Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
- Zij kunnen tot en met 31 december 2020 gebruik maken van de VVR 2015 volgens de (afbouw)regels uit de VVR 2015. Dit moet voor 1 december 2020 kenbaar gemaakt worden. Indien de vergoeding van de VVR 2020 voor betrokken werknemer tot een hoger bedrag leidt, zal de VVR 2020 worden toegepast.
- Indien de boventallige werknemer niet voor 1 december 2020 kenbaar maakt dat hij gebruik wil maken van de VVR 2015, dan gaat hij mee in het sociaal plan 2020 en kan hij geen gebruik meer kan maken van de VVR 2015.
- Deze werknemers stromen per 1 december 2020 in in fase 2 waarbij voor betreffende werknemers de volgende bemiddelingstermijn geldt:o de in fase 2 genoemde bemiddelingstermijn wordt verminderd met 1 maand voor ieder jaar dat werknemer in het Transitiecentrum heeft gezeten (algebraïsch afgerond). Indien werknemer gedurende de periode in het Transitiecentrum werkzaamheden heeft verricht, wordt de bemiddelingstermijn verhoogd met dien verstande dat dit nooit tot een langere bemiddelingstermijn kan leiden dan genoemd in fase 2. Deze verhoging vindt als volgt plaats:▪ 6 tot 18 maanden werken: +1 maand▪ 18 tot 30 maanden werken: +2 maanden▪ 30 tot 42 maanden werken: + 3 maanden▪ 42 maanden of meer werken: +4 maanden
4.Eerste aanleg
(I) een billijke vergoeding van € 400.000,--
5.Beoordeling
grieven 1 tot en met 8bestrijdt [appellant] het oordeel van de kantonrechter dat het Sociaal Plan Grond 2020 van toepassing was op zijn boventalligheid en dat KLM [appellant] derhalve terecht zou hebben geplaatst in de nieuwe functie op niveau MSG-3 met een toeslag. [appellant] betwist dat het Sociaal Plan Grond 2020 op hem van toepassing is. Allereerst heeft hij gekozen voor een opt-out regeling, te weten de vrijwillige vertrekregeling (VVR). Dat betekent dat hij dus niet meegaat in het Sociaal Plan Grond 2020. Bovendien is het Sociaal Plan Grond 2020 pas gaan gelden voor niet-vakbondsleden (zoals [appellant] ) vanaf de datum waarop het Sociaal Plan Grond 2020 algemeen verbindend is verklaard (2 februari 2021). De algemeen verbindend verklaring van een cao heeft geen terugwerkende kracht. Volgens [appellant] is daarom Bijlage 15 van de cao op hem van toepassing (en niet het Sociaal Plan Grond 2020). Ook betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte zijn beroep op Bijlage 22 van de CAO heeft afgewezen.
grieven 9 en 10betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte alleen zijn verzoek om een immateriële schadevergoeding heeft beoordeeld, terwijl zijn tegenverzoek daartoe niet beperkt was. Zijn gronden voor schadevergoeding zien niet alleen op het ernstig verwijtbaar en in strijd met goed werkgeverschap handelen door KLM, maar ook op het niet nakomen van de cao, onrechtmatige daad, schending van het vertrouwensbeginsel en wanprestatie. Met
grief 11bestrijdt [appellant] tot slot de afwijzing door de kantonrechter van zijn verzoek om immateriële schadevergoeding.