Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure
- het door het hof gewezen tussenarrest van 12 april 2022,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling na aanbrengen, gehouden op 26 september 2022,
- de memorie van grieven van 6 december 2022, met producties 1 t/m 3,
- de memorie van antwoord van 14 februari 2023, met producties 1 t/m 11,
- de akte uitlating producties van 28 maart 2023 van [appellante] ,
- het proces-verbaal van de zitting gehouden op 24 januari 2024.
2.Waar het in deze zaak over gaat
3.De feiten
- Op 17 juni 2020 heeft [geïntimeerde] aan [naam 2] geschreven wanneer
- Op 22 juni 2020 schrijft [naam 2] dat [appellante] vasthoudt – na inwinnen van advies bij Vereniging Eigen Huis – aan de bij aanvang gemaakte betalingsregeling van 50% bij aanvang, 40% midden en 10% aan het einde. [appellante] is bereid tot betaling van een bedrag van € 7.000,00, en het resterende bedrag van € 13.000,00 na afronding van de werkzaamheden.
- Ook op 22 juni 2020 geeft [geïntimeerde] in reactie daarop aan dat [appellante] zich nooit aan die afspraak van 50% en ook niet die van 40% heeft gehouden. Ook geeft [geïntimeerde] aan dat hij denkt dat hij zijn spullen de volgende dag gaat opruimen en schrijft hij “
4.De procedure bij de rechtbank
- primair, voor recht te verklaren dat de overeenkomst tussen partijen geheel is ontbonden en [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 68.581,64,
- subsidiair, [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 68.581,64, te vermeerderen met een bedrag op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, voor de kosten voor het plaatsen van een stalen balk onder het balkon van de bovenburen,
- primair en subsidiair, [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van:
- primair, de aannemingsovereenkomst partieel te ontbinden en [appellante] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 30.217,45,
- subsidiair, [appellante] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.134,95,
- in alle gevallen, [appellante] te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
5.De vordering en het verweer in hoger beroep
- het vonnis van de rechtbank van 24 november 2021 vernietigt;
- opnieuw rechtdoende, haar vorderingen alsnog toewijst en de tegenvorderingen van [geïntimeerde] alsnog afwijst,
- [geïntimeerde] veroordeelt tot terugbetaling van hetgeen ter uitvoering van het bestreden vonnis door haar aan [geïntimeerde] is betaald,
- [geïntimeerde] veroordeelt in de proceskosten in eerste en tweede aanleg.
6.De beoordeling in hoger beroep
- de offerte van 5 juli 2019 die sluit op een aanneemsom van € 128.090,60 (vergelijk hiervoor onder rechtsoverweging 3.3.) en;
- een offerte van 26 april 2020 die sluit op een aanneemsom van € 136.259,95 (vergelijk hiervoor onder rechtsoverweging 3.11).
“er 10k betaald kan worden”heeft [naam 2] op 22 juni 2020 namens [appellante] aan [geïntimeerde] geschreven dat [appellante] bereid is tot betaling van een bedrag van € 7.000,00, en het resterende bedrag van € 13.000,00 na afronding van de werkzaamheden. [geïntimeerde] heeft diezelfde dag, op 22 juni 2020, geantwoord dat hij denkt dat hij de volgende dag gaat opruimen en dat “
Soms […] een lesje geleerd[moet]
worden en begrepen worden wie er daadwerkelijk gelijk heeft”. Daarop heeft [naam 2] namens [appellante] op 24 juni 2020 gemeld dat zij bereid is de door [geïntimeerde] gevraagde € 10.000,00 te betalen. [geïntimeerde] heeft dat geweigerd en meegedeeld dat hij inmiddels heeft opgeruimd.
“Hoi [naam 2] ik heb al opgeruimd. M'n gezondheid laat het niet meer toe word er helemaal gek van. Dus vanaf nu zal ik mijn recht op een ander manier moeten zoeken.”
- [appellante] niet meer gehouden is om de rest van de overeengekomen aanneemsom te betalen;
- [geïntimeerde] de overeengekomen werkzaamheden niet meer hoeft af te maken;
- voor ieder van partijen een verbintenis tot ongedaanmaking ontstaat van de door hen ontvangen prestaties.
- Voorbereiding en sloopwerkzaamheden – volledig uitgevoerd;
- Timmerwerkzaamheden – uitgevoerd, behoudens levering en montage van twee vlakke stompdeuren (€ 450,00);
- Elektrawerkzaamheden – uitgevoerd, behouders montage beslag type Jung as500 en afmonteren elektra na stucwerk (€ 700,00);
- Loodgieterswerkzaamheden en verwarming – volledig uitgevoerd;
- Stucwerkzaamheden – voor de helft uitgevoerd (€ 1.575,00);
- Project badkamer – uitgevoerd, behoudens aanbrengen epoxy voeg (€ 300,00);
- Project toilet – volledig uitgevoerd;
- Project aanbouw – uitgevoerd, behoudens:
- de hypothetische situatie waarin [appellante] zou hebben verkeerd bij een in alle opzichten onberispelijke wederzijdse nakoming van de aannemingsovereenkomst;
- de feitelijke situatie waarin [appellante] na ontbinding van de overeenkomst verkeert (dat wil zeggen na afwikkeling van de ongedaanmakingsverbintenissen).
7.De beslissing
2 april 2024voor het nemen van een akte door beide partijen, waarin zij zich - overeenkomstig rechtsoverweging 6.27. en 6.28. - uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht;