Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur, en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt [de inspecteur] tot het vergoeden van de door [belanghebbende] geleden immateriële schade tot een bedrag van € 1.346;
- veroordeelt [de inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 418.50;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het vergoeden van de door [belanghebbende] geleden immateriële schade tot een bedrag van € 1.154;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 418.50;
- draagt [de inspecteur] op de helft, oftewel € 90.50, van het betaalde griffierecht aan [belanghebbende] te vergoeden;
- draagt de Staat der Nederlanden [op] de helft, oftewel € 90,50, van het betaalde griffierecht aan [belanghebbende] te vergoeden.”
- een aanvulling/herhaling van de gronden van het hoger beroep;
- een verweerschrift;
- een pleitnota zijdens belanghebbende (dagtekening 2 januari 2025);
- een nader stuk (“reactie op pleitnota”) van de inspecteur (op 16 januari 2025);
- een nader stuk (“conclusie van repliek”) zijdens belanghebbende op 20 januari 2025);
- een nader stuk (“Opvraag artikel 8:42 Awb gegevens”) zijdens belanghebbende, en
- pleitaantekeningen zijdens belanghebbende (op 20 januari 2025).
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
5.Kosten
ex aequo et bono, tot dertig percent, zijnde (afgerond) € 272.
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch niet voor zover het betreft de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade, de vergoeding van griffierecht en de veroordeling van de Staat in de kosten van belanghebbende;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 6.789 en de belastingrente dienovereenkomstig;
- beslist dat, indien het op grond van de uitspraak van de rechtbank aan belanghebbende te vergoeden griffierecht van € 178 dat is betaald voor de behandeling van het beroep niet tijdig is uitbetaald, de wettelijke rente daarover is gaan lopen vier weken na de datum waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht dat belanghebbende voor de behandeling van het hoger beroep heeft betaald van € 274 en beslist dat, indien dat bedrag niet tijdig wordt uitbetaald, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding voor de rechtbank tot een bedrag van € 488,50, en in de kosten van belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar tot een bedrag van € 647, en
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding voor het Hof, vastgesteld op € 272.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.