Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt [de inspecteur] tot vergoeding van immateriële schade van [belanghebbende] tot een bedrag van € 909;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van immateriële schade van [belanghebbende] tot een bedrag van € 1.019;
- veroordeelt [de inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 209,25, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening, en
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 209,25, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening.”
- een verweerschrift;
- een opnieuw als hogerberoepschrift aangeduid stuk zijdens belanghebbende (dagtekening 6 januari 2025);
- een nader stuk (“Opvraag artikel 8:42 Awb gegevens”) zijdens belanghebbende, en
- pleitaantekeningen zijdens belanghebbende (op 20 januari 2025).
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
5.Kosten
ex aequo et bono, tot dertig percent, in dit geval (afgerond) € 272.
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch niet voor zover het betreft de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade en de ten laste van de Staat komende kosten;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 7.970 en vermindert het bedrag van de beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het bij de rechtbank betaalde griffierecht ter zake van de behandeling van de zaak voor de rechtbank van € 360;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht dat belanghebbende voor de behandeling van het hoger beroep heeft betaald van € 548;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding voor de rechtbank tot een bedrag van € 697,75, en in de kosten van belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar, vastgesteld op € 647;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding voor het Hof, vastgesteld op € 272, en
- beslist dat, indien de hiervoor vermelde bedragen aan griffierecht niet tijdig worden vergoed, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.