Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van moord
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
voldoende aannemelijkis geworden. De last tot dat aannemelijk maken mag niet uitsluitend op de verdachte worden gelegd. Ook als de precieze feitelijke toedracht van het tenlastegelegde feit onzeker is gebleven, kan de gestelde feitelijke grondslag van het beroep op noodweer(exces) voldoende aannemelijk zijn geworden. Dat betekent echter niet dat het gestelde feitelijke scenario van de verdachte voldoende aannemelijk wordt als dat enkel op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting
niet kan worden uitgesloten.
optillen. De verdachte is hierover pas in eerste aanleg zo expliciet gaan verklaren. Bij de politie verklaarde hij er alleen over dat het slachtoffer hem bleef
vasthoudentoen hij over hem heen lag. Gevraagd naar hoe het steken in de rug door de verdachte te maken kan hebben met een aanval van het slachtoffer, komt de verdachte met het ‘optillen’ door het slachtoffer. Het hof kan dergelijke, voor de verdachte kennelijk dreigende, handelingen van het slachtoffer (het optillen) ook moeilijk rijmen met de omstandigheid dat de verdachte het slachtoffer al bovenaan de trap en op de trap - zo niet al in de rug - in elk geval meermalen in de buik en de borst heeft gestoken, terwijl ook onwaarschijnlijk is dat de verdachte het snijletsel in de hals pas heeft toegebracht toen het slachtoffer beneden aan de trap op zijn buik over zijn benen heen hing. Het is aldus moeilijk voor te stellen dat het slachtoffer, eenmaal van de trap op de grond gevallen, nog een reële dreiging voor de verdachte vormde.
Kwalificatie
Oplegging van straf
Vorderingen van de benadeelde partijen
- [benadeelde partij 1]
- [benadeelde partij 2]
- [benadeelde partij 3]
- [benadeelde partij 4]
- [benadeelde partij 5]
- [benadeelde partij 6]
- [benadeelde partij 7]
- [benadeelde partij 8]
- [benadeelde partij 9]
- [benadeelde partij 10]
- [benadeelde partij 11]
- De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed;
- de wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was;
- de aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer.
nietmogelijk.
zelfis getroffen door de onrechtmatige daad (vgl. de conclusie van de advocaat-generaal mr. D.J.C. Aben van 9 maart 2021 voor HR 20 april 2021, ECLI:NL:PHR:2021:230, nrs. 81-87). De schadevergoedingsaanspraak van de naasten van de overledene is beperkt tot de in artikel 6:108, eerste tot en met vierde lid, BW genoemde schadeposten, te weten: gederfd levensonderhoud (lid 1), kosten van lijkbezorging (lid 2) en affectieschade (leden 3 en 4). Andere schade die het gevolg is van de onrechtmatige daad jegens de overledene komt – gelet op het limitatieve en exclusieve karakter van, in dit geval, artikel 6:108 BW– niet voor vergoeding in aanmerking (vgl. de conclusie van de advocaten-generaal mr. T.N.B.M. Spronken en mr. S.D. Lindenbergh van 22 februari 2022 voor HR 12 april 2022, ECLI:NL:PHR:2022:166, paragraaf 4).
[benadeelde partij 1]
immateriële schade (totaal)€ 60.000,00
materiële schade (totaal)€ 303.817,45
immateriële schade (totaal)€ 40.000,00
materiële schade (totaal)€ 90.558,25
confrontatiemet die onrechtmatige daad of de gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg brengt.
€ 30.000,00en te vermeerderen met de wettelijke rente. Het hof heeft bij de begroting meegewogen wat door rechters in Nederland in vergelijkbare gevallen aan vergoeding voor immateriële schade is toegekend.
geenonevenredige belasting van het strafgeding op. Namens de benadeelde partij is voor het bepalen van de omvang van het gederfde levensonderhoud aansluiting gezocht bij het verschil tussen de maandelijkse uitkeringsbedragen op grond van een bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet tussen samenwonenden en alleenstaanden gedurende de tijd dat het jongste kind minderjarig is. Volgens het hof is het evident dat er sprake is van gederfde inkomsten. Het hof acht de omvang van de schade voldoende onderbouwd en redelijk en deze post is dan ook volledig toewijsbaar.
€ 90.534,63.
[benadeelde partij 2]
immateriële schade (totaal)€ 60.000,00
materiële schade (totaal)€ 16.725,00
immateriële schade (totaal)€ 40.000,00
materiële schade (totaal)€ 6.125,00
confrontatiemet die onrechtmatige daad of de gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg brengt.
€ 30.000,00en te vermeerderen met de wettelijke rente. Het hof heeft bij de begroting meegewogen wat door rechters in Nederland in vergelijkbare gevallen aan vergoeding voor immateriële schade is toegekend.
geenonevenredige belasting van het strafgeding op. Volgens het hof is voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van studievertraging. Namens de benadeelde partij is voor het bepalen van de omvang van de studievertraging verwezen naar de netto normbedragen voor schade wegens studievertraging van de Letselschaderaad. Het hof acht de omvang van de schade voldoende onderbouwd en redelijk. De gevorderde materiële schade van
€ 6.125,00kan dan ook naar het oordeel van het hof geheel worden toegewezen.
[benadeelde partij 3]
immateriële schade (totaal)€ 20.000,00
materiële schade (totaal)€ 10.600,00
[benadeelde partij 4]
immateriële schade (totaal)€ 40.000,00
materiële schade (totaal)€ 10.850,00
immateriële schade (totaal)€ 20.000,00
materiële schade (totaal)€ 10.850,00
confrontatiemet die onrechtmatige daad of de gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg brengt.
€ 10.850,00kan naar het oordeel van het hof geheel worden toegewezen. Dat de verdachte zou bijdragen in de kosten van de studie van zijn kinderen en rijlessen acht het hof aannemelijk geworden. De geschatte omvang van deze bijdrage is ook voldoende onderbouwd.
[benadeelde partij 5]
immateriële schade€ 17.500,00
materiële schade: reiskosten bijwonen zitting eerste aanleg € 95,00
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
[benadeelde partij 6]
immateriële schade€ 17.500,00
materiële schade: reiskosten bijwonen zitting eerste aanleg € 95,00
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
[benadeelde partij 7]
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
[benadeelde partij 9]
immateriële schade€ 17.500,00
materiële schade: reiskosten bijwonen zitting eerste aanleg € 123,62
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
[benadeelde partij 10]
immateriële schade€ 17.500,00
materiële schade: reiskosten bijwonen zitting eerste aanleg € 76,00
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
[benadeelde partij 11]
immateriële schade€ 17.500,00
materiële schade: reiskosten bijwonen zitting eerste aanleg € 144,49
affectieschade en ‘aantasting in de persoon op andere wijze’.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren en 6 (zes) maanden.
€ 120.534,63 (honderdtwintigduizend vijfhonderdvierendertig euro en drieënzestig cent) bestaande uit € 90.534,63 (negentigduizend vijfhonderdvierendertig euro en drieënzestig cent) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 23,62 (drieëntwintig euro en tweeënzestig cent) aan materiële schadeaf.
€ 36.125,00 (zesendertigduizend honderdvijfentwintig euro) bestaande uit € 6.125,00 (zesduizend honderdvijfentwintig euro) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.850,00 (tienduizend achthonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 95,00 (vijfennegentig euro) aan materiële schadeaf.
€ 95,00 (vijfennegentig euro) aan materiële schadeaf.
€ 123,62 (honderddrieëntwintig euro en tweeënzestig cent) aan materiële schadeaf.
€ 76,00 (zesenzeventig euro) aan materiële schadeaf.
€ 144,49 (honderdvierenveertig euro en negenenveertig cent) aan materiële schadeaf.