ECLI:NL:GHAMS:2023:3766

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
23-002043-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep van mishandeling met ontkennende verklaring van verdachte en getuigenverklaring van moeder

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1987, was beschuldigd van mishandeling van een slachtoffer op of omstreeks 3 augustus 2021 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het slaan en bijten van het slachtoffer. Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 maart 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een taakstraf van 40 uren had geëist. Het hof heeft echter geoordeeld dat de bewijsvoering niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De aangifte van het slachtoffer werd weliswaar ondersteund door een letselverklaring, maar de ontkennende verklaring van de verdachte, die werd bevestigd door de getuigenverklaring van zijn moeder, leidde tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002043-22
datum uitspraak: 12 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 22 juli 2022 in de strafzaak onder de parketnummers
13-029838-22 en 23-002259-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman ter terechtzitting naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 3 augustus 2021 te Amsterdam, in elk geval Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] op/tegen haar gezicht/hoofd te slaan/stompen en/of in haar vinger te bijten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf voor de duur van 40 uren, te vervangen door 20 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe dat de aangifte weliswaar wordt ondersteund door de letselverklaring, maar daartegenover staat de ontkennende verklaring van de verdachte, die in hoofdlijnen wordt ondersteund door de getuigenverklaring van zijn moeder.
Bij die stand van zaken kan niet met een voor bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en dient hij daarvan te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. L.F. Roseval, mr. N. van der Wijngaart en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 april 2023.