Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
limitedtelefoonabonnementen aan. Het limited abonnement behelst een ‘bundel’ die bestaat uit een gelimiteerd aantal belminuten, sms-berichten en data (MB’s) per maand. De klant betaalt daarvoor (vooraf) een vast bedrag per maand. Ingeval de klant niet alle eenheden verbruikt, vindt geen terugbetaling plaats. Gaat het gebruik de overeengekomen limieten te boven (gebruik buiten de bundel), dan wordt daarvoor een extra bedrag in rekening gebracht. Indien door de klant wordt gebeld met servicelijnen (0900-nummers), dan worden de belkosten daarvan (hierna: de verkeerskosten) binnen de bundel verrekend en ontvangt hij voor de servicedienst (hierna: de contentdienst) een afzonderlijke rekening van belanghebbende. Als de bundel geheel is verbruikt, dan kan de klant zonder bijbetaling ‘passief’ gebruik blijven maken van het telecomnetwerk van belanghebbende. Per 1 augustus 2016 biedt belanghebbende de abonnementhouders de mogelijkheid aan om deel te nemen aan een donatieprogramma. Een klant kan dan 50 MB, of een meervoud daarvan, uit zijn databundel ‘doneren’ aan bepaalde non-profit organisaties. Het aantal gedoneerde MB’s in de onderhavige tijdvakken varieerde tussen 0,0039% tot 0,016% van het totaal aantal gebruikte MB’s per maand, met het hoogste aantal in een maand waarin abonnees 5 GB data ‘cadeau’ hebben gekregen van belanghebbende. Slechts 0,265% van de klanten (één op de 377) die MB’s konden doneren, hebben dat ook daadwerkelijk gedaan.
primairaan dat zij op grond van de geldende wet- en regelgeving voor de tijdvakken augustus 2016 tot en met 31 december 2019 geen omzetbelasting is verschuldigd voor ontvangen bedragen die zijn gerelateerd aan de niet-verbruikte belminuten, sms-berichten en MB’s. Belanghebbende bepleit dat de in geding zijnde dienst niet kan worden omschreven als ‘
het rechtom gebruik te maken van het telecomnetwerk van belanghebbende’ zoals door de rechtbank is geoordeeld, maar als het actief overbrengen van geluiden en signalen. Op basis van de tekst van de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 (de Btw-richtlijn) en de jurisprudentie van Hof van Justitie van de EU moet worden aangenomen dat alleen sprake is van een relevante btw-prestatie als daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van het abonnement (in ruil voor afschrijving op het tegoed). De rechtbank heeft dit miskend.
meer subsidiairestelling van belanghebbende is gelijk aan haar primaire stelling maar beperkt zich tot het datadeel van de bundel.
nog meer subsidiairestelling van belanghebbende is gelijk aan het subsidiaire beroep, maar beperkt zich tot het datadeel van de bundel.
meest subsidiairestelling van belanghebbende houdt in dat, nu haar over het derde kwartaal van 2013 tot en met het derde kwartaal van 2014 teruggaaf overeenkomstig het door haar verdedigde standpunt is verleend, zij daaraan het vertrouwen mag ontlenen dat die teruggaaf haar ook toekomt in de onderhavige tijdvakken.
Aangaande het rechtstreekse verband tussen de aan de ontvanger verleende dienst en de ontvangen werkelijke tegenwaarde heeft het Hof geoordeeld dat de tegenwaarde voor de prijs die wordt betaald bij ondertekening van een dienstenovereenkomst, bestaatin het rechtdat de klant daaruit krijgt om gebruik te maken van de uitvoering van de uit die overeenkomst voortvloeiende verplichtingen,ongeacht of de klant dit ook effectief doet. (…)’. Dat het in de onderwerpelijke zaak gaat, zo voegt het Hof daaraan toe, om een limited en niet om een unlimited abonnement, leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat er immers om dat ook de limited abonnementhouder recht heeft op ‘de uitvoering van de uit die overeenkomst voortvloeiende verplichtingen’ en dat het vervolgens aan hemzelf is of hij effectief ten volle gebruik maakt van de mogelijkheden en maxima van zijn abonnement of niet.
Bij abonnementen voor mobiel telefoon- en dataverkeer betaalt de abonnee maandelijks een bedrag voor een bepaald aantal (maximum) belminuten/sms-berichten/internetdata. Het gaat hierbij om zogenoemde bundels (…). Indien de abonnee meer belt, sms’t, of internetdata verbruikt dan zijn bundel omvat, moet hij bijbetalen.Bij dergelijke abonnementen bestaat de telecommunicatiedienst van het telecombedrijf in het verlenen van het recht gebruik te maken van de infrastructuur.(…)Bij deze single-purpose abonnementen bestaat geen recht op teruggaaf van de btw over niet gebruikt bel-/sms-/datategoed.Het Hof is van oordeel dat de onderhavige abonnementen voldoen aan de in het citaat genoemde abonnementskenmerken, zodat op grond van het Besluit duidelijk geen recht op teruggaaf van omzetbelasting over niet gebruikte tegoeden bestaat.
Er bestaan ook abonnementen voor mobiel telefoon- en dataverkeer waarmee naast telecommunicatiediensten nog andere prestaties, bijvoorbeeld contentdiensten, kunnen worden afgenomenzonder dat daarvoor door de abonnee hoeft te worden bijbetaald.Het Hof is van oordeel dat van een dergelijke situatie in het onderwerpelijke geval geen sprake is, omdat de onderhavige abonnementhouders voor de content wel moeten bijbetalen; zij kunnen de contentkosten niet binnen de bundel verrekenen, zodat in zoverre ook geen sprake kan zijn van door het Besluit gewekt vertrouwen.
‘In mijn pleitnota heb ik [belanghebbende] aangegeven dat in de situatie van voor 1 augustus 2016, voordat sprake was van MB’s doneren, maar al wel van vrijgestelde verkeersdiensten, de Belastingdienst voldoende aanleiding zag om in 2015 door het multipurpose karakter van de bundels een substantieel bedrag aan btw terug te geven aan eiseres wegens het niet hebben verricht van diensten voor zover sprake was van niet-verbruik door de klant.De juridische relevantie hiervan is voor het onderhavige geschil nul. Ik doe hiermee geen beroep op het vertrouwensbeginsel, maar het is voor de rechtbank wel van belang om te weten dat de Belastingdienst destijds een substantiële teruggaaf heeft verleend’. Door deze verklaring heeft belanghebbende haar beroep op het vertrouwensbeginsel uitdrukkelijk en ondubbelzinnig prijsgegeven. Zij kan deze stelling daarom niet wederom in hogere instantie opvoeren (vgl. HR 14 augustus 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ5125). Deze prijsgave van belanghebbende ligt ook in lijn met de e-mail van belanghebbende aan de inspecteur van 29 maart 2016 (zie bijlage 9.5 bij de pleitnota voor de zitting bij het Hof, toegezonden op 4 december 2023) waarin belanghebbende schrijft:
[belanghebbende] heeft het besluit genomen om ter zake van de btw behandeling van postpaid bundels (noot: het multi purpose karakter) niet in bezwaar te gaan. Het eerder ingediende bezwaarschrift tegen de eigen aangifte over tijdvak Q4 2015 zal op dit punt kunnen worden aangepast. Wij zullen ten aanzien hiervan een schriftelijke bevestiging sturen.(…)’ Ten overvloede overweegt het Hof dat ook indien wel zou zijn toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van deze grief, deze zou zijn verworpen, nu belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat aan de teruggave in genoemde tijdvakken een bewuste standpunt van de inspecteur ten grondslag heeft gelegen.
5.Kosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.