ECLI:NL:GHAMS:2025:1416

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
24/1930 tm 1933
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van het verlaagde btw-tarief op compressiekousen met drukklasse CCL2

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van het verlaagde btw-tarief op compressiekousen met drukklasse CCL2, geleverd door [X] B.V. De rechtbank had eerder de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard en de inspecteur van de Belastingdienst veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade. Belanghebbende stelde dat de compressiekousen onder het verlaagde btw-tarief vallen volgens artikel 9, tweede lid, sub a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Hof oordeelde dat de compressiekousen niet als verbandmiddelen kunnen worden aangemerkt, omdat zij niet voldoen aan de definitie van verbandmiddelen zoals vastgelegd in de wet en het Besluit van de staatssecretaris. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de compressiekousen niet primair zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden, maar ook voor sportieve prestaties. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerken 24/1930 tot en met 24/1933
15 april 2025
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V., gevestigd te [Z], belanghebbende,
(gemachtigde: drs. J.W. den Ouden)
tegen de uitspraak van 1 februari 2024 in de zaak met kenmerken HAA 22/4035 tot en met HAA 22/4038 van de rechtbank Noord-Holland (de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
In de bestreden uitspraak heeft de rechtbank als volgt beslist op het beroep van belanghebbende tegen een teruggaafbeschikking en drie naheffingsaanslagen omzetbelasting, alsmede op haar verzoek tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn:
“De rechtbank:
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 750;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 250;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 109,38;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 109,38;
- draagt verweerder op de helft van het betaalde griffierecht van € 365 aan eiseres te vergoeden, zijnde € 182,50; en
- draagt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) op de helft van het betaalde griffierecht van € 365 aan eiseres te vergoeden, zijnde € 182,50.”
1.2.
Na het instellen van hoger beroep door belanghebbende, hebben partijen de volgende stukken ingediend:
  • een motivering van het hoger beroep door belanghebbende;
  • een verweerschrift door de inspecteur;
  • een nader stuk door belanghebbende;
  • een nader stuk door de inspecteur;
  • een pleitnota door belanghebbende;
  • een reactie op de pleitnota door de inspecteur.
1.3.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 maart 2025. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende wordt in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“1. In het uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel worden de activiteiten van eiseres, voor zover hier van belang, omschreven als: “groothandel in verpleeg- en orthopedische artikelen in het bijzonder steunkousen.”
2. Eiseres verkoopt onder meer compressiekousen met een degressieve compressie en drukklasse van CCL1 (18-21mm HG) en CCL2 (23-32 mm HG). Op de website van eiseres wordt een onderverdeling gemaakt in sokken voor sporten, dagelijks gebruik, reizen en medisch gebruik.
3. Compressiekousen kunnen worden ingedeeld in drukklassen. De Europese standaard is onderverdeeld in vier drukklassen, waaronder:
- Drukklasse CCL1 (18-21 mm HG).
- Drukklasse CCL2 (23-32 mm HG).
4. De compressiekousen die door eiseres worden verkocht beschikken over de volgende product- en systeemcertificaten:
- ISO 9001 / ISO 13485
- Salzman Medical Stocking Tester
- CE Keurmerk
- Kwaliteitszegel textiel
5. Verweerder heeft bij eiseres op 8 november 2017 een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting en vennootschapsbelasting over de jaren 2014 en 2015. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport, gedagtekend 19 maart 2018. In dit rapport staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

4.1 Tariefstoepassing
Belanghebbende verkoopt steunkousen tegen het algemene en het verlaagde omzetbelastingtarief.
Voor de toepassing van het verlaagde tarief doet belastingplichtige een beroep op tabel I a.8.
Elastische kousen met een drukwaarde van ten minste 25 mm kwik (klasse 2 of hoger van de lijst van Bernink) vallen onder het verlaagde tarief.
Ik heb geconstateerd dat deze drukwaarde op de verpakking staat aangegeven.
Ik heb de drukwaarde niet gecontroleerd.”
6. Bij brief van 22 oktober 2020 heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat de toepassing van het verlaagde btw-tarief op de door eiseres geleverde compressiekousen niet langer wordt toegestaan.
7. Naar aanleiding van dit door verweerder ingenomen standpunt heeft eiseres met ingang van het eerste kwartaal 2021 naar het algemene btw-tarief aangifte gedaan ter zake van de door haar geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2.
8. Voor wat betreft het eerste kwartaal 2021 heeft eiseres middels de door haar ingediende aangifte verzocht om een teruggaaf van € 9.729. Verweerder heeft deze teruggaaf bij beschikking verleend.
9. Voor wat betreft het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2021 heeft eiseres de volgens haar aangiftes te betalen bedragen aan omzetbelasting van respectievelijk, € 44.722, € 93.975 en € 186.859 niet voldaan. Verweerder heeft vervolgens overeenkomstig de aangiftes de onderhavige naheffingsaanslagen opgelegd.
10. Omdat eiseres van mening is dat de door haar geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen, heeft zij bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking met betrekking tot het eerste kwartaal 2021 en tegen de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen over het tweede tot en met het vierde kwartaal 2021.
11. Verweerder heeft met dagtekening 16 december 2021 zijn voorgenomen uitspraak op bezwaar met betrekking tot de bezwaren van eiseres over het eerste tot en met het derde kwartaal 2021 aan eiseres kenbaar gemaakt.
12. Op 3 maart 2022 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden.
13. Op 15 maart 2022 heeft verweerder een verslag van het hoorgesprek naar eiseres verstuurd. Op 28 maart 2022 heeft eiseres haar reactie op dit verslag teruggestuurd naar verweerder.
14. Met dagtekening 2 mei 2022 heeft verweerder een toelichting op zijn voorgenomen uitspraken op bezwaar naar eiseres verstuurd. Vervolgens heeft verweerder met dagtekening 20 mei 2022 (eerste kwartaal 2021) respectievelijk 24 juni 2022 (tweede tot en met vierde kwartaal 2021) de uitspraken op bezwaar gedaan.”
2.2.
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt daaraan de volgende feiten toe.
2.3.
Belanghebbende maakt op haar website een onderverdeling in door haar aangeboden compressiekousen voor dagelijks gebruik, skiën, hardlopen, wandelen, overige sporten, reizen en medisch gebruik. Bij iedere categorie staat vermeld:
“[X-sokken] bieden de ondersteuning en het zelfvertrouwen om te presteren zoals jij wil. De degressieve compressietechnologie helpt jouw grenzen te verleggen, of het nu gaat om een snellere tijd, een langere hardloopsessie, of een comfortabele en productieve dag.”
2.4.
De onderwerpelijke kousen worden geleverd in drie standaardmaten (1, 2 en 3).

3.Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is, evenals in eerste aanleg, in geschil of ter zake van de door belanghebbende geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 het verlaagde btw-tarief van toepassing is in de zin van artikel 9, tweede lid, sub a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) juncto Tabel I post a.8 behorende bij de Wet OB (Tabel I post a.8).

4.Overwegingen van de rechtbank

De rechtbank heeft ten aanzien van het geschil als volgt overwogen:
“18. In afwijking van het beginsel dat het algemene btw-tarief wordt toegepast op goederenleveringen en diensten, voorziet artikel 98 van de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Btw-richtlijn) in de mogelijkheid om verlaagde btw-tarieven toe te passen. Bijlage III bij deze richtlijn bevat een exhaustieve lijst van categorieën goederenleveringen en diensten waarvoor dat geldt. De Nederlandse wetgever heeft in artikel 9, tweede lid, onderdeel b in samenhang met Tabel I van de Wet OB gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
19. Volgens categorie 3 van Bijlage III bij de Btw-richtlijn mag het verlaagde btw-tarief worden toegepast op farmaceutische producten van een soort die gewoonlijk gebruikt wordt voor de gezondheidszorg, het voorkomen van ziekten of voor medische en veterinaire behandelingen, met inbegrip van voorbehoedsmiddelen en producten bestemd voor de hygiënische bescherming van de vrouw.
20. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de bij artikel 98 van de Btw-richtlijn geboden mogelijkheid een verlaagd btw-tarief toe te passen, mag de lidstaat nauwkeuriger bepalen welke van de in de categorieën van Bijlage III bij de Btw-richtlijn genoemde goederenleveringen en diensten zij aan een verlaagd btw-tarief onderwerpt en dus ervoor kiezen om het verlaagde btw-tarief selectief toe te passen op bepaalde specifieke goederenleveringen of diensten die zijn vermeld in Bijlage III bij deze richtlijn (vgl. Hoge Raad, 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1124, punt 4.3.1. en de aldaar aangehaalde jurisprudentie van het HvJ EU).
21. Volgens Tabel I post a.8 is het verlaagde btw-tarief van toepassing op verbandmiddelen zoals watten, windsels, gaas, hechtmiddelen, pleisters, tampons, spalken en daarmee gelijk te stellen artikelen die kennelijk zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden, alsmede gevulde verbanddozen, damesverband, kraammatrassen en incontinentiematerialen.
22. In het Besluit is hierover, voor zover hier van belang, ter toelichting het volgende opgenomen:
“Post a 8
(…)

2.Verbandmiddelen

De opsomming van verbandmiddelen is niet limitatief. Onder de post vallen niet alleen de met name genoemde verbandmiddelen maar ook middelen die:
1.wat betreft gebruik aan de genoemde verbandmiddelen zijn gelijk te stellen
en
2.zijn ontwikkeld en worden aangeboden voor geneeskundige doeleinden.
Voor een ‘open’ omschrijving van het begrip verbandmiddelen is gekozen om ook de nieuwste artikelen op het gebied van de verbandmiddelen onder de post te doen vallen.
Het begrip verbandmiddel omvat naar spraakgebruik alleen producten die ertoe dienen een beschadigd (in het bijzonder: gewond) of ziek lichaamsdeel te bedekken.
(…)
Geen verbandmiddelen zijn:
– gebruiksartikelen zoals kleding, schoeisel en verbandsokken die ook een therapeutische werking bezitten;
(…)

4.Windsels

Windsels worden gemaakt uit diverse stoffen en gebruikt voor verschillende doeleinden. Het gaat bijvoorbeeld om elastische windsels, hydrofiele windsels, gipswindsels en dergelijke goederen.
Voorbeelden van goederen die onder de post vallen:
− (…)
− elastische kousen met een drukwaarde van tenminste 25 mm kwik (indeling in klasse 2 of hoger van de zogenoemde lijst van Bernink);
(…)
Producten die naar uiterlijk en gebruiksmogelijkheden als een kant-en-klaar kledingstuk moeten worden aangemerkt, vallen niet onder de post.
(…)

10. Met verbandmiddelen gelijk te stellen artikelen die kennelijk zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden

Alleen producten die qua functie op één lijn zijn te stellen met verbandmiddelen kunnen onder de post worden gerangschikt.
(…)
Voorbeelden van goederen die niet onder de post vallen:
– (…)
– gebruiksartikelen met een bepaalde therapeutische en/of (veronderstelde) heilzame werking zoals speciale (reuma)hemden, steunkousen, ‘medische’ schapenvachten e.d.;”
23. De bewijslast dat het verlaagde btw-tarief van toepassing is, rust op eiseres.
24. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat de compressiekousen zijn aan te merken als verbandmiddelen, meer in het bijzonder als windsels en overweegt daartoe als volgt. Wat onder het begrip verbandmiddelen moet worden verstaan, moet worden beoordeeld naar het normale spraakgebruik. Naar het normale spraakgebruik kunnen de compressiekousen in ieder geval niet worden beschouwd als watten, gaas, hechtmiddelen, pleisters, tampons of spalken. In Van Dale groot woordenboek der Nederlandse Taal wordt een verbandmiddel gedefinieerd als: “een middel om wonden te verbinden" en een windsel als: “band die om iets gewonden is of wordt, zwachtel”. Naar het normale spraakgebruik kunnen de CCL2-kousen dan ook niet worden beschouwd als verbandmiddel. De compressiekousen kunnen daarom op zichzelf niet worden gerangschikt onder een van de producten vermeld in Tabel I post a.8.
25. In het Besluit heeft de Staatssecretaris een aantal begrippen uit Tabel I a.8 nader ingevuld. Bij windsels staat daarin onder meer dat daaronder ook vallen “− elastische kousen met een drukwaarde van tenminste 25 mm kwik (indeling in klasse 2 of hoger van de zogenoemde lijst van Bernink)”. Voor zover dit als een verruiming dan wel impliciete goedkeuring door de Staassecretaris zou kunnen worden aangemerkt, volgt daaruit niet dat ook de CCL2-kousen daaronder vallen. Niet in geschil is immers dat de CCL2-kousen niet staan vermeld in die lijst van Bernink. Overigens bevat het Besluit in dit kader ook weer een beperking namelijk dat geen sprake mag zijn van producten die naar uiterlijk en gebruiksmogelijkheden als een kant-en-klaar kledingstuk moeten worden aangemerkt. Gezien de wijze waarop eiseres de CCL2-kousen aanbiedt op haar website, is sprake van dergelijke kant-en-klare kledingstukken. De verwijzing door eiseres naar onder andere het arrest van het HvJ EU Regards Photografique staat daar niet aan in de weg, nu de wettekst, waaruit volgt dat de CCL2-kousen niet onder het verlaagde tarief vallen, met de aanduiding “bestemd voor geneeskundige doeleinden” een voldoende objectief, duidelijk en nauwkeurig criterium bevat.
26. Bij de parlementaire behandeling (MvT, Kamerstukken II 1987/88, 20 506, p. 10) heeft de Staatssecretaris opgemerkt:
“Daar een definitie van het begrip ‘verbandmiddel’ niet voorhanden is, is er voor gekozen de term ‘verbandmiddel’ aan te duiden door enkele artikelen te noemen die onder deze term kunnen worden begrepen. Genoemd zijn watten, windsels, gaas, hechtmiddelen, pleisters, tampons en spalken.
(…)
Op het terrein van de verbandmiddelen doen zich voortdurend nieuwe ontwikkelingen voor. Hierom is er afgezien in post 8 een limitatieve opsomming van de als verbandmiddel te beschouwen artikelen op te nemen”.
Nu de wetgever geen aanleiding heeft gezien een wijziging in de tekst van Tabel I post a.8 aan te brengen, kan ervan worden uitgegaan dat ook de wetgever een niet limitatieve werking van deze Tabelpost heeft beoogd. Daarbij moet echter worden opgemerkt dat Tabel I post a.8 zelf reeds een beperking bevat, te weten dat het moet gaan om artikelen die kennelijk zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden.
Met wat eiseres heeft aangevoerd heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat daarvan sprake is.
Hierbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat op de website van eiseres een onderverdeling wordt gemaakt in de categorieën: skiën, hardlopen, wandelen, dagelijks, overige sporten, reizen en medisch, waarbij bij elke categorie staat vermeld:
“ [X-sokken] bieden jou de ondersteuning en het zelfvertrouwen om te presteren zoals jij wil. De degressieve compressietechnologie helpt jou je grenzen te verleggen, of het nu gaat om een snellere tijd, een langere hardloopsessie, of een comfortabele en productieve dag”.
Dat duidt erop dat de compressiekousen moeten worden gekwalificeerd als middelen ter verbetering van prestaties, in het bijzonder sportprestaties aangezien vier van de zeven categorieën daarop betrekking hebben, en op comfort. De door de deskundige van eiseres gegeven uitleg over de werking van de compressiedruk, de maatvoering/maatbepaling en de wijze waarop de kousen worden gemaakt, is onvoldoende om te concluderen dat de kousen primair en in hoofdzaak zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden.
Aan de door de deskundige van eiseres ter zitting afgelegde verklaring dat in het ziekenhuis dezelfde soort compressiekousen (afkomstig van een concurrent van eiseres) worden geleverd aan patiënten, gaat de rechtbank voorbij, reeds omdat eiseres hier verder geen bewijs voor heeft geleverd.
27. Nu de rechtbank tot de conclusie komt dat eiseres niet is geslaagd in de op haar rustende bewijslast om aannemelijk te maken dat de door haar geleverde CCL2-kousen voldoen aan de voorwaarden om te kunnen worden aangemerkt als een verbandmiddel, komt de rechtbank niet toe aan de beantwoording van de vragen of de door eiseres geleverde compressiekousen met drukklasse CCL2 naar uiterlijk en gebruiksmogelijkheden als kant-en-klare kledingstukken moeten worden aangemerkt en, in het geval van een bevestigende beantwoording van die vraag, of een dergelijke voorwaarde überhaupt wel mag worden gesteld.
Fiscale neutraliteit en gelijkheidsbeginsel
28. Eiseres heeft gesteld dat concurrenten van haar die eveneens compressiekousen met drukklasse CCL2 verkopen, van verweerder wel het verlaagde btw-tarief mogen toepassen op die verkopen. Voor zover eiseres in dit verband een beroep doet op het neutraliteits- en/of het nationale gelijkheidsbeginsel, is zij niet geslaagd in de op haar rustende bewijslast. Het enkel noemen van de naam van een concurrent ([concurrent]) is daarvoor onvoldoende. Daarmee heeft eiseres, gelet op de weerspreking door verweerder, niet aannemelijk gemaakt dat er concurrenten zijn die gelijksoortige compressiekousen als die van eiseres leveren en die op die leveringen met instemming van verweerder het verlaagde btw-tarief hebben toegepast.
Slotsom
29. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.”

5.Beoordeling van het geschil

Standpunten van partijen
5.1.
Belanghebbende voert in hoger beroep primair aan dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de onderhavige compressiekousen (de kousen) geen verbandmiddelen zijn. Dit oordeel is in strijd met de expliciete beleidsmatige toelichting van de Staatssecretaris. De producteigenschappen, in het bijzonder de therapeutische werking, maken dat de kousen niet gelijk kunnen worden gesteld met kant-en-klare kledingstukken. De rechtbank heeft verder ten onrechte geoordeeld dat de kousen geen therapeutische werking hebben. Diverse wetenschappelijke studies, medische richtlijnen en officiële verklaringen maken melding van de medische werking: herstel en preventie. Subsidiair betoogt zij dat de inspecteur het neutraliteits-/ gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. De kousen voorzien in dezelfde medische behoeften als producten die door de inspecteur wél onder het verlaagde tarief worden gebracht. Daardoor is sprake van concurrentievervalsing, aldus belanghebbende.
5.2.
De inspecteur schaart zich achter het oordeel van de rechtbank. Het Hof oordeelt als volgt.
Verlaagde tarief verbandmiddelen
5.3.
De rechtbank is in r.o. 21 en 22 van haar uitspraak uitgegaan van het juiste wettelijke kader. Het Hof zal daar ook vanuit gaan. In hoger beroep is tussen partijen niet (langer) in geschil dat vermelding van de kousen op de zogenoemde lijst van Bernink, geen voorwaarde is voor toepassing van het verlaagde tarief volgens de tabelpost. Het Hof zal partijen daarin volgen.
5.4.
Ten aanzien van de primaire grief is het Hof van oordeel dat de rechtbank in r.o. 23 tot en met 26 op goede gronden tot een juist oordeel is gekomen. In aanvulling daarop overweegt het Hof als volgt. De stelling van belanghebbende dat haar product gelet op de tekst van de tabelpost onder het verlaagde tarief valt, faalt. De rechtbank heeft in r.o. 24 van haar uitspraak terecht geoordeeld dat de onderwerpelijke kousen volgens het spraakgebruik niet zijn aan te merken als verbandmiddelen of windsels (opgerolde langwerpige verbanden). Evenmin heeft belanghebbende aannemelijk gemaakt dat de kousen kennelijk bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden. Dit oordeel vindt ook steun in de wijze waarop belanghebbende de kousen aanbiedt op haar website (zie r.o. 2.3), namelijk voor het verleggen van sportieve grenzen, het realiseren van snellere tijden, langere hardloopsessies of een comfortabele en productieve dag.
5.5.
Bij die stand van het geding doet belanghebbende een beroep op het Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 22 december 2017, nr. 2017-16288, Staatscourant 2017 (Omzetbelasting. Toelichting Tabel I, hierna: het Besluit). In het Besluit worden compressiekousen met drukklasse CCL 2 onder voorwaarden als ‘windsels’ aangemerkt. De vraag die partijen verdeeld houdt is of de onderwerpelijke kousen voldoen aan de in het Besluit gestelde voorwaarden, die zijn neergelegd in paragraaf, 2, 4 en 8 (post a 8). Het Hof beantwoordt die vraag, met de rechtbank, ontkennend. Ter toelichting van dit oordeel dient het volgende.
5.6.
Niet in geschil is dat kousen kledingstukken zijn. De onderhavige kousen zijn verkrijgbaar in drie standaard confectiematen (zie 2.4) en kunnen direct, zonder dat daarvoor enige aanmeting of aanpassing nodig is, worden aangetrokken en gebruikt. Op grond van deze gebruiksmogelijkheden kwalificeren de kousen als kant-en-klare kledingstukken die volgens het Besluit (paragraaf 4) niet onder de reikwijdte van de tabelpost vallen. De stelling dat de producteigenschappen, in het bijzonder de therapeutische werking, maken dat de kousen niet gelijk kunnen worden gesteld met kant-en-klare kledingstukken, vindt geen steun in de tekst van het Besluit. Integendeel: in paragraaf 2 van het Besluit wordt vermeld dat verbandsokken die ook een therapeutische werking bezitten, geen verbandmiddelen zijn. En in paragraaf 10 van het Besluit is bepaald dat gebruiksartikelen met een bepaalde therapeutische en/of (veronderstelde) heilzame werking, zoals steunkousen, niet onder de post vallen, omdat dit geen met verbandmiddelen gelijk te stellen artikelen zijn. Ten overvloede overweegt het Hof nog dat belanghebbende de therapeutische werking van de kousen niet aannemelijk heeft gemaakt. Zelfs als veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat het dragen van de kousen bijdraagt aan een betere doorbloeding waardoor vermoeidheid tijdens het leveren van een sportieve prestatie en het optreden van spierpijn nadien wordt verminderd, is de therapeutische werking daarmee nog niet bewezen, omdat spierpijn en vermoeidheid een natuurlijke reactie vormen op een sportieve inspanning en als zodanig niet kwalificeren als een medische aandoening. De stelling van belanghebbende dat het dragen van de kousen blessures voorkomt is, wat daar verder ook van zij en mede in het licht van de weerspreking daarvan door de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt.
Schending fiscale neutraliteit/ gelijkheidsbeginsel
5.7.
Ook de subsidiaire grief van belanghebbende faalt. Het beginsel van fiscale neutraliteit wordt geschonden als twee verrichtingen, die vanuit het oogpunt van de consument gelijk of soortgelijk zijn, voor heffing van omzetbelasting verschillend worden behandeld. Met verbandmiddelen gelijk te stellen kousen die kennelijk bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden, althans de in het Besluit bedoelde compressiekousen, acht het Hof vanuit het oogpunt van de consument niet (soort)gelijk aan andere kousen. Daar komt bij dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat kousen die kennelijk bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden, althans kousen waarvoor het verlaagde tarief op grond van het Besluit wel mag worden toegepast, qua uiterlijk en eigenschappen vergelijkbaar zijn met de onderwerpelijke kousen.
5.8.
Ook de stelling dat compressiekousen met drukklasse CCL2 vrij verkrijgbaar zijn via diverse webshops zonder medische indicatie, waardoor concurrentievervalsing ontstaat, faalt. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een gunstiger behandeling van andere, vergelijkbare gevallen.
Slotsom
5.9.
De slotsom is dat het hoger beroep van belanghebbende niet slaagt.

6.Kosten

Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

7.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. C.J. Hummel, voorzitter, B.A. van Brummelen en W.J. Blokland, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. A.H. van Dapperen, als griffier. De beslissing is op 15 april 2025 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Toelichting rechtsmiddelverwijzing
Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen. Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Digitaal procederen
Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.
Per post procederen
Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op: