Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
14 mei 2025, 15 mei 2025, 19 mei 2025 en 23 juni 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
2.Tenlastelegging
Vonnis waartegen beroep
4.Vrijspraak feit 2 (zaaksdossier C11)
5.Bewijsoverwegingen
16 juli 2018 zijn aangehouden. In hoger beroep zijn de zaken van 13 verdachten behandeld. In wisselende samenstellingen worden de verdachten ervan verdacht op verschillende data betrokken te zijn geweest bij de invoer van verdovende middelen, dan wel de voorbereiding daarvan. Elk incident is afzonderlijk behandeld in een zaaksdossier, genummerd C1 tot en met C16. In dit arrest zal deze nummering worden gevolgd.
Landeck). Daarbij geldt dat de officier van justitie niet als een ‘onafhankelijk bestuursorgaan’ wordt aangemerkt (vgl. HvJ EU 2 februari 2021, ECLI:EU:C:2021:152, in de zaak
Prokuratuur). In het licht van deze rechtspraak moet het er – voor de toepassing van de algemene bevoegdheden van opsporingsambtenaren – voor worden gehouden dat van een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer al geen sprake meer is als op voorhand is te voorzien dat door het onderzoek aan een smartphone (of andere elektronische gegevensdrager of geautomatiseerd werk) inzicht wordt verkregen in verkeers- en locatiegegevens, maar ook in andersoortige gegevens (zoals foto’s, de browsergeschiedenis, de inhoud van via die smartphone uitgewisselde communicatie, en gevoelige gegevens). Als politie en justitie in zo’n geval onderzoek willen verrichten aan in beslag genomen elektronische gegevensdragers en geautomatiseerde werken, is voor dat onderzoek – behalve in spoedeisende gevallen – een voorafgaande toetsing door de rechter-commissaris vereist (vgl. HR 18 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:409).
10 maart 2018 tot en met 24 maart 2018 tezamen en in vereniging met anderen heeft schuldig gemaakt aan het voorbereiden of bevorderen van het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen (als bedoeld in artikel 1 lid 4 Opiumwet) van een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne.
Feiten
Beoordeling
lijst 1-middelen) voor te bereiden of te bevorderen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het de bedoeling is met de zelfstandige strafbaarstelling van die gedragingen mogelijk te maken dat in een vroeg stadium van de organisatie van die (internationale) handel in (hard)drugs kan worden ingegrepen vanwege het gevaarzettingskarakter daarvan.
enigmisdrijf.
€ 625,00. Er is geen direct bewijs dat deze aangetroffen bedragen uit een bepaald misdrijf afkomstig zijn. Er zijn evenwel voldoende feiten en omstandigheden om een vermoeden van witwassen te rechtvaardigen. Er is sprake van zogenaamde witwastypologieën: het gaat om een aanzienlijk contant geldbedrag in biljetten van 100, 200 en 500 euro, dat is aangetroffen in de woning waar hij verbleef gedurende een tegen hem gericht drugsonderzoek. Daarnaast geldt dat uit de processtukken blijkt dat uit de met betrekking tot de verdachte opgevraagde gegevens bij de Belastingdienst kan worden aangetoond dat de verdachte in de periode van 2015 tot en met 2018 niet bekend was in de systemen van de Belastingdienst. Hieruit volgt dat het aangetroffen bedrag niet uit legale inkomsten of uit vermogen afkomstig kan zijn. Er zijn ook geen bankrekeningen van de verdachte bekend waaruit de contante bedragen verklaard zouden kunnen worden. Dit alles levert een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen op.
6.Bewezenverklaring
7.Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
8.Strafbaarheid van de verdachte
9.Oplegging van straffen
10.Beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
19 (negentien) maanden.
artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
mr. R. Bleumers en mr. C.H. Sillen, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 juli 2025.
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den] om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
- 27.412 gram, althans en hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- een onbekende hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, althans een onbekende hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
- één of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),