Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
telefonisch contact gehad met mevrouw[stiefmoeder klaagster]
voor het maken/inplannen van de afspraak. Bij de bespreking op kantoor waren mevrouw[naam kandidaat-notaris]
en ik samen aanwezig.
. Naar aanleiding van die bespreking is op 27 september het eerste concept van het testament aan uw vader toegestuurd.* Op 3 oktober heeft de bespreking van het concept plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze bespreking heb ik op 4 oktober een gewijzigd concept gezonden. Bij dit concept heb ik ook een berekening gemaakt waaruit blijkt hoeveel vermogen na overlijden bij de betreffende verkrijgers terecht zou komen en hoeveel erfbelasting er zou zijn verschuldigd. Er is toen dus uitgerekend hoeveel ongeveer aan u zou toekomen.
en/of mij is getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van uw vader. Verder herinner ik mij uw vader nog en kan ik mij enige twijfel ook niet herinneren.
, aanleiding gegeven om te twijfelen aan uw vaders wilsbekwaamheid. Het eerste gesprek was oriënterend van aard, in de drie daaropvolgende gesprekken was uw vader consistent in zijn wensen. Hij kon zijn wil onafhankelijk en in eigen bewoordingen verklaren. Mocht dat anders zijn geweest dan had ik aanleiding gehad om hem bijvoorbeeld apart te spreken. Nu was daar geen aanleiding voor en heb ik het echtpaar gezamenlijk gesproken.