Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.De man erkent dat partijen twee keer een woning hebben gekocht zonder dat de studieschuld in de berekening is meegenomen. Volgens hem hebben partijen destijds samen afgesproken om de studieschuld bij berekeningen van de hypothecaire lening niet te vermelden. De man betwist verder dat de vrouw onevenredig zwaar belast zou worden als gevolg van haar draagplicht voor de aflossing van de schuld.
de administratieve en juridische procedures die verband houden met het voltooien van de procedures voor het afzien van de reservering voor de aankoop van [het} bovenvermelde woonappartement”. Reeds hieruit kan worden afgeleid dat de vrouw met de enkele verklaring van de moeder de rechten uit hoofde van het reserveringscontract nog niet heeft verkregen. Bij deze stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat de man er niet in is geslaagd om te bewijzen dat per peildatum ontbinding huwelijksgemeenschap de eigendom van het appartement in [plaats C] , dan wel de rechten uit het reserveringscontract, tot de huwelijksgemeenschap behoorden. De door de man overgelegde whatsappberichten kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Dit wordt ook niet anders als vast zou staan dat de aanbetalingen voor de bouw van de woning met geld van partijen zou zijn voldaan (hetgeen de man heeft gesteld, maar de vrouw heeft betwist). Toen de betalingen werden gedaan, stond het reserveringscontract op naam van de moeder van de vrouw, zodat dit hooguit tot een terugbetalingsverplichting van de moeder van de vrouw aan partijen zou kunnen leiden. Dit alles betekent dat grief vijf van de man niet slaagt, en dat het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de woning in [plaats C] bekrachtigd dient te worden.