Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde] ,
GEMEENTE AMSTERDAM,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
eerste griefbetoogt [appellant] dat deze opsomming van feiten op onderdelen onjuist en onvolledig is. Deze grief wordt door het hof behandeld bij de formulering van de feiten en kan niet leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis. Overigens is de rechter niet gehouden om alle gestelde feiten in zijn uitspraak op te nemen; hij neemt slechts die feiten op die naar zijn oordeel tot uitgangspunt kunnen worden genomen, en noodzakelijk en relevant zijn voor zijn beslissing en de motivering daarvan.
9. de koopster [de gemeente, hof] vestigt hierbij:
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
feitelijketoegang (de dam) lag en ligt echter niet op die plek. De [straat 2] is vanaf de locatie van de verlengde groene arcering dus feitelijk niet bereikbaar. Dat roept vragen op: waarom is op de kaart een arcering opgenomen waarmee een toegang zal zijn bedoeld, terwijl op die plek geen feitelijke toegang tot de [straat 2] bestaat, waarom is die feitelijke (maar niet rechtstreekse) toegang er op een ander plek wel en waarom is die niet in de akte aangeduid?