ECLI:NL:GHAMS:2025:1502
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de opheffing van bewind over goederen van betrokkene
In deze zaak gaat het om de vraag of de kantonrechter de goederen van de betrokkene terecht onder bewind heeft gesteld. De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, heeft op 4 juni 2024 de goederen van de betrokkene onder bewind gesteld, waarbij Stichting Schuldvrij is benoemd tot bewindvoerder. De betrokkene is het hier niet mee eens en heeft op 6 augustus 2024 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft op 10 juni 2025 de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en het bewind opgeheven met ingang van 24 juni 2025. Het hof oordeelt dat de gronden voor het bewind ten tijde van de instelling aanwezig waren, maar dat de noodzaak voor het bewind inmiddels niet meer bestaat. De betrokkene heeft zijn financiën weer op orde gekregen met hulp van een schuldhulpmaatje en is in staat om zelf de regie over zijn financiën te voeren. De beslissing van het hof houdt in dat de bewindvoerder binnen twee maanden na de uitspraak de eindrekening en -verantwoording moet afleggen aan de betrokkene en aan het Bewindsbureau van de rechtbank moet overleggen. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.