ECLI:NL:GHAMS:2024:1214

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
23-002451-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep met uitwerking van bewijsmiddelen

Op 2 mei 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 24 augustus 2023 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1991, die thans gedetineerd is. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep, waarbij de verdachte werd veroordeeld. Tijdens de zitting op 18 april 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg was opgelegd. De verdachte en zijn raadsman hebben hun standpunten naar voren gebracht, maar het hof heeft besloten zich te verenigen met het vonnis waarvan beroep. Het hof bevestigt het vonnis, met de toevoeging dat de niet uitgewerkte bewijsmiddelen alsnog zullen worden uitgewerkt en opgenomen in een aanvulling op het arrest, indien er beroep in cassatie wordt ingesteld. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002451-23
datum uitspraak: 2 mei 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 24 augustus 2023 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-134976-23 (zaak A) en 15-121406-23 (zaak B) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1999
(ook geregistreerd als [geboortedag] 1991),
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende ertoe dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de niet uitgewerkte bewijsmiddelen alsnog uitwerkt en opneemt in een aanvulling op dit arrest indien beroep in cassatie wordt ingesteld.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigthet vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van der Wijngaart, mr. M.L.M. van der Voet en mr. M. Vollebregt, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 mei 2024.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.