Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant] ,
[appellant 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“een onverbrekelijk geheel vormen met”de aannemingsovereenkomst.
“erg onaangenaam verrast”zijn door de vijf kolommen, dat de kolommen
“een aantal negatieve gevolgen”met zich brengen, zoals:
“die recht doet aan waar we voor hebben getekend.”
4.Beoordeling
primairom UBA te veroordelen tot betaling van schadevergoeding van € 75.650,00 aan [appellant] c.s. en
subsidiairom de overeenkomst tussen partijen partieel te ontbinden en UBA te veroordelen tot terugbetaling van € 75.000,00 aan [appellant] c.s., vermeerderd met € 650,00 aan onderzoekskosten,
zowel primair als subsidiairtelkens te vermeerderen met rente. Een en ander
zowel primair als subsidiairmet veroordeling van UBA in de proceskosten met nakosten en rente.
“een onverbrekelijk geheel vormen met deze overeenkomst”.Verder blijkt uit de overeenkomst dat UBA gehouden is om
“conform de desbetreffende technische omschrijving en tekening(en)”het penthouse
“(af) te bouwen naar de eis van goed en deugdelijk werk, met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven.”Vast staat dat het penthouse afwijkt van hetgeen partijen zijn overeengekomen. De kolommen waren immers niet ingetekend op de verkooptekening, maar zijn door UBA overeenkomstig de vergunningstekening wel gerealiseerd. Het hof is van oordeel dat UBA is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst.
“UBA en BPD”nagaan
“of ontbinding coulancehalve toch kan worden aangeboden.”Het hof acht aannemelijk dat [appellant] c.s. op dat moment - zoals zij stellen - al allerlei aankopen en bestellingen hadden gedaan voor de afwerking en inrichting van het penthouse die niet zonder meer geretourneerd en/of geannuleerd konden worden. Daarmee is van een reëel door UBA aan [appellant] c.s. geboden alternatief voor het feit dat zij niet tijdig gebruik hebben kunnen maken van hun op juiste informatie gebaseerd wilsrecht als onder 4.8 bedoeld geen sprake. De door UBA aangeboden oplossingen (het kosteloos en naar de wensen van [appellant] c.s. flush afwerken van de kolommen en timmeren van een koof tussen de kolommen voor het aanbrengen van de gordijnen) bieden naar het oordeel van het hof geen reëel alternatief voor de zichtbare en uitstekende kolommen, nu die kolommen zelf bleven staan.
“(…) Kleine wijzigingen in maatvoering, plattegronden, materiaalgebruik alsmede de wijzigingen die nodig zijn om te voldoen aan overheidseisen en voorschriften die tijdens de bouw noodzakelijk of gewenst blijken te zijn, worden uitdrukkelijk voorbehouden”.
“niet meer de uitstraling en beleving”heeft zoals het is verkocht, dat de ‘penthouse beleving’ grotendeels teniet is gedaan, dat het penthouse het
“grote onderscheidende element ten opzichte van de lager gelegen woningen”, te weten:
“een “penthouse look over de skyline van [plaats] ””is verloren en dat [appellant] c.s.
“de door hun beoogde inrichting”van het penthouse niet kunnen realiseren.
“alle bovengenoemde elementen verwerkt waarbij zij aangetekend dat het een totaalplaatje betreft wat de waarde van de woning is geworden als gevolg van de bouwkundige wijziging en het effect daarvan op de woning inclusief de “beleving” zoals deze is verkocht”en heeft niet elk element afzonderlijk een directe parameter in de waardevermindering.
“niet alleen relevant is de plaatsing van de kolommen en wat het effect daarvan is op verminderd uitzicht vanuit verschillende posities vanuit de woning, maar ook de impact van de kolommen naar binnen toe als gevolg waarvan de beleving van een penthouse look over de skyline, grotendeels is verdwenen. Het kenmerkende onderscheid daarbij is dat één lange gevel zonder uitstulpingen naar binnen toe, het aanpalende terras één geheel c.q. onderdeel van de woning zou hebben gegeven en die combinatie met het uitzicht de penthouse look over de skyline zou realiseren c.q. doen beleven. Dat is met de gewijzigde bouw teniet gedaan.”
“niet exact uit te rekenen”is
“met exacte rekenkundige parameters, maar enkel vast te stellen”is
“door een aantal parameters bij elkaar op te tellen die subjectief worden vastgesteld. Het bepalen van een waarde van onroerend goed heeft namelijk ook van doen met ligging van een woning, de hoogte (verdieping), geometrische ligging, hoogte plafonds, grootte van raampartijen, detail afwerking, etc. (…). Veel elementen dus die geen referentie kennen terwijl de uitstraling van een woning van essentieel belang is bij de vraag of een woning meer of minder waard is. Dat is daarmee ook een kwestie van ruime ervaring in het vastgoed en de makelaardij en de bepaling van de vraagprijs van een woning (bij verkoop) en het bod op een woning (bij aankoop).”
“de hogere verkoopwaarde”van het penthouse blijkt, dat het waardeverschil mede is gebaseerd op die verschillende prijs per vierkante meter
“met als achterliggende gedachte dat de karakteristieken voor een penthouse zijn verdwenen”, dat [appellant] c.s.
“(en toekomstige kopers) (…) (aanzienlijk)”moeten
“inleveren op de beoogde indeling en het uitzicht vanuit de woning. Het “key feature/skyline” uitzicht (…) komt sterk verminderd terug in de opgeleverde woning”, dat door het plaatsen van kolommen
“de oppervlakte van de woning die doelmatig kan worden gebruikt (tussen de kolommen zit verloren ruimte) aanzienlijk veranderd”is, dat de ruimtes nu moeten
“worden “opgevuld””en dat ook
“bij de aankleding (gordijnen)”sprake is
“van een onderbreking in plaats van één rechte lijn.”
“Wij beseffen dat een dergelijke bepaling altijd arbitrair is omdat het geen exacte wetenschap betreft, doch indien 100 makelaars hier naar zouden kijken, kom je naar onze inschatting hier gemiddeld op uit met een bandbreedte van maximaal enkele procenten.”
“met kolommen”vastgesteld per datum van het aangaan van de aannemingsovereenkomst (29 mei 2019). Volgens het rapport bedroeg de marktwaarde per 29 mei 2019
“op basis van 50 jaar vooruitbetaalde canon”€ 950.000,00 en
“op basis van jaarlijkse canonbetaling”€ 900.000,00.
“nauwelijks invloed op de zichtlijnen”hebben
“aangezien het uitzicht door de blinde muren/pendanten waar de kolommen tegen aan staan ook al zou worden beperkt”,dat het
“hierbij geconstateerde verschil (…) bij een verkooppresentatie zoals (…) in het onderhavige project voor een koper geen objectief vast te stellen argument”zou
“zijn om van de aankoop af te zien”,dat de
“beleving van het panoramische uitzicht (…) door het plaatsen van de kolommen in geringe mate”is
“gewijzigd omdat het panoramische uitzicht ook zonder de kolommen al onderbroken was door de aanwezige penanten/blinde muren”en dat het
“panoramische uitzicht vanaf het dakterras en het zicht naar het appartement toe vanaf het dakterras (…) niet”zijn
“gewijzigd door de geplaatste kolommen.”
“wel weg te werken dan wel te integreren”en betreft de inrichting
“een persoonlijke afweging”, die “
niet in de waardering van een object betrokken wordt”en is er, uitgaande van de
“NEN 2580 norm”, geen sprake van verlies van
“gebruiksoppervlakte”.
“een andere woning is opgeleverd dan is overeengekomen op basis van de contractstukken”,maar dat er in het rapport van [appellant] c.s. niet wordt
“verklaard waarom de oplevering in de huidige staat tot een waardedaling leidt”, dat de taxateur ook de conclusies onderschrijft dat
“de aangebrachte wijziging zonder overleg met kopers is doorgevoerd en onomkeerbaar is”en dat de
“gebruiksoppervlakte van het appartement fractioneel kleiner is dan verwacht”, maar dat
“een andere oplevering dan thans niet mogelijk”was, dat ook hier
“niet verklaard wordt waarom dit gegeven, wat geen relevantie heeft voor de waarde van het appartement, tot een waardedaling leidt zoals aangegeven”,dat volgens de
“NEN 2580 norm (…) de woonoppervlakte”niet door de kolommen is gewijzigd en dat
“Naar het oordeel van de taxateur (…) de waarde van het appartement niet negatief beïnvloed”wordt
“wanneer bij de verkooppresentatie de kolommen wel ingetekend geweest waren. Het appartement blijft een penthouse en daardoor onderscheidend ten opzichte van andere appartementen (…). Gezien het zeer marginale verschil in zichtlijnen is de beleving en uitstraling met een ‘penthouse look over de skyline van [plaats] ’ gelijk. Bovendien is niet aangegeven dat deze eigenschap (ook) geldt vanuit de woning EN het dakterras. Deze eigenschap is vanaf het dakterras niet gewijzigd.”
“enkele feit dat een object een penthouse is”al zorgt
“voor onderscheidend
“relatief schaars”is en
“dat een penthouse ten aanzien van andere in hetzelfde complex gelegen appartementen, welke verder gelijkwaardig zijn in eigenschappen en kwaliteit,altijdeen hogere marktwaarde”heeft. Ook staat in het rapport het volgende vermeld:
“De indeling van het appartement is niet gewijzigd door de plaatsing van de kolommen. Het kan zijn dat de inrichting welke kopers voor ogen hadden niet (geheel) meer kan worden uitgevoerd. Het inrichten van een woning is een subjectief criterium. Deze (on)mogelijkheid kan derhalve nooit een argument zijn voor een waardevermindering. (…) Ongeacht de staat met of zonder (…) kolommen blijft het getaxeerde een penthouse waarvoor een onderscheidende marktwaarde (en koopsom) kan worden vastgesteld. (…) Het uitzicht en doorkijk is op basis van de overlegde tekeningen zodanig minimaal gewijzigd dat dit geen invloed heeft op de eigenschap “key feature skyline”. (…) De gebruiksmogelijkheden zijn anders dan kopers zich wellicht voorgenomen hadden. Of dit ‘minder’ is, is een subjectieve afweging. De woonoppervlakte van de woning blijft echter gelijk (…). (…) Het appartement wordt door de geplaatste kolommen niet wezenlijk anders wat betreft indeling zoals aangegeven in de documenten en bijbehorende gebruik.(…) De taxateur wordt niet duidelijk hoe collega [Naam 2] in zijn onderbouwing tot een waardevermindering van € 75.000,00 komt. Het geschatte bedrag is samengesteld op basis van een som van elementen (inclusief de beleving) die qua waardevermindering niet wordt uitgesplitst.”
“niet exact uit te rekenen”is
“maar enkel vast te stellen”is
“door een aantal parameters bij elkaar op te tellen die subjectief worden vastgesteld”,dat het
“bepalen van een waarde van onroerend goed (…) ook van doen”heeft met
“elementen dus die geen referentie kennen”,zoals
“ligging van een woning, de hoogte (verdieping), geometrische ligging, hoogte plafonds, grootte van raampartijen, detail afwerking, etc.”,terwijl
“de uitstraling van een woning van essentieel belang is bij de vraag of een woning meer of minder waard is.”
“enkele feit dat een object een penthouse is”al zorgt
“voor onderscheidend vermogen ten opzichte van lagergelegen woningen”in hetzelfde complex en met gelijkwaardige eigenschappen en kwaliteiten en dat het onderhavige penthouse met of zonder kolommen
“een penthouse”blijft
“waarvoor een onderscheidende marktwaarde (en koopsom) kan worden vastgesteld”, maar dit laat, wat hier ook van zij, onverlet dat [appellant] c.s. schade hebben geleden/lijden door de tekortkoming van UBA die zij voldoende hebben onderbouwd.