ECLI:NL:GHAMS:2025:1460

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
24/3469 tot en met 24/3472
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verwijzing na Hoge Raad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van boetebeschikkingen na verwijzing door de Hoge Raad inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting

Op 7 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaken met kenmerken 24/3469 tot en met 24/3472, na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft de vernietiging van boetebeschikkingen die waren opgelegd aan belanghebbende in verband met navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 tot en met 2026. De inspecteur van de Belastingdienst had boetes opgelegd, maar tijdens de zitting heeft de inspecteur aangegeven dat deze boeten vernietigd moesten worden. Het Hof heeft deze vernietiging bevestigd en de inspecteur veroordeeld tot betaling van proceskosten aan belanghebbende ter hoogte van € 453,50. De uitspraak volgt op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 december 2021, en is het resultaat van een cassatieprocedure bij de Hoge Raad, die op 4 oktober 2024 heeft plaatsgevonden. De mondelinge uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en belanghebbende was niet vertegenwoordigd tijdens de zitting. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerken 24/3469 tot en met 24/3472
7 mei 2025
vijfde meervoudige belastingkamer

proces-verbaal

van de mondelinge uitspraak op de hogere beroepen van

[X] , belanghebbende

tegen de uitspraak van 24 december 2021 in de zaken met kenmerken SGR 20/6686, SGR 20/6687, SGR 20/6689 en SGR 20/6690 van de rechtbank Rechtbank Den Haag na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 4 oktober 2024, nr. 23/00009,
in het geding tussen
belanghebbende
en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur

inzake de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 tot en met 2026 en de voor het jaar 2017 aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de bij de voor die belastingaanslagen over de jaren 2015, 2016 en 2017 gegeven boetebeschikkingen
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2025, daarbij zijn verschenen namens de inspecteur mrs. [naam 1] en [naam 2] . De gemachtigde van belanghebbende is met kennisgeving aan het Hof niet verschenen.

Beslissing

Het Hof:
⁻ vernietigt de boetebeschikkingen;
⁻ vernietigt de boeten;
⁻ veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende na verwijzing tot een bedrag van € 453,50.

Gronden

1. Na cassatie door de Hoge Raad staat uitsluitend ter beoordeling aan het Hof of de boeten zoals die na vermindering door het Gerechtshof Den Haag bij uitspraak van 8 november 2022 (kenmerken BK-22/00072 tot en met 22/00075) terecht zijn opgelegd.
2. Ter zitting van het Hof heeft de inspecteur te kennen gegeven dat de boeten moeten worden vernietigd.
3. Het Hof heeft dienovereenkomstig beslist.
4. Belanghebbende heeft recht op proceskostenvergoeding voor de procedure na verwijzing tot een bedrag van 0,5 (conclusie na verwijzing) x 1 (gewicht van de zaak) x € 907 = € 453,50.
De mondelinge uitspraak is gedaan op 7 mei 2025 door mrs. F.J.P.M. Haas, voorzitter, M.J. Leijdekker en B.A. van Brummelen, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. H.M. Nijland als griffier. Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt, ondertekend door de voorzitter en de griffier. De beslissing is op de datum van de mondelinge uitspraak in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Toelichting rechtsmiddelverwijzing
Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen. Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Digitaal procederen
Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op www.hogeraad.nl.
Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.
Per post procederen
Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op: