ECLI:NL:GHAMS:2025:1813
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Schorsingsverzoek en hoger beroep tegen echtscheiding met betrekking tot de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap
In deze zaak gaat het om een schorsingsverzoek en hoger beroep tegen een echtscheidingsbeschikking. De rechtbank Noord-Holland heeft op 1 april 2025 de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken en beslissingen genomen over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap. De man is het niet eens met deze beslissingen en heeft hoger beroep ingesteld. Hij verzoekt het hof om de werking van de beslissing over de verdeling van de woningen te schorsen, zolang het hoger beroep loopt. Het hof heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de echtscheiding, omdat hij in eerste aanleg zelf om de echtscheiding heeft verzocht. Het schorsingsverzoek is deels toegewezen, omdat de man en zijn dochters in de woning aan de [A-straat] wonen en er een mondelinge behandeling van de hoofdzaak op korte termijn zal plaatsvinden. Het hof weegt de belangen van beide partijen en komt tot de conclusie dat het belang van de man om de woningen voorlopig niet te hoeven verdelen zwaarder weegt dan het belang van de vrouw. De schorsing heeft voorlopig werking tot de beslissing van het hof op het aangehouden deel van het schorsingsverzoek.