Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedures in hoger beroep
3.Eerste aanleg
4.Beoordeling
€ 1.183,-(tarief II, 2 punten x 0,5)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om hoger beroep van tussenvonnissen die zijn gewezen in afzonderlijke procedures tussen BRODOSPLIT-BRODOGRADILISTE SPECIJALNIH OBJEKATA D.O.O. (BSO) en BRODOGRADEVNA INDUSTRIJA SPLIT, DIONICKO DRUSTVO (Brodosplit) tegen NAUTADUTILH N.V. De rechtbank Amsterdam had in eerdere vonnissen de incidentele vorderingen van BSO en Brodosplit afgewezen, waarbij zij onder andere vroegen om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Rotterdam. BSO en Brodosplit zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissingen, maar het Gerechtshof Amsterdam heeft hen niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep. Het hof oordeelt dat de vorderingen van BSO en Brodosplit niet ontvankelijk zijn, omdat de rechtbank geen tussentijds hoger beroep heeft toegestaan en de vorderingen zijn afgewezen op basis van artikel 337 Rv. Het hof bevestigt dat de rechtbank de beginselen van hoor en wederhoor niet heeft geschonden, en dat de door BSO en Brodosplit aangevoerde argumenten niet voldoende zijn om het appelverbod te doorbreken. De kosten van de procedures in hoger beroep worden toegewezen aan NautaDutilh, aangezien BSO en Brodosplit als in het ongelijk gestelde partijen worden aangemerkt.