ECLI:NL:GHAMS:2024:2256

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
23-002650-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens intrekking van bezwaren

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 26 september 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 30 april 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden in het hoger beroep.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep was op 4 januari 2024 begonnen, maar werd geschorst. De verdachte heeft op 7 februari 2024 een akte ingediend waarin hij zijn hoger beroep introk, en op 8 februari 2024 heeft zijn raadsvrouw dit bevestigd via e-mail. Hierdoor was de verdachte geacht zijn bezwaren tegen het vonnis in te trekken. Het hof oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek van de zaak, en verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het ingestelde hoger beroep, zoals bepaald in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De beslissing van het hof was dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 30 april 2024, door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. E.C. van Eijck van Heslinga, was ook aanwezig bij de uitspraak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002650-23
datum uitspraak: 30 april 2024
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 september 2023 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-127563-23 en 13-174626-23 en 13-189780-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 30 april 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is op 4 januari 2024 aangevangen en geschorst. Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 7 februari 2024 en de e-mail van de raadsvrouw van 8 februari 2024 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal de verdachte, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gehoord de advocaat-generaal, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. N. van der Wijngaart en mr. M. Jeltes, in tegenwoordigheid van mr. E.C. van Eijck van Heslinga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 april 2024.
mr. N. van der Wijngaart en mr. M. Jeltes zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.