toen zij in maart 2009 op de hoogte was van de dubbele boeking op de afdeling radiologie, geen actie heeft ondernomen om hierover openheid van zaken te geven aan haar medebestuurders. Het hof acht daarom niet van belang op welke post de betalingen aan [bedrijf 1] uiteindelijk in de administratie zijn geboekt, noch of een eventuele “onjuiste” boeking later had kunnen worden hersteld. Voor het antwoord op de vraag of de verdachte zich de bedragen van tweemaal € 500.000,00 wederrechtelijk heeft toegeëigend is het moment dat zij [naam 5] verzocht de betalingen te verrichten en aan deze verzoeken gehoor werd gegeven, doorslaggevend.
Valsheid in geschrift
Uit het voorgaande volgt dat de omschrijvingen op de facturen, kortgezegd voorschotten “zekerstelling” voor radiologiegoederen, niet overeen kwamen met de bestemming van de betalingen, namelijk als aanbetaling en dekking voor de bankgarantie voor het nog te ontwikkelen [naam 4] resort. Zij zijn, gezien de initiërende rol van de verdachte bij de formulering van die omschrijvingen, bewust gekozen om de hiervoor beschreven verduistering te verhullen. Dit kwalificeert als het valselijk doen opmaken van documenten. Voor zover de verdediging de stelling betrekt dat over de valsheid van de facturen reeds in rechte een oordeel is gegeven, wordt dit verweer verworpen. Deze stelling miskent dat in de civiele procedure enkel de vraag aan de orde was of [bedrijf 1] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de verdachte bevoegd was het [ziekenhuis] te vertegenwoordigen bij haar afspraken met [bedrijf 1] , en niet (ook) of sprake was van valsheid in strafrechtelijke zin.
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tenlastegelegde verduistering van € 1.000.000,00 en aan de onder 2 tenlastegelegde valsheden in geschrift door de facturen vals te laten opmaken en deze vervolgens te gebruiken door ze in de administratie van het [ziekenhuis] te laten brengen.
De aandelen in [bedrijf 5] (feit 3)
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de advocaat-generaal is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van € 200.000,00. De verdachte heeft [naam 5] op 11 juli 2011 verzocht € 200.000,00 van een bankrekening van het [ziekenhuis] over te boeken naar notariskantoor [naam 6] onder vermelding van “overname aandelen [bedrijf 5] volgens overeenkomst” en dat is op 13 juli 2011 ook gebeurd. Toen zij later de aandelen in [bedrijf 5] aan [bedrijf 7] verkocht en een bedrag van € 201.331,51 op de rekening van [bedrijf 6] was bijgeschreven, heeft zij het bedrag van € 200.000,00 niet terugbetaald aan de [ziekenhuis] , maar overgeboekt naar haar privérekening, waarna zij een totaalbedrag van € 195.000,00 op de rekening van haar zoon, [naam 2] , overschreef. Omdat de verdachte door boekingen en verrekeningen van privé-uitgaven op een rekening-courant inkomsten uit het ziekenhuis genoot, is deze verduistering geschied terwijl zij in een persoonlijke dienstbetrekking tot het [ziekenhuis] stond.
Verweren van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat geen sprake is geweest van verduistering en dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Er is bewust voor gekozen om de aandelen te plaatsen bij [bedrijf 6] , die in handen was van indirecte aandeelhouders van de [ziekenhuis] Reden daarvoor was dat het [ziekenhuis] niet rechtstreeks betrokken kon zijn bij [bedrijf 5] , dat immers een platform moest zijn voor alle ziekenhuizen. De aankoop van de aandelen in [bedrijf 5] was in het belang van het [ziekenhuis] , omdat dit kostenbesparende en efficiëntie verhogende effecten had voor het ziekenhuis. De verdachte heeft rechtmatig aanspraak gemaakt op de tegoeden die vrijkwamen door de verkoop van de aandelen [bedrijf 5] die bij [bedrijf 6] zijn terechtgekomen, omdat zij als privépersoon een vordering op [bedrijf 6] had die dit bedrag verre oversteeg.
Het oordeel van het hof
Als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte [bedrijf 6] , waarvan zij grootaandeelhouder was, aandelen in [bedrijf 5] heeft laten verwerven. De aankoopkosten zijn ten bedrage van € 200.000,00 ten laste zijn gekomen van het [ziekenhuis] . De aandelen zijn geleverd aan [bedrijf 6] , en niet aan [ziekenhuis] Vaststaat ook dat voor de aankoop van de aandelen geen goedkeuring was van de overige bestuurders en een formeel bestuursbesluit ontbreekt. Ook is de aandeelhoudersvergadering niet overeenkomstig de statuten van [ziekenhuis] geïnformeerd. Een van de leden van de Raad van Commissarissen, [naam 8] , heeft verklaard dat de aankoop van [bedrijf 5] evenmin aan de Raad van Commissarissen is voorgelegd.
De stelling van de verdediging dat de aandelen (het hof begrijpt: met goedkeuring van de overige bestuurders en/of de aandeelhoudersvergadering) bij [bedrijf 6] werden geplaatst omdat het [ziekenhuis] niet rechtstreeks betrokken kon zijn bij [bedrijf 5] , wordt niet gevolgd. Dit is door de betrokken bestuurders, die als getuige zijn gehoord, ontkend. Het hof acht deze verklaringen betrouwbaar. Ook overigens volgt geen begin van aannemelijkheid van deze stelling uit het dossier.
Het hof is van oordeel dat de wederrechtelijke toeëigening heeft plaatsgevonden op het moment van de aankoop van de aandelen op 11 juli 2011. Aan de bespreking van het verweer dat het verkoopbedrag van de aandelen zou worden verrekend met een vordering van de verdachte op [bedrijf 6] , een stelling die overigens niet is onderbouwd, komt het hof daarom niet toe.
Conclusie
De verdachte heeft, toen zij op 11 juli 2011 € 200.000,00 van de rekening van [ziekenhuis] liet overboeken, zich dit bedrag wederrechtelijk toegeëigend. Die wederrechtelijkheid wordt niet weggenomen doordat, zoals de verdediging naar voren heeft gebracht, [ziekenhuis] (in de toekomst) mogelijk – via [bedrijf 6] – voordeel van de aandelenaankoop had kunnen genieten, wat daar ook van zij, omdat ook dan nog sprake is van wederrechtelijk toeëigening.
Het hof acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 tenlastegelegde verduistering van € 200.000,00.
In persoonlijke dienstbetrekking (feiten 1 en 3)
Het hof beantwoordt de vraag of de verdachte ten tijde van het plegen van de strafbare feiten 1 en 3 in persoonlijke dienstbetrekking stond tot [ziekenhuis] bevestigend. Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
Voorop staat dat het bestaan van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst geen noodzakelijk vereiste is om te kunnen spreken van een ‘persoonlijke dienstbetrekking’ in de zin van artikel 322 Wetboek van Strafrecht (Sr) (Hoge Raad van 7 mei 1934). De verdachte is met ingang van 23 oktober 2006 benoemd tot directeur en vanaf 1 juni 2007 voorzitter van de Raad van Bestuur van het [ziekenhuis] . De verdachte heeft zich in 2008 daadwerkelijk gedragen als directeur van het [ziekenhuis] toen zij de facturen van [bedrijf 1] voor akkoord ondertekende, doorstuurde naar de financiële afdeling van het [ziekenhuis] en opdracht gaf aan [naam 5] om deze te betalen. Dat geldt ook voor de aankoop van de aandelen in [bedrijf 5] in 2011. De verdachte deed privé-uitgaven op rekening van het [ziekenhuis] . [naam 1] bepaalde bij het opstellen van de jaarstukken de hoogte van een vergoeding voor de verdachte (€ 80.000 tot € 100.000) waarna een deel van haar schuld resteerde. Het hof leidt uit deze feiten af dat, toen de verdachte zich in 2008 en 2011, geldbedragen van in totaal € 1.200.000,00 toeëigende, zij in de zin van artikel 322 Sr in een persoonlijke dienstbetrekking stond tot het [ziekenhuis] en het geldbedrag uit hoofde van die dienstbetrekking onder zich had.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008 in Nederland, opzettelijk geldbedragen van in totaal € 1.000.000,00, die toebehoorden aan [ziekenhuis] , welke geldbedragen verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als bestuurder van [ziekenhuis] onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, in Nederland,
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving "Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie" en
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving "Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie"
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft laten opmaken,
immers heeft zij, verdachte, opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid op die facturen laten vermelden
- dat door [bedrijf 1] goederen zouden worden geleverd aan de afdeling radiologie van [ziekenhuis] en
- dat aan [bedrijf 1] voor deze goederen tweemaal een voorschot van € 500.000,00 betaald diende te worden door [ziekenhuis] , terwijl in werkelijkheid die goederen niet geleverd zouden worden door [bedrijf 1]
en factuurbedragen op die facturen laten vermelden die in werkelijkheid geen betrekking hadden op door [bedrijf 1] te leveren goederen aan de afdeling radiologie van [ziekenhuis] en die facturen voorzien van een handtekening ter goedkeuring van de uitbetaling van die facturen
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken
en
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valselijk opgemaakte geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst,
immers heeft zij, verdachte,
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving "Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie" en
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving "Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie" laten verzenden aan [ziekenhuis] en voor akkoord ondertekend en ter uitbetaling doorgestuurd naar de financiële afdeling van [ziekenhuis] en laten uitbetalen,
bestaande die valsheid hieruit dat op die facturen
- was vermeld dat door [bedrijf 1] goederen zouden worden geleverd aan de afdeling radiologie van [ziekenhuis] , terwijl in werkelijkheid die goederen niet geleverd zouden worden door [bedrijf 1] en
- factuurbedragen waren vermeld die in werkelijkheid geen betrekking hadden op door [bedrijf 1] te leveren goederen aan de afdeling radiologie van [ziekenhuis] ;
3. primair
zij, op 11 juli 2011 in Nederland, opzettelijk een geldbedrag van € 200.000,00, dat geheel toebehoorde aan [ziekenhuis] , welk geldbedrag verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als bestuurder van [ziekenhuis] onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Hetgeen onder 1 primair, 2 en 3 primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze in de bij dit arrest gevoegde en daarvan deel uitmakende bijlage zijn opgenomen.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 primair, 2 en 3 primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 primair en 3 primair bewezenverklaarde levert op:
verduistering gepleegd door haar die het goed uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 primair, 2 en 3 primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 primair, onder 2 en onder 3 primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, een verbod het beroep van rechtspersoonsbestuurder uit te oefenen voor de duur van zes jaar en drie maanden en de openbaarmaking van het vonnis in (het hof begrijpt: de registers van) de Kamer van Koophandel.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair, onder 2 en onder 3 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, en dat haar wordt verboden het beroep van vennootschapsbestuurder uit te oefenen voor de duur van vijf jaren.
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, met de omstandigheden waaronder de verdachte binnen het [ziekenhuis] heeft moeten werken en met de vele negatieve publiciteit die de verdachte sinds 2014 ten deel is gevallen. De raadsman heeft het hof verzocht om, met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, geen straf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van in totaal € 1.200.000,00 die zij uit hoofde van haar dienstbetrekking onder zich had. De verdachte heeft als bestuurder van het [ziekenhuis] zorggelden die bestemd waren voor de taken van het ziekenhuis, gebruikt om daarmee privéprojecten te financieren. Op die wijze heeft zij over dit geld beschikt alsof het haar toebehoorde. Daarnaast heeft de verdachte valsheid in geschrift gepleegd door valselijk twee facturen te laten opmaken en te gebruiken, om verduistering van € 1.000.000,00 te verhullen.
Financiële middelen van ziekenhuizen zijn bedoeld om (direct of indirect) aan te wenden voor medische zorg aan zieke personen. Het verduisteren van die middelen ondermijnt het vertrouwen dat gesteld moet kunnen worden in het gezondheidszorgsysteem. De verdachte was ermee bekend dat de hoogte van het zorgbudget ten tijde van de begane feiten onder zware druk stond. Het laten opmaken en gebruiken van valse facturen schaadt bovendien het vertrouwen dat in het economisch verkeer in documenten wordt en moet kunnen worden gesteld. De verdachte lijkt het laakbare van haar gedragingen, waarbij zij slechts oog lijkt te hebben gehad voor haar eigen financieel gewin en dat van haar kinderen, ook tijdens de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep nog niet in te zien.
Alhoewel de feiten geruime tijd geleden hebben plaatsgevonden, is het hof van oordeel dat gelet op de aard en de ernst daarvan en op de omvang van het verduisterde geldbedrag, enkel kan worden volstaan met een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Het hof acht, alles afwegende, in beginsel een gevangenisstraf van twintig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, passend. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf dient evenwel rekening te worden gehouden met het recht op berechting binnen een redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Gelet op het tijdsverloop vanaf de aanvang van deze strafzaak tot de uitspraak in eerste aanleg, en het tijdsverloop vanaf het vonnis van de rechtbank tot deze uitspraak in hoger beroep, is naar het oordeel van het hof sprake van een omvangrijke overschrijding van de redelijke termijn, die niet aan de verdachte kan worden toegerekend. Om die reden zal het hof de op te leggen gevangenisstraf matigen tot de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
Het hof ziet af van de oplegging van een bijkomende straf in de vorm van een tijdelijk verbod om bestuurder te zijn van een rechtspersoon. Het voorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf acht het hof voldoende om te voorkomen dat de verdachte in de toekomst nieuwe strafbare feiten zal begaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 225 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. R.D. van Heffen, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 oktober 2023.

Bewijsmiddelen

Feiten 1, 2 en 3

1. Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel en een handelsregisterhistorie van 6 mei 2014 [documentcode D039].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Rechtsvorm Besloten Vennootschap
Statutaire naam [ziekenhuis]
Startdatum onderneming 01-06-2007
Handelsregisterhistorie
Statutaire naam [ziekenhuis]
Datum einde 01-06-2007
Rechtsvorm Stichting
Functionarisgegevens
Naam [verdachte]
Infunctietreding 23-10-2006
Titel Directeur
Bevoegdheid Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s))
Aanvang (huidige) vertegenwoordigingsbevoegdheid 30-10-2007
Geschorst met ingang van 19-02-2013.
Uit functie 27-03-2013

2. Een Overzichtsproces-verbaal inzake verdenkingen [verdachte] van 9 november 2015 [documentcode [verdachte] ].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
bevindingen van verbalisanten [verbalisanten]:
[bedrijf 2] heeft als aandeelhouders:
[bedrijf 3] , de vennootschap [bedrijf 8] , waarvan [naam 1] de enig aandeelhouder was, is 100% aandeelhouder van [bedrijf 3] ;
[bedrijf 4] , [naam 9] en [naam 10] , de kinderen van [verdachte] , hebben ieder een aandelenbelang van 24% in [bedrijf 4] ;
[naam 2] , de zoon van [verdachte] , 17% aandeelhouder.

3. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 17 april 2014 [documentcode G0201].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 1]:
[verdachte] is op 27 maart 2013 ontslagen.
[verdachte] was voorzitter van de RvB (
het hof begrijpt telkens: Raad van Bestuur) en haar portefeuille betrof financiën en algemene zaken. Zij deed ook de onderhandelingen met ziektekostenverzekeraars.
Op 1 februari 2013 was er geen contract met [zorgverzekeraar] . Dat de [zorgverzekeraar] deal niet kon worden gesloten, was de druppel die de emmer deed overlopen en toen is besloten [verdachte] te schorsen.

4. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 23 april 2014 [documentcode G0202].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 1]:
De facturen van [bedrijf 1] (D-007 en D-008) zijn beide door [verdachte] getekend. Ik zie dat aan haar handtekening rechtsonder op de facturen.
U vraagt mij of de betalingen aan [bedrijf 1] de instemming van [ziekenhuis] (
het hof begrijpt telkens: het [ziekenhuis]) dan wel de RvB had. Nee, deze betaling aan [bedrijf 1] is nooit binnen het bestuur ter sprake geweest, er zijn geen bestuursbesluiten over genomen en is ook niet binnen de RvC (
het hof begrijpt telkens: de Raad van Commissarissen) en AvA (
het hof begrijpt telkens: de Algemene vergadering van Aandeelhouders) aan de orde geweest.
Ik was niet op de hoogte van de aankoop van aandelen [bedrijf 5] door het [ziekenhuis]. over deze transactie is geen bestuursbesluit genomen, onbekend bij de RvC en de AvA. Het betreft een soloactie van [verdachte] . U vraagt mij of het [ziekenhuis] enige beloning of tegenprestatie voor terug heeft gehad. Nee niks, 0,0.

5. Een proces-verbaal verhoor van een verdachte ten overstaan van de FIOD van 27 mei 2014 [documentcode V0101].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de verdachte:
Ik was vanaf oktober 2006 voorzitter van de Raad van Bestuur van het [ziekenhuis] . Ik was verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering.

6. De verklaring van [getuige 1] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Binnen de Raad van Bestuur van het [ziekenhuis] is nooit gesproken over de betrokkenheid van het [ziekenhuis] bij dit plan in Turkije in formele of financiële zin, laat staan dat daarover beslissingen zijn genomen. Dat geldt ook voor vergaderingen binnen de Raad van Commissarissen en de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Ik ben bij alle vergaderingen aanwezig geweest. Financiële verplichtingen van het [ziekenhuis] voor de bouw in Turkije zijn in geen enkele vergadering besproken.
In mei 2008 heeft [verdachte] mij, in mijn hoedanigheid van directeur van de stichting
[stichting]( [stichting] ), gevraagd of ik haar € 1 miljoen zou kunnen lenen voor een periode van drie maanden. Het ging om een stuk grond in Turkije. Ik was directeur van [stichting] . Ik heb de lening geweigerd waarna zij zei “laat maar”.
Binnen de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen of de aandeelhoudersvergadering is nooit gesproken over de aankoop van aandelen in [bedrijf 5] door het [ziekenhuis] . Ik was er niet van op de hoogte dat het [ziekenhuis] € 200.000,00 aan een notaris heeft betaald voor aandelen [bedrijf 5] , die aan een privévennootschap van [verdachte] zijn geleverd. Ik vond dat heel raar. Deze kwestie is destijds niet besproken laat staan beslist in de Raad van Bestuur.

7. De verklaring van [getuige 2] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[naam 1] was kennelijk niet van plan om [naam 4] te kopen of te financieren. Het [ziekenhuis] had dat plan al helemaal niet. De financiering is niet aan de orde geweest binnen de Raad van Bestuur.
Binnen de Raad van Bestuur zijn geen besluiten met betrekking tot de panden in Turkije genomen.
In de Raad van Bestuur is niet gesproken over de [bedrijf 5] -aandelen. Besluiten door de Raad van Bestuur werden op papier gezet, geaccordeerd en uiteindelijk uitgevoerd. Naar mijn idee is er nooit een besluit genomen ten aanzien van de aandelen.
Er is totaal niet gesproken over de economische samenwerking tussen [plaats 2] , [naam 4] en het [ziekenhuis] .

8. De verklaring van de getuige [getuige 3] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het Turkije-project is niet in de Raad van Commissarissen toegelicht. [naam 1] had op een gegeven moment gezegd tegen mij dat hij geen geld meer in het project zou stoppen, omdat hij dat niet zag zitten. “Ik doe er geen geld meer in”, zei hij letterlijk. Hij wilde ook niet dat het [ziekenhuis] in dat project zou investeren.
Er is geen arbeidsovereenkomst ten behoeve van [verdachte] opgesteld. Gesprekken hierover hebben jaren geduurd. De jarenlange discussies vonden plaats tussen [verdachte] , [naam 1] en mij. De discussies met betrekking tot het salaris zijn eindeloos doorgegaan en gingen met name over de hoogte. Er is voor [verdachte] nooit een arbeidsovereenkomst op papier gekomen.

9. De verklaring van de getuige [getuige 4] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdens een bespreking met [verdachte] raakte ik ervan op de hoogte dat er geen sprake was geweest van verloning, maar wel van privéopnames. [naam 1] bepaalde bij het opstellen van de jaarstukken, dus achteraf, de hoogte van een vergoeding voor de verdachte. Hij zorgde ervoor dat er altijd een schuld resteerde van haar aan de vennootschap.
Ik boekte een vergoeding van € 80.000,00 tot € 100.000,00 ten behoeve van de verdachte.

10. De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 8 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik zocht financieringsmogelijkheden voor het Turkije-project.
De totale lening van [naam 1] aan het [ziekenhuis] was € 26 miljoen.
Met [bank 2] is contact geweest in het kader van het Turkije-project.
Er is een leenovereenkomst gemaakt, omdat ik verwachtte dat [stichting] een geldlening zou verstrekken. [getuige 1] moest mijn verzoek om financiering via [stichting] voorleggen aan het stichtingsbestuur.
Het klopt dat nooit radiologieapparatuur door [bedrijf 1] is geleverd.
Ik heb nooit officieel salaris van het [ziekenhuis] ontvangen, maar ik hoorde van [naam 1] en van [getuige 4] welk bedrag aan inkomen zij voor mij hadden vastgesteld. Al mijn uitgaven, zoals huishoudelijke uitgaven en kosten voor verbouwingen bij mij thuis, werden op een rekening-courant geboekt.
Feiten 1 en 2

11. Een geschrift, te weten een factuur van [bedrijf 1] van 24 juni 2008 [documentcode D007].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1]
invoice to date
[ziekenhuis] June 24, 2008
attn. Raad van Bestuur
Mrs. [verdachte]
Betreft: Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie
Totalprice EUR 500.000,00
(
handtekening)

12. Een geschrift, te weten een factuur van [bedrijf 1] van 7 augustus 2008 [documentcode D008].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1]
invoice to date
[ziekenhuis] August 7, 2008
attn. Raad van Bestuur
Mrs. [verdachte]
Betreft: Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie
Totaalprijs EUR 500.000,00
(
handtekening)

13. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [bank 1] van 15 mei 2008 [documentcode D009].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1]
Boekdatum Omschrijving Bedrag af (debet)
15-05 Betaald EUR 200.000,00 200.000,00
[verdachte]

14. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [bank 1] van 16 oktober 2008 [documentcode D010].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1]
Boekdatum Omschrijving Bedrag af (debet)
16-10 Betreft betaling claim inzake 800.000,00
[nummer 1]

15. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 15 mei 2008 [documentcode D012].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
To: [naam 7]
Akkoord op onderstaande.
Van: [naam 7]
Aan: [verdachte]
Onderwerp: [plaats 2]
Geachte mevrouw [verdachte] , beste [verdachte] ,
Ten behoeve van de overdracht van het onroerend goed object in Turkije (resort [plaats 2] ) (
het hof begrijpt telkens: resort [naam 4]).
1. [bedrijf 1] maakt vandaag Euro 200.000,- over op uw rekening bij [bank 3] . Opdracht nu in uitvoering.
2. Aanvang volgende week stelt [bedrijf 1] een bankgarantie van Euro 800.000,- ten behoeve van de door u nog exact aan te wijzen begunstigde ter zekerheid dat u uiterlijk 30 september 2008 het resort [plaats 2] overdraagt tegen betaling aan begunstigde van het overeengekomen bedrag van Euro 9.7 mio minus bovenstaande 2 ton. Deze bankgarantie wordt gesteld door [bank 1] .
3. In de maanden juni en juli zorgt u voor de benodigde cashcover van het bedrag van 2 ton (overgemaakt) en 8 ton (bankgarantie), totaal Euro 1 mio, middels op enigerlei wijze storting op rekening van [bedrijf 1] in juni 5 ton en juli eveneens 5 ton.
[bedrijf 1]
[naam 7]

16. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 23, 26 en 27 augustus 2008 [documentcode D013].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 26 augustus 2008
To: [naam 7]
Heb nog een factuur van je, echt doordrukken lukt mij niet, roept vragen op. Als ik doordruk gaat men teveel vraagtekens krijgen, als je het voor je eigen bedrijfsvoering nodig hebt, zal ik het erdoor heen moeten drukken omdat ik niet wil dat je door mij op andere terreinen tegen problemen aanloopt. Hoe lossen wij dit nu op?

17. Een geschrift, te weten een bankgarantie van [bank 1] van 22 mei 2008 [documentcode D019].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Guarantee no. [nummer 1]
[bank 1] Bank, taking into consideration:
 that on 18 Mary 2008, a contract has been concluded between [naam 11] (the Seller) and [verdachte] (the Buyer) for the sale and delivery of certain parcels of land in Turkey (addresses: [adres 2] ).
 that [bedrijf 1] has agreed with the Buyer that it will arrange for a bank guarantee to be issued in favor of the Seller securing the payment obligations of the Buyer to the Seller under the contract for a maximum aggregate amount of EUR 800.000,00; and
 that [bedrijf 1] has requested the bank to issue this guarantee and the bank has agreed with [bedrijf 1] to issue this guarantee;
hereby guarantees in favor of the Seller irrevocably and unconditionally, up to a maximum amount of EUR 800.000,00.
Of all which the present record has been made, which was signed in singular on 22 May 2008
[bank 1]
(
handtekening)

18. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 11 september 2008 [documentcode D021].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [naam 12]
Aan: [naam 13]
CC: [naam 14]
Onderwerp: [naam 4] Hotel and Resort – SHCG and [bedrijf 6]
[bedrijf 9] (100% owned by [bedrijf 10] ) and [bedrijf 6] (Ms [verdachte] ) will be sponsors, shareholders and equity providers of the project.
Regards,
[bedrijf 1]
[naam 12]
Project Finance Manager

19. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 18 november 2008 [documentcode D030].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
To: [naam 7]
Factuur graag aan [naam 4] resort en niet naar [ziekenhuis] , [ziekenhuis] is niet de kopende partij.

20. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 18 en 19 maart 2009 [documentcode D032].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 18 maart 2009
To: [naam 7]
Subject: voorschot facturatie radiologie
Kreeg net een reminder omdat er een groot bedrag dubbel staat geboekt op radiologie, het is enerzijds betaald aan de leverancier, terwijl er ook voorschotfacturen zijn betaald aan [bedrijf 1] .
Mijn verzoek is of dit bedrag gecrediteerd en door [bedrijf 1] terugbetaald kan worden aan [ziekenhuis] en dat ik de komende 2 maanden een oplossing organiseer om dit vervolgens aan jou terug te betalen.

21. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 23 en 24 juni 2008 [documentcode D037].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 23 juni 2008
To: [naam 7]
Subject: RE: 5 ton
“voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling radiologie” lijkt mij een goede omschrijving.
Van: [naam 7]
Verzonden: 23 juni 2008
Aan: [verdachte]
Onderwerp: 5 ton
Het lijkt ons meest voor de hand liggen nu een factuur uit te maken aan [ziekenhuis] voor 5 ton met als omschrijving “voorschot zekerstelling aankoop goederen”.

22. Een geschrift, te weten een Draft van [bank 4] van 24 september 2008 [documentcode D047].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[ziekenhuis] and [bedrijf 1]
Attn: [naam 12]
We received the business plan of [naam 4] , Turkey. We think that the current owners, [bedrijf 1] and [bedrijf 6] provide a strong organization. Both partners contribute their own strength, [bedrijf 1] the knowledge and expertise on international health care business, Ms [verdachte] the knowledge and expertise of the Dutch health care system.

23. Een geschrift, te weten een afschrift Zakelijke Girorekening van Postbank van 30 juni 2008 [documentcode D049].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Girorekening [nummer 2]
30 jun | [bedrijf 1] | AF 500.000,00

24. Een geschrift, te weten een afschrift Zakelijke Girorekening van Postbank van 8 september 2008 [documentcode D050].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Girorekening [nummer 2]
[ziekenhuis]
8 sep | [bedrijf 1] | AF 500.000,00

25. Een geschrift, te weten een Sales Term Sheet van 18 mei 2008 [documentcode D070].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Parties
[naam 11]
(Hereafter shall be called “Seller”)
[verdachte]
(Hereafter shall be called “purchaser”)
Subject of this contract is arrangement of sales and assignment of three piece of lands.
1-) 2-) 3-)
Description: Land Description: Land Description: Land
[adres 2]
Total value of real property is 9.600.000 €, and 200.000 € of this amount shall be transferred to the bank account number of the seller, in 7 days following signing date of the contract. Also the purchaser shall submit the bank guarantee letter with an amount of 800.000 Euro based on this sale, in 7 days following signing date of contract.
Purchaser shall pay remaining amount (9.400.000 Euro) till 30.09.2008.
Purchaser is currently running the contract subject real property as lease holder.
This contract is signed by parties on 18.05.2008.
SELLER PURCHASER
[naam 11] [verdachte]

26. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 24 april 2008 [documentcode D080].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
To: [naam 15]
[naam 1] ,
Sinds september vorig jaar heb ik de afspraak dat wij de grond van het resort kunnen kopen, ik moet het wel a.s. 30 april afnemen. Het bedrag is overeengekomen op 9,6 milj euro.
Het zijn 3 kavels. Ik zou heel graag deze kavels voor [naam 9] , [naam 10] en [naam 2] willen kopen.
Het is de bedoeling dat financiering van [bank 2] met een paar maanden rond is.
Ik kan je met een paar maanden terugbetalen, zodra de lening rond is. Ik heb dus voor een paar maanden 10 milj euro nodig.
Ik hoop dat je mij dit gunt en mij hierin niet in de steek laat.

27. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 2 en 7 juli, 21 augustus en 5, 11, 24 en 26 september 2008 [documentcode D095].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[naam 12]
02.07.2008
[naam 16]
[naam 4] Hotel and resort – Ms. [verdachte]
Geachte heer [naam 16] ,
[verdachte] is beheerder/uitbater van [naam 4] Hotel and Resort in Turkije. Gezien [bank 4] nu [bank 2] heeft gekocht, biedt dit mogelijkheden om de financiering met [bank 4] / [bank 2] op te zetten. De rol van mij ( [bedrijf 1] ) in dit verhaal is dat [verdachte] ons gevraagd heeft om de financieringsmogelijkheden te bekijken/regelen.
[bedrijf 1]
[naam 12]
Project Finance Manager
From: [naam 13]
Sent: 5 September 2008
To: [naam 12]
Subject: [naam 4] Hotel and resort – Ms. [verdachte]
All of the wealth and business of [verdachte] is present in Netherlands. This is why we believe that [bank 4] may issue a letter of guarantee on behalf of [verdachte] ’s company in favour [bank 4] TR for this project loan.

28. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 19 maart 2009 en 12 maart 2013 [documentcode D096].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 19 maart 2009
To: [naam 7]
Subject: RE: voorschot facturatie radiologie
Facturen moeten wel worden gecrediteerd omdat het niet te verantwoorden valt.

29. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [bank 3] van 15 mei 2008 [documentcode D097].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 1] [verdachte]
[bank 1]
200.000,00 EUR

30. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [bank 3] van 3 juni 2008 [documentcode D098].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[verdachte]
[naam 11]
- 200.000,00 EUR

31. Een geschrift, te weten een [naam 4] Report, Business Plan van [bedrijf 1] van 10 september 2008 [documentcode D099].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Presented by: [bedrijf 6] and [bedrijf 10]
Project sponsor/Managing director
Mrs. [verdachte] is currently managing director of the [naam 4] resort and will be for 50% shareholder of the company which will operate the resort.

32. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 18 november 2008 [documentcode D109].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [naam 7]
To: [naam 17]
Laatste factuur die je aan [ziekenhuis] hebt gericht voor [naam 4] Resort feasibility, svp richten aan [naam 4] Resort en hun faxen. [ziekenhuis] er dus uithalen, want die heeft er niets mee te maken.

33. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 18 augustus 2008 met als bijlage een factuur van [bedrijf 1] van 7 augustus 2008 [documentcode D137].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [naam 5]
Deze factuur morgen betalen, laat mij deze alvast aftekenen.
Aan: [verdachte]
Origineel is enige tijd geleden (Aug 7) naar jullie verstuurd.
[naam 7]

34. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 27 juni 2008, met als bijlage een factuur van [bedrijf 1] van 24 juni 2008 [documentcode D138].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [naam 5]
Svp spoedbetaling, vandaag betalen

35. Een geschrift, te weten een huurovereenkomst ( [naam 4] vakantiedorp) van 1 maart 2006 in de Turkse taal, met als bijlage de beëdigde vertaling van de overeenkomst [documentcodes D160 en D160a].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Huurovereenkomst ( [naam 4] vakantiedorp)
Tussen de partijen, de eigenaar, [naam 11] , en huurder, [verdachte] , is overeengekomen en is deze huurovereenkomst tot stand gebracht.
(….)
Bij verkoop van de accommodatie zal de huurder als eerste het recht krijgen om het te kopen.
(…)
Deze overeenkomst is ondertekend door beide partijen op 01.03.2006
(
handtekening) (
handtekening)

36. Een geschrift, te weten een garantiebrief in de Turkse taal (ongedateerd), met als bijlage de beëdigde vertaling van de brief [documentcodes D187 en D187a].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Garantiebrief
[naam 11]
[verdachte] zegt toe conform de overeenkomst die zij met uw firma is aangegaan op 19.05.2008, dat zij voor 30.09.2008 de gelden over de onroerende goederen die bekend staan onder [adres 2] zal betalen en de handelingen zal volbrengen ten einde de eigendomsakten op haar naam te kunnen laten zetten. [verdachte] staat garant voor € 800.000,- welke zij conform de overeenkomst moet betalen.

37. Een geschrift, te weten een Beknopte tussentijdse evaluatie aanschaftraject modaliteiten radiologie van Werkgroep aanschaf Bucky & C-bogen van mei 2008 [documentcode D224].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Aangeschreven firma’s: [bedrijf 11]
[bedrijf 12]
[bedrijf 13]
[bedrijf 14]
[bedrijf 15]
[bedrijf 16]
Gevraagd advies omtrent soort en aantal te vervangen modaliteiten, TCO, ROI, bemanning van de Buckykamers.
Gewenste configuraties
Buckykamer, C-boog voor OK, C-boog voor pijnpoli.
De werkgroep heeft de volgende ranglijst voor het totaalpakket opgesteld:
1. [bedrijf 11]
2. [bedrijf 17]
3. [bedrijf 12] , [bedrijf 18]
4. [bedrijf 13]

38. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 25 april 2014 [documentcode G0401].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 5]:
Ik ben begonnen bij het [ziekenhuis] als medewerker grootboekadministratie. Mijn functie is sinds maart 2008 teamleider financiële administratie. Mijn bevoegdheden zijn het verwerken van financiële mutaties in het boekhoudpakket.
Ik zie dat [verdachte] de facturen van [bedrijf 1] (D-007 en D-008) heeft ondertekend, want ik herken haar handtekening. Er staat [code] , dit is de code voor medische inventaris en [kostenpost] is de kostenpost voor radiologie. Verder valt mij op dat ze zijn gericht aan [verdachte] en niet aan de crediteurenadministratie. Normaalgesproken richt de leverancier zijn factuur aan de crediteurenadministratie.

39. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 20 augustus 2014 [documentcode G0402].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 5]:
De omschrijving op de factuur “aankoop goederen voor de afdeling radiologie” geeft mij het idee dat het geboekt moet worden als medisch inventaris. Ik heb aan niemand gevraagd hoe deze factuur geboekt moest worden en heb zelf de beslissing genomen het als medische inventaris te kwalificeren gezien de omschrijving op de factuur.

40. Een proces-verbaal van verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 29 september 2014 [documentcode G2001].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 6]:
In 2008 ging het om de aanschaf van Bucky-apparatuur. [bedrijf 11] heeft de opdracht gekregen en een drietal Bucky-apparaten en twee mobiele röntgentoestellen geleverd.
In 2008 is er naar mijn weten geen project gegund aan [bedrijf 1] , dus ook niet de Bucky-apparatuur.
Ik herken de handtekening van [verdachte] op de facturen D-007 en D-008. Normaalgesproken worden facturen ter verificatie voorgelegd aan het hoofd van de afdeling of aan mij. Mijn handtekening of die van het hoofd van de afdeling radiologie ontbreekt. Kostenplaats [kostenpost] is de kostenplaats van de afdeling radiologie, hierdoor hadden het hoofd van de afdeling radiologie en ikzelf op de hoogte moeten zijn van deze facturen.

41. Een proces-verbaal van verhoor van getuige ten overstaan van de rechter-commissaris van 24 mei 2018 [los].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 5]:
Ik kan mij niet herinneren dat [verdachte] tegen mij gezegd zou hebben dat de facturen (DOC-007 en DOC-008) ook op de rekening-courant directie geboekt moesten worden. Ik ga ervan uit dat zij dat niet heeft gezegd. Anders had ik het wel gedaan.

42. Een proces-verbaal van verhoor van getuigen ten overstaan van de rechter-commissaris van 8 juni 2018 [los].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 2]:
Ik merk uitdrukkelijk op dat het niet de bedoeling was dat het project (
het hof begrijpt: in Turkije) gefinancierd zou worden door het [ziekenhuis] . Dit is ook nooit aan de orde geweest of besloten.

43. De verklaring van de getuige [getuige 6] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het investeringstraject van de Bucky-apparatuur begon in 2007-2008. De Bucky-apparatuur werd geleverd door [bedrijf 11] ( [bedrijf 11] is overgenomen door [bedrijf 11] ). De bijhorende echo-apparatuur is geleverd door [bedrijf 12] .
Ik kan niet met zekerheid zeggen bij welke van de twee trajecten [bedrijf 1] een rol heeft gespeeld maar de naam [bedrijf 1] is op enig moment naar boven gekomen. Ik kende [bedrijf 1] niet, maar het bleek een investeringsmaatschappij. Ik heb inderdaad een offerte aan [bedrijf 1] gevraagd maar die hebben wij niet ontvangen.

44. De verklaring van [getuige 5] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2023 [los].

Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De eerste [bedrijf 1] -factuur is als inventaris geboekt. De tweede factuur heb ik misschien veranderd naar de post inventaris omdat de eerste factuur daar ook op was geboekt. Ik heb hierover geen contact met [verdachte] gehad.
De verdachte stond ver van de administratie af. Het boeken op bepaalde posten was mijn zelfstandige beslissing. [verdachte] hield zich niet bezig met de boekhouding.
Feit 3

45. Een geschrift, te weten een afschrift Zakelijke Rekening van [bank 4] van 30 april 2014 [documentcode D058].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 6]
Omschrijving
23 apr | Spoedbetaling | BIJ 201.331,51
[naam 6]
Aandelenoverdracht [bedrijf 5]
23 apr | Spoedbetaling | AF 200.000,00
[verdachte]
Terugbetaling

46. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift [bank 5] TopKid Rekening van 23 april 2014 [documentcode D059].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[naam 2]
Tegenrekening/omschrijving Mutaties bij (credit)
23-04 | [verdachte] | 50.000,00
Terugbetaling
23-04 | [verdachte] | 50.000,00
Terugbetaling
23-04 | [verdachte] | 50.000,00
Terugbetaling
23-04 | [verdachte] | 45.000,00
Terugbetaling

47. Een geschrift, te weten een e-mail van 11 juli 2011 met als bijlage een afschrift van [bank 4] van 11 juli 2011 [documentcode D062].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [naam 5]
Hi [naam 5] ,
Onder omschrijving overname aandelen [bedrijf 5] volgens overeenkomst. Svp onderstaand bedrag overmaken zodat het morgen bij de notaris is.
Beste [verdachte] ,
[naam 18] heeft mij verzocht ervoor zorg te dragen dat het bedrag voor de aandelen (EUR 200.000) voor morgenochtend op zijn derdengeldrekeningnummer bijgeschreven is, zodat er gepasseerd kan worden. Het rekeningnummer is t.n.v. [naam 6] .
Afschrift
[ziekenhuis]
Omschrijving Betaald
[naam 6] Nota 11.07 200.000,00
Overname aandelen [bedrijf 5] volgens diverse
overeenkomsten

48. Een geschrift, te weten een kredietverlening met achterstelling (ongedateerd) [documentcode D064].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Heden verschenen voor mij, notaris:
@ te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van en als zodanig rechtsgeldig vertegenwoordigend [bedrijf 6] , hierna te noemen de “Kredietgever”; en @ te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van en als zodanig rechtsgeldig vertegenwoordigend [bedrijf 5] , hierna te noemen de “Vennootschap”;
De comparanten gaven te kennen:
a. dat Kredietgever per heden participeert voor 42% in het geplaatst aandelenkapitaal van de Vennootschap;
b. dat ingevolge de uitvoering van de voorwaarden voor voornoemde participatie, zoals mede uitgewerkt in de participatie- en aandeelhoudersovereenkomst welke onder meer door Kredietgever en de Vennootschap is ondertekend, door Kredietgever aan de Vennootschap kredieten ter beschikking zal stellen onder de condities als hieronder vermeld;
verklaarden overeen te komen als volgt:
(…)
Kredietgever zal aan de Vennootschap ten titel van geldlening een bedrag ter beschikking stellen totaal groot € 1.300.00,=, hierna aan te duiden als het Krediet.
(…)
Waarvan akte is verleden. De akte is door de comparanten ondertekend.

49. Een geschrift, te weten een Raadplegen persoonsrelaties [bedrijf 6] van 19 mei 2014 [documentcode D065].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 6]
Relatiesoort: heeft als aandeelhouder
Naam: [naam 10]
Betrokkenheid: 10%
Ingangsdatum: 27-10-2008

50. Een geschrift, te weten een Raadplegen persoonsrelaties [bedrijf 6] van 19 mei 2014 [documentcode D066].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 6]
Relatiesoort: heeft als aandeelhouder
Naam: [naam 2]
Betrokkenheid: 10%
Ingangsdatum: 27-10-2008

51. Een geschrift, te weten een Raadplegen persoonsrelaties [bedrijf 6] van 19 mei 2014 [documentcode D067].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 6]
Relatiesoort: heeft als aandeelhouder
Naam: [naam 9]
Betrokkenheid: 10%
Ingangsdatum: 27-10-2008

52. Een geschrift, te weten een Raadplegen persoonsrelaties [bedrijf 6] van 19 mei 2014 [documentcode D068].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[bedrijf 6]
Relatiesoort: heeft als aandeelhouder
Naam: [verdachte]
Betrokkenheid: 70%
Ingangsdatum: 27-10-2008

53. Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 19 mei 2014 en een overzicht directe relaties en jaarrekeningen van 2010, 2011 en 2012 [documentcode D069].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Rechtspersoon [bedrijf 6]
Bestuurder
Naam [verdachte]
Datum in functie 27-10-2008

54. Een geschrift, te weten een intentieovereenkomst van 30 juni 2011 [documentcode D125].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ondergetekenden:
[bedrijf 6] , vertegenwoordigd door [verdachte] , en [bedrijf 5]
[verdachte] heeft het voornemen te investeren en te participeren in [bedrijf 5] De participatie door [verdachte] zal plaatsvinden door uitgifte van 42% van de aandelen in het kapitaal van [bedrijf 5] per 1 juli 2011. Investering door [verdachte] zal plaatsvinden door het verstrekken aan [bedrijf 5] van een lening van maximaal EUR 1.300.00,- (
het hof begrijpt: EUR 1.300.000,-).
De uitgifteprijs voor de aandelen bedraagt EUR 200.000,- en zal bij levering worden voldaan. Uitgifte vindt plaats uiterlijk op 1 juli 2011, zulks ten overstaan van een van de notarissen van [naam 6] .
[verdachte] zal aan [bedrijf 5] een bij de bank achtergestelde lening verstrekken van € 1.300.000,-. Het uitkeren door [verdachte] wordt gekoppeld aan de realisatie van bepaalde tussen partijen overeen te komen en te behalen doelstellingen.
Ondertekend op 30 juni 3011.
(
handtekening)
[bedrijf 6]
(
handtekening))
[naam 19]

55. Een geschrift, te weten een afschrift van de akte van uitgifte in het kapitaal van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: [bedrijf 5] gevestigd te Rotterdam van [naam 6] van 12 juli 2011 [documentcode D126].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Uitgifte
Twaalf juli tweeduizend elf, verschenen voor mij, kandidaat-notaris,
[verdachte] , te dezen handelend als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd directeur van [bedrijf 6] ; “ [bedrijf 6] ”;
[naam 19] , te dezen handelend als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd directeur van [bedrijf 5] ; “Vennootschap”;
De comparanten verklaarden:
dat is besloten tot uitgifte van 18.000 aandelen in het kapitaal van de Vennootschap aan [bedrijf 6] , zulks a pari en onder de verplichting voor [bedrijf 6] om een bedrag van € 200.000,= op de aandelen te storten;
dat [bedrijf 6] de uitgifte van vorenbedoelde aandelen wenst te aanvaarden.
[bedrijf 6] aanvaardt de aan haar uitgegeven aandelen onder de stortingsverplichting.
Waarvan akte is verleden. De akte is door de comparanten ondertekend.

56. Een geschrift, te weten een participatie- en aandeelhoudersovereenkomst [bedrijf 5] van 12 juli 2011 [documentcode D127].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De ondergetekenden:
[bedrijf 6] ,
[bedrijf 5] , de “Vennootschap”;
in aanmerking nemend dat:
[bedrijf 6] met de Vennootschap is overeengekomen te zullen participeren in het geplaatste aandelenkapitaal van de Vennootschap door uitgifte van aandelen door de Vennootschap als volgt, welke participatie heden bij notariële akte van uitgifte van aandelen is geëffectueerd, zodat thans in het geplaatst aandelenkapitaal van de Vennootschap deelgenomen wordt door [bedrijf 6] voor 18.000 aandelen, zijnde 42% van het geplaatste kapitaal van de Vennootschap;
[bedrijf 6] zal aan de Vennootschap ten titel van geldlening een totaal bedrag ter beschikking stellen € 1.300.000,=, onder de condities en voorwaarden zoals omschreven in de overeenkomst van kredietverlening.
Getekend op 12 juli 2011.
[bedrijf 6] :
(
handtekening)
door: [verdachte]

57. Een geschrift, te weten een vaststellingsovereenkomst van maart 2014 [documentcode D136].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De ondergetekenden:
In aanmerking nemende:
- dat [bedrijf 6] door uitgifte bij akte houdende uitgifte van 12 juli 2011 18.000 aandelen heeft verkregen in het geplaatste kapitaal van [bedrijf 5] ;
- dat tussen [bedrijf 6] en onder meer [bedrijf 5] op 12 juli 2011 een participatie- en aandeelhoudersovereenkomst is gesloten, de PAO;
- dat tussen [bedrijf 6] en [bedrijf 5] op 12 juli 2011 een overeenkomst van kredietverlening met achterstelling is gesloten, de Kredietovereenkomst;
- dat [bedrijf 5] van mening is dat [bedrijf 6] tekortschiet in de nakoming van haar verplichting uit hoofde van de PAO en de Kredietovereenkomst en daarom gehouden is de aandelen aan [bedrijf 5] aan te bieden en over te dragen;
- dat partijen hebben gesproken over oplossing van hun onderlinge geschillen en in dat verband ook over (de voorwaarden voor) beëindiging van hun samenwerking en overdracht van de aandelen aan [bedrijf 7] en daarover overeenstemming hebben bereikt;
verklaren te zijn overeengekomen en stellen vast als volgt:
[bedrijf 6] verkoopt hierbij de aandelen aan [bedrijf 7] , gelijk [bedrijf 7] de aandelen koopt van [bedrijf 6] .
De koopsom voor de aandelen bedraagt € 200.000,00.
Ondertekend in maart 2014,
[bedrijf 6] [verdachte]
Datum: 26-3-2014
Datum: 26-3-2014
(
handtekening) (
handtekening)
[bedrijf 5] [bedrijf 7] [naam 19]
Datum: 18-03-2014
Datum: 18-03-2014 Datum: 18-03-2014
(
handtekening) (
handtekening) (
handtekening)

58. Een geschrift, te weten een e-mailcorrespondentie van 21 en 22 mei 2012 [documentcode D166].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Date: 22 May 2012
To: [naam 19] @ [bedrijf 5] .com
Subject: RE: Betreffende [bedrijf 5]
Ik reageer op je brief aan [bedrijf 6] , als directeur van [bedrijf 6] en niet als voorzitter Raad van Bestuur [ziekenhuis] (
het hof begrijpt: [ziekenhuis]). Dat zijn twee totaal verschillende posities.

59. Een geschrift, te weten een Statutenwijziging van 30 oktober 2007 [documentcode D276].

Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Dertig oktober tweeduizend zeven verscheen voor mij, notaris, de heer [naam 1] , ten deze handelend als zelfstandig bevoegd bestuur van [bedrijf 2] , handelend als enig aandeelhouder van [ziekenhuis]
De comparant verklaart de statuten van de vennootschap te wijzigen, zodat de gewijzigde casu quo aangevulde bepalingen met ingang van heden luiden als volgt:
Artikel 20 wordt gewijzigd en luidt voortaan als volgt:
Aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen alle besluiten van het bestuur omtrent investeringen welke een bedrag € 100.000,00 te boven gaan.

60. Een verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 28 april 2014 [documentcode G0501].

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [getuige 7]:
We wisten niet precies wat [bedrijf 5] zou doen, het is in ieder geval niet aan ons voorgelegd. [verdachte] was niet bevoegd tot het aankopen van aandelen. Volgens de statuten moest zij dit voorleggen aan de RvC.
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.