ECLI:NL:GHAMS:2025:1810
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag en omgangsregeling van minderjarige na echtscheiding met huiselijk geweld
In deze zaak gaat het om het gezag over de minderjarige [minderjarige] en de omgangsregeling tussen de man en de vrouw na hun echtscheiding. De rechtbank Amsterdam had eerder bepaald dat de vrouw alleen met het gezag over [minderjarige] wordt belast, en het verzoek van de man om een omgangsregeling werd afgewezen. De man ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Tijdens de procedure werd duidelijk dat de man en de vrouw een tumultueuze relatie hadden gekend, gekenmerkt door huiselijk geweld en bedreigingen. De vrouw heeft verklaard dat zij en de minderjarige op een geheim adres verblijven vanwege de dreiging van de man. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de bestreden beschikking te bekrachtigen, gezien de risico's voor de veiligheid van de vrouw en de minderjarige. Het hof heeft de argumenten van de man, die stelde dat de rechtbank ten onrechte het gezamenlijk gezag had beëindigd, verworpen. Het hof oordeelde dat er voldoende aanwijzingen zijn van mishandeling en bedreiging door de man, waardoor het niet in het belang van de minderjarige zou zijn om het gezag gezamenlijk uit te oefenen. De verzoeken van de man tot omgang werden eveneens afgewezen, omdat er geen gedragsverandering bij de man was vastgesteld en de situatie onveilig bleef voor de vrouw en de minderjarige. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en compenseerde de proceskosten.