Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
/ € 581,-(hof: 2019)
/ € 659,-(hof: 2019)
10 Warmte levering tbv gemeenschappelijke ruimtes
11 Levering van elektriciteit tbv gemeenschappelijke ruimtes
12 Levering water tbv gemeenschappelijke ruimtes
# Servicekosten
20 Intercom installatie
21 Automatische toegangshekken
22 Beveiligingsinstallatie
23 Brandmeldinstallatie
24 Brandblusmiddelen / Noodverlichting
25 Lockerservice
26 Bliksemafleidingsinstallatie
27 Glasbewassing
28 Gevelonderhoud
29 Gevelinstallatie
30 Tuin-&Terrein
31 Onderhoud E-installaties
32 Onderhoud W-installaties
33 Ontstoppen leidingen
34 Dakonderhoud
35 Pomponderhoud
36 Liftonderhoud
37 Service onderhoud toegangsdeuren
38 Glasverzekering
39 Onderhoud tussenmeters
40 Bemetering en uitlezing
41 Signaallevering en datainstallatie
42 Klein onderhoud en materialen
43 Onderhoud PV-panelen
44 Facilitair Manager / Klusjesman
44 Huismeester
45 Schoonmaak en vuilafvoer
46 Inrichting algemene ruimtes
47 Ongediertebestrijding
48 Gebouwbeheer en surveillance
49 Camerabeveiliging
community. Het lidmaatschap van de community geeft [geïntimeerden] de mogelijkheid gebruik te maken van gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen. In de gemeenschappelijke ruimten is een personeelslid van Change= aanwezig dat toezicht houdt; het betreft de community manager, later genaamd de inwonende huismeester, die het reilen en zeilen in het complex aanstuurt. Het lidmaatschap geeft [geïntimeerden] verder het recht gebruik te maken van internet in de algemene ruimtes. Voor de huurders van 2017 is dit gratis. Ook geeft het lidmaatschap het recht om gebruik te maken van de diensten van de woonconsulentes. Tot slot is er beveiliging en worden er kennissessies georganiseerd; deelname daaraan is vrijblijvend.
4.De beoordeling
eerste griefte richten tegen de veroordeling van Change= in het dictum van het vonnis onder III tot terugbetaling van alle bedragen die [geïntimeerden] hebben betaald of nog zullen voldoen voor de levering van de diensten op grond van de dienstenovereenkomst. Voor zover Change= al hiertoe verplicht zou zijn, meent zij dat de vordering van [geïntimeerden] op Change= inmiddels door Change= via verrekening is voldaan. Change= heeft namelijk naar aanleiding van het bestreden vonnis haar bedrijfsvoering aangepast, in die zin dat zij de kosten voor de aanvullende diensten - met terugwerkende kracht vanaf de aanvang van de dienstenovereenkomst tot op het moment van de memorie van grieven - via de verhuurder doorbelast via de servicekosten aan de huurders. Dit heeft vanaf de aanvang van de huurovereenkomst van ieder van de huurders (en dus de corresponderende dienstenovereenkomst) tot het einde van iedere overeenkomst met een huurder een vordering opgeleverd van de verhuurder op de betreffende huurder ter hoogte van hetzelfde bedrag als waarvoor de aanvullende diensten uit hoofde van de dienstenovereenkomst waren geleverd. De verhuurder heeft deze vorderingen op de huurders aan Change= gecedeerd, waarna Change= deze vorderingen op de verschillende huurders heeft verrekend met de vorderingen van die huurders op Change= op basis van het bestreden vonnis. Over en weer is daarom ter zake niets meer verschuldigd, aldus Change=.
partieel te vernietigenen [geïntimeerden] niet ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen althans die vorderingen af te wijzen
voor zover die vorderingen strekken tot enige (terug)betaling, duidt echter op het tegendeel. Mr. Meijerink heeft blijkens de memorie van antwoord uit de memorie van grieven ook niet begrepen dat de nietigheid zelf daarin nog werd bestreden en heeft dit op de zitting in hoger beroep nogmaals benadrukt. In het laatste deel van de eerste grief, waarin het volgens mr. Giezen meest subsidiaire standpunt van Change= staat verwoord, heeft Change= onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 7:264 BW zich erop beroepen dat zij met de betaling voor de leveringen van de aanvullende diensten geen onredelijk voordeel heeft verkregen. Het beding is daarom niet nietig, zo heeft mr. Giezen ter zitting aanvullend naar voren gebracht. De diensten zijn, zo vervolgt de eerste grief, daadwerkelijk en tegen een marktconforme of zelfs zeer concurrerende vergoeding geleverd en van de diensten is ook daadwerkelijk gebruik gemaakt. Hoogstens voor het gedeelte van de vergoedingen dat als onredelijk is aan te merken kan een terugbetalingsverplichting bestaan, aldus ten slotte Change=. Voor zover hierin een aanvechting van de uitgesproken nietigheid dient te worden gelezen, oordeelt het hof dat ook dit verweer reeds niet opgaat vanwege hetgeen in het kader van deze grief onder 4.4 is overwogen. Change= heeft in dit verband slechts aangevoerd dat de diensten zijn geleverd en dat zij geen winstoogmerk heeft. Daarmee heeft zij haar verweer onvoldoende concreet gesubstantieerd. Daarbij komt dat [geïntimeerden] onweersproken heeft aangevoerd dat met het onderbrengen van bijkomende diensten in de dienstenovereenkomst de huurders de mogelijkheid wordt ontnomen om de hoogte van de bijkomende kosten te laten toetsen door de huurcommissie op de voet van artikel 7:260 lid 1 BW. Dit moet naar het oordeel van het hof worden aangemerkt als een onredelijk voordeel zoals bedoeld in artikel 7:264 BW. Voor zover Change= subsidiair is opgekomen tegen de nietigheid van de dienstenovereenkomst, volgt het hof haar daarin dus niet.
tweede en derde griefheeft Change= zich gekeerd tegen de overwegingen van de kantonrechter dat bepaalde aanvullende diensten niet als (extra) servicekosten mogen worden doorbelast aan de huurders. Zo valt internet in het gehuurde naar het oordeel van de kantonrechter al onder de servicekosten en is het laminaat op de vloer van de woning niet roerend en daarom al verdisconteerd in de kale huurprijs. Deze grieven zullen niet nader worden behandeld, omdat de enkele betwisting van deze overwegingen van de kantonrechter, wat ook van die betwistingen zij, gezien het hierboven door het hof onder 4.4 overwogene binnen de reikwijdte van dit hoger beroep niet kunnen leiden tot een andere beslissing (dictum).