ECLI:NL:GHAMS:2023:3767

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
23-002083-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met uitzondering van bijzondere voorwaarden en proeftijd in hoger beroep

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 12 april 2023 in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, dat op 17 mei 2021 was uitgesproken. De verdachte, geboren in 1986, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Tijdens de zitting op 29 maart 2023 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft enkele aanpassingen gedaan met betrekking tot de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. Het hof heeft besloten om deze bijzondere voorwaarden niet aan de voorwaardelijke straf te verbinden en heeft de duur van de proeftijd vastgesteld op 1 jaar. Dit betekent dat het hof het vonnis in zoverre heeft vernietigd, maar het vonnis voor het overige heeft bevestigd. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002083-22
datum uitspraak: 12 april 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 17 mei 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 10-711019-20 en 10-702003-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1986,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw ter terechtzitting naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de opgelegde bijzondere voorwaarden, welke het hof niet aan de voorwaardelijke straf zal verbinden en, gelet op het tijdsverloop, van de duur van de aan de voorwaardelijk opgelegde straf verbonden proeftijd. Deze zal worden gesteld op 1 jaar. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde bijzondere voorwaarden en de proeftijd die aan het voorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf is verbonden en doet in zoverre opnieuw recht.
Verbindt aan het voorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf een proeftijd, die wordt gesteld op 1 jaar.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Den Haag, zitting houdende te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. N. van der Wijngaart en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 april 2023.