Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer01] , heeft mishandeld door een of meermalen
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer01] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door eenmaal of meermalen voornoemde [slachtoffer01] te beletten de woning te verlaten, door voornoemde [slachtoffer01] vast te pakken bij haar arm, in elk geval het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] en/of voornoemde [slachtoffer01] weg te duwen bij de voordeur;
hij op of omstreeks 9 juli 2019 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, buiten de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig met kenteken [kenteken01] , op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A1 ter hoogte van hectometerpaal 38.0 rechter rijbaan, Hoogland, binnen de gemeente Amersfoort, welke weg als autosnelweg was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 191 kilometer per uur, in elk geval de toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden;
hij op of omstreeks 9 juli 2019 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig met kenteken [kenteken01] , dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
hij op of omstreeks 9 juli 2019 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een motorrijtuig met kenteken [kenteken01] te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
hij op of omstreeks 9 juli 2019 te Amersfoort als bestuurder van een motorrijtuig met kenteken [kenteken01] heeft gereden op de weg, A1 ter hoogte van hectometerpaal 38.0 rechter rijbaan, Hoogland, binnen de gemeente Amersfoort, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
hij op 9 juli 2019 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, opzettelijk een of meer ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen “stelletje kankerhonden” en/of “kaffers” en/of “(vieze) kankerlijer(s)” en/of “je moet sterven” en/of “vieze hond” en/of “hoer” en/of “je kunt de tyfus krijgen” en/of “je kunt kanker in je hart krijgen”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraken
NJ2012/475).
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Amsterdam, [slachtoffer01] , heeft mishandeld door [slachtoffer01] te duwen en te slaan tegen het gezicht van [slachtoffer01] ;
hij op 9 juli 2019 te Amersfoort, buiten de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig met kenteken [kenteken01] , op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A1, welke weg als autosnelweg was aangeduid, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 191 kilometer per uur;
hij op 9 juli 2019 te Amersfoort, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een motorrijtuig met kenteken [kenteken01] te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
hij op 9 juli 2019 te Amersfoort als bestuurder van een motorrijtuig met kenteken [kenteken01] heeft gereden op de weg A1, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
hij op 9 juli 2019 te Amersfoort opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen “stelletje kankerhonden” en “kaffers” en “(vieze) kankerlijer(s)” en “je moet sterven” en “vieze hond” en/of “hoer”.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) dagen.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
16 (zestien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
14 (veertien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis.