Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling
- de ondertekenaar van het taxatierapport bij de aangifte, [persoon C] , is in geen enkel bestaand register ingeschreven;
- uit de foto’s bij het taxatierapport blijkt duidelijk dat niet [persoon C] , maar de heer [persoon G] , eigenaar van [bedrijf B] , de auto heeft opgenomen;
- in het rapport is vermeld dat de auto is opgenomen tussen 10:15 uur en 10:50 uur, terwijl uit de foto’s een tijdstip van 16:45 uur blijkt;
- de auto was ten tijde van de opname in elk geval reeds gespoten, zoals blijkt uit een van de door belanghebbende in hoger beroep overgelegde facturen, terwijl ook uit de foto’s geen lakschade blijkt, en toch worden spuitkosten gecalculeerd;
- bij keuring van de auto op 1 juli 2021 heeft de RDW geen schade geconstateerd, en
- op de foto’s is te zien dat de expertise in Almere heeft plaatsgevonden bij [bedrijf E] , dat essentiële gebreken aan de auto heeft verholpen.
5.Kosten
- 2 punten voor de hogerberoepsfase, voor het indienen van het beroepschrift en het bijwonen van de zitting, tegen een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor van 0,5;
- 2 punten voor de beroepsfase, voor het indienen van het beroepschrift en het bijwonen van de zitting, tegen een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor van 0,5, en
- 2 punten voor de bezwaarfase, voor het indienen van het bezwaarschrift en het bijwonen van de hoorzitting, tegen een waarde per punt van € 647 en een wegingsfactor van 0,5.
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een bedrag van € 8.257;
- draagt de inspecteur op aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht van € 184 dat belanghebbende voor de behandeling van het beroep heeft betaald en het griffierecht van € 274 dat belanghebbende voor de behandeling van het hoger beroep heeft betaald, en
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding voor het Hof, voor het geding voor de rechtbank en in verband met de behandeling van het bezwaar, vastgesteld op € 2.461 in totaal.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.