ECLI:NL:GHAMS:2023:3763
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.P.M. van Rijn
- R.D. van Heffen
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking
Op 1 juni 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1969, die in hoger beroep ging tegen een eerder vonnis. Tijdens de zitting op 1 juni 2023 heeft de raadsvrouw van de verdachte het hof per e-mail geïnformeerd dat de verdachte het hoger beroep wenst in te trekken. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn eerdere bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met een voortzetting van de behandeling van de zaak in hoger beroep. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.