Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
(hierna gezamenlijk: de kinderen) naar [plaats A] mag verhuizen, zij hen daar mag inschrijven op een school en in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP), en bij welke ouder de kinderen hun hoofdverblijfplaats hebben. Ook gaat de zaak over de zorgregeling voor de kinderen.
13 december 2024 (hierna: de bestreden beschikking), voor zover hier van belang, de verzoeken van de moeder tot het verlenen van vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar [plaats A] en om hen daar op een school in te schrijven afgewezen. Daarnaast heeft de rechtbank de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader bepaald. Verder is een zorg- en vakantieregeling voor de kinderen vastgesteld. De moeder is het niet eens met de beslissing van de rechtbank en wil dat haar inleidende verzoeken tot het verlenen van vervangende toestemming voor verhuizing en schoolinschrijving alsnog worden toegewezen. Daarnaast wil de moeder dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats en inschrijving in de BRP bij haar hebben. Ook wil zij een wijziging van de zorgregeling. De vader is het evenmin eens met de zorgregeling zoals de rechtbank deze heeft bepaald.
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
naar(cursivering hof) school bij de moeder, maar daardoor is de zorg niet gelijk verdeeld tussen de ouders op de dagen dat er geen school is, bijvoorbeeld vanwege een studiedag, omdat de kinderen dan al ’s morgens naar de vader gaan. Uit de overwegingen van de rechtbank blijkt echter dat een gelijke verdeling wel het uitgangspunt van de rechtbank was. Daarnaast had de verdeling van de zorg tussen de ouders in de even en oneven weken omgedraaid moeten worden. De ouders hebben de zorgregeling ook altijd feitelijk uitgevoerd op die manier. Het is dan ook van belang dat deze fouten van de rechtbank hersteld worden, zodat de kinderen bij de moeder zijn in de even weken van woensdag uit school tot maandag naar school en in de oneven weken van woensdag uit school tot vrijdag uit school. De moeder voert voor het overige geen bezwaren (meer) aan tegen de regeling van de rechtbank. Zij wil dat de strijd tussen de ouders stopt en daarvoor is het van belang dat zij zich neerleggen bij een gelijke verdeling van de zorg voor de kinderen. Daarbij staat de moeder ervoor open om te overleggen over een wisseling van de dagen indien dat de vader logistiek beter past. Wel heeft de moeder er moeite mee dat de vader haar in haar zorg voor de kinderen beperkt. Zo belemmert de vader de moeder om aanwezig te zijn bij ziekenhuisafspraken of schoolactiviteiten die vallen in zijn zorgtijd. Daarnaast geeft hij haar geen toestemming om met de kinderen naar een tandarts in [plaats A] te gaan en houdt hij haar niet op de hoogte van het medicijngebruik van de kinderen.
9.30 uur worden gebracht en de ochtend erna om 09.30 of naar school worden teruggebracht. Als Sinterklaas op een schooldag valt geldt dat de kinderen uit school worden opgehaald en de ochtend erna om 09.30 uur of naar school worden teruggebracht.
21.30 uur. De rest van de kerstvakantie wordt jaarlijks in onderling overleg bij helfte verdeeld, met niet te veel wisselingen voor de kinderen;
6.De beslissing
mr. W.F. Groos, in tegenwoordigheid van mr. B.F. Beijderwellen als griffier en is op
26 augustus 2025 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.