Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
aangeefster [aangeefster]:
mededeling van verbalisanten (of één van hen):
Gerechtshof Amsterdam
Op 17 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 februari 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, geboren in 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met toevoeging van bewijsmiddelen en wettelijke voorschriften, waaronder artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De zaak is behandeld op de zittingen van 18 juni en 17 juli 2025, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw van de verdachte. De raadsvrouw voerde aan dat het gebruik van een stroomstootwapen bij de aanhouding van de verdachte tot een lagere straf zou moeten leiden, maar het hof oordeelde dat dit verweer niet aan de eisen voldeed en geen aanleiding gaf tot strafverlaging. Tevens constateerde het hof dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar verbond hieraan geen gevolgen. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn.