Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
De moeder is het daar niet mee eens en wil dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij haar hebben en elke twee weken een weekend bij de vader zijn. Als het hof het daar niet mee eens is, wil de moeder dat de kinderen de ene week bij haar en de andere week bij de vader zijn. De vader en ook de raad zijn het wel eens met de bestreden beschikking.
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
- in de week waarin er geen weekendregeling is, verblijven de kinderen bij de moeder van woensdag uit school tot 17.15 uur;
- in de oneven jaren verblijven de kinderen bij de moeder: de voorjaarsvakantie, de tweede week van de meivakantie, de laatste drie weken van de zomervakantie en de tweede week van de kerstvakantie;
- de kinderen verblijven bij de vader: de eerste week van de meivakantie, de eerste drie weken van de zomervakantie. de herfstvakantie en de eerste week van de kerstvakantie
- de vakantieregeling wordt in de even jaren andersom toegepast;
- de kinderen verblijven op Moederdag en de verjaardag van de moeder bij de moeder en zijn op Vaderdag en de verjaardag van de vader bij de vader.
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
d. de wijze waarop informatie door derden overeenkomstig artikel 1:377c, eerste en tweede lid, BW wordt verschaft.