ECLI:NL:GHAMS:2025:2255

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
23-002577-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis rechtbank met betrekking tot witwassen en verbeurdverklaring van een Google Pixel telefoon

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1995, was aangeklaagd voor het medeplegen van witwassen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van één beslagbeslissing, en voegde een aanvullende motivering toe. Het hof oordeelde dat de staandehouding en aanhouding van de verdachte rechtmatig waren, evenals de daaropvolgende fouillering. Tijdens de aanhouding werd een Google Pixel telefoon aangetroffen, waarvan het hof oordeelde dat deze niet onttrokken aan het verkeer moest worden, omdat het bezit ervan niet in strijd was met de wet of het algemeen belang. De telefoon werd verbeurdverklaard, omdat deze was gebruikt bij het bewezenverklaarde feit. Het hof verwierp de stelling van de verdediging dat er sprake was van een vormverzuim, en concludeerde dat de bewijsmiddelen, waaronder de gegevens op de telefoon, niet uitgesloten hoefden te worden. Het hof baseerde zijn oordeel op de waarnemingen van de verbalisanten en de omstandigheden rondom de aanhouding en fouillering. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De zaak is behandeld in het openbaar, en de verdachte was aanwezig tijdens de zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002577-24
datum uitspraak: 26 augustus 2025
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 oktober 2024 in de strafzaak onder parketnummer 13-216121-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 augustus 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit om die reden bevestigen behalve ten aanzien van één van de beslagbeslissingen - in zoverre zal het vonnis worden vernietigd - en met dien verstande dat het hof de door de verdediging in hoger beroep (nieuw) gevoerde verweren bespreekt.

Bewijsoverwegingen

De raadsvrouw van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de staandehouding van de verdachte en zijn daaropvolgende aanhouding en fouillering onrechtmatig zijn geweest. Tijdens de fouillering is een Google Pixel telefoon bij de verdachte aangetroffen. In die Google Pixel telefoon zijn vervolgens foto’s, video’s en chatgesprekken aangetroffen die door de politie als bewijs zijn gebruikt. Er was op het moment van de staandehouding echter geen enkele grondslag om de verdachte als een verdachte van een strafbaar feit aan te merken. De daaruit voortvloeiende onrechtmatige fouillering van de verdachte leidt volgens de verdediging tot een onherstelbaar vormverzuim. Door dit vormverzuim zijn de rechten op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte en een eerlijk proces onvoldoende gewaarborgd. Dit moet er volgens de verdediging toe leiden dat alles wat is gevonden op de Google Pixel telefoon moet worden uitgesloten van het bewijs.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
Op 1 juli 2024 volgen verbalisanten een Volvo V60 voorzien van het kenteken [kenteken] , nadat zij een ANPR melding ontvangen over dat voertuig. Het voertuig stond opgeslagen in het ANPR-referentiebestand na toestemming van een Officier Justitie in verband met ondermijnende criminaliteit. De persoon op wiens naam de voornoemde Volvo stond is in januari 2024 aangehouden omdat hij de bestuurder was van een bestelbus waarin zich productiemiddelen voor MDMA bevonden.
De verbalisanten zien 4 personen in het voertuig zitten. Na de auto een tijdje gevolgd te hebben, zien de verbalisanten de auto stoppen in de [adres 2] achter een Fiat 500. De bijrijder van de Volvo (hierna: de medeverdachte) stapt uit de auto en maakt een filmpje van zijn omgeving. Vervolgens loopt de medeverdachte naar de Fiat 500 en maakt hij contact met de bestuurder van die auto door het open raam aan de bijrijderszijde. De bestuurder van de Fiat 500 blijkt later de verdachte te zijn. Na dit contact loopt de medeverdachte weer terug naar de Volvo en stapt hij die auto weer in. De Volvo rijdt vervolgens achter de door de verdachte bestuurde Fiat 500 aan. De auto’s parkeren uiteindelijk naast elkaar.
De verbalisanten zien even later dat de verdachte en de medeverdachte zijn uitgestapt en dat zij naast elkaar en weg van de voertuigen over straat lopen. De verbalisanten zien dat de medeverdachte een plastic Albert Heijn tas bij zich heeft, waarvan de verbalisanten aan de contouren konden zien dat daar iets in zit.
De verbalisanten houden de verdachte en de medeverdachte staande en vragen beide mannen om legitimatie. De verbalisanten merken daarbij op dat de mannen geschrokken en overrompeld lijken te zijn door deze vraag. De medeverdachte zegt tegen de verbalisanten dat hij zijn identiteitsbewijs nog in de auto heeft liggen. De verbalisanten lopen met de verdachte en de medeverdachte mee naar de auto en tijdens die wandeling ziet één van de verbalisanten door een scheurtje in de tas dat er briefgeld in de tas zit. Als de medeverdachte de Albert Heijn tas vervolgens op de grond zet, hebben de verbalisanten beter zicht op de inhoud van de tas. Eén van de verbalisanten ziet meerdere vijftig eurobiljetten in de tas zitten.
Gelet op de contouren van de tas en de waargenomen vijftig eurobiljetten vermoedt de verbalisant dat de hele tas gevuld moet zijn met bundels eurobiljetten. De verbalisant neemt de tas vervolgens in beslag en opent de tas. De verbalisant ziet dat er in de tas meerdere gesealde bundels met eurobiljetten liggen. De verbalisanten houden de verdachte en de medeverdachte aan voor witwassen. Na het tellen van het geld blijkt er een geldbedrag € 152.170,00 in de tas te hebben gezeten. Bij de fouillering van de verdachte zijn vervolgens een Google Pixel telefoon en een contant geldbedrag van € 2.050,05 aangetroffen.
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte geen inzittende was van de Volvo waarvoor de politie een ANPR melding ontving. Dat is op zichzelf correct, maar dit neemt niet weg dat de verdachte contact heeft gehad met de bijrijder van die Volvo. Dit blijkt onder andere uit de waarneming van de verbalisanten dat de medeverdachte contact maakt met de verdachte door het open raam aan de bijrijderszijde van zijn auto. Na dit contact rijdt de Volvo achter de Fiat 500 van de verdachte aan. Daarna worden de medeverdachte en de verdachte wederom samen gezien, dit keer op straat. Daarbij zien de verbalisanten dat de medeverdachte een tas bij zich heeft waar iets in lijkt te zitten. Gelet op de ANPR melding, de hiervoor beschreven contacten en de waarneming van de tas van de medeverdachte was de politie bevoegd om de verdachte en zijn medeverdachte staande te houden en waren zij op grond van artikel 8 Politiewet 2012 bevoegd om ter uitvoering van de politietaak een identiteitsbewijs van de verdachte en de medeverdachte te vorderen.
De daarop volgende aanhouding van de verdachte en de medeverdachte was naar het oordeel van het hof ook rechtmatig. De verbalisanten zien immers – na inbeslagneming van de tas – meerdere gesealde bundels met eurobiljetten in een plastic tas, hetgeen niet gebruikelijk is in het normale betalingsverkeer. Daarnaast merken de verbalisanten op dat de verdachte en zijn medeverdachte nerveus overkomen als wordt gevraagd of zij zich kunnen legitimeren. Dit alles leidt naar het oordeel van het hof tot een redelijk vermoeden dat de verdachte zich aan witwassen schuldig heeft gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat de op de aanhouding volgende fouillering waarbij de Google Pixel telefoon is aangetroffen eveneens rechtmatig was.
Het hof concludeert op grond van het voorgaande dan ook dat geen sprake was van een vormverzuim. Hetgeen is gevonden op de Google Pixel telefoon hoeft niet te worden uitgesloten van het bewijs.
Het hof sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank in paragraaf 4.3.2. Het hof is net als de rechtbank van oordeel dat de verdachte de gebruiker is geweest van de Google Pixel telefoon die bij hem is aangetroffen na zijn aanhouding. In aanvulling daarop overweegt het hof nog het volgende.
Tijdens de doorzoeking van de woning waar de verdachte verbleef aan de [adres 3] roken verbalisanten een zeer sterke geur en zagen zij op de vloer resten van een doorzichtige, onbekende vloeistof liggen. In de vuilnisbak in de keuken is door verbalisanten verpakkingsmateriaal aangetroffen dat zij herkenden als verpakkingsmateriaal waar blokken cocaïne mee verpakt worden. De verbalisanten zagen twee van zulke verpakkingen die de grootte en vorm hadden van een blok cocaïne in de vuilnisbak liggen. De verbalisanten merken op dat de verpakkingen een sterke, misselijkmakende vislucht verspreidden. Op de Google Pixel telefoon die bij de verdachte is aangetroffen tijdens zijn aanhouding is een geluidsfragment aangetroffen waarin een mannenstem scheldend zijn beklag doet over de enorme visstank die ‘de blokken’ verspreiden. De combinatie van het aantreffen van de stinkende verpakkingen met vislucht in de woning waar de verdachte verbleef en het geluidsfragment op de Google Pixel telefoon sterken het hof in de overtuiging dat de verdachte de gebruiker was van de Google Pixel telefoon.

Beslag

De rechtbank heeft geoordeeld dat de zwarte Google Pixel telefoon met beslagnummer PL1300-2024154335-G6521350 die bij de verdachte is aangetroffen tijdens zijn aanhouding moet worden onttrokken aan het verkeer.
Het hof is – anders dan de rechtbank – van oordeel dat een onttrekking aan het verkeer voor voornoemde telefoon niet juist is, omdat dit op zichzelf geen voorwerp van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Het hof zal het voornoemde telefoon verbeurdverklaren, omdat het bewezenverklaarde is voorbereid en begaan met behulp van dit voorwerp.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing om 1 STK Telefoontoestel (PL1300-2024154335-G6521350, zwart, merk: Google Pixel) te onttrekken aan het verkeer. Het hof zal de verbeurdverklaring van voornoemd telefoontoestel gelasten en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. D.A.C. Koster en mr. M.T.C. de Vries, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 augustus 2025.
Mr. D.A.C. Koster is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002577-24
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 26 augustus 2025.
Tegenwoordig zijn:
mr. B.A.A. Postma, raadsheer,
A. Ibrahimi, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. C. de Jong, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [verdachte] uitroepen.
De verdachte is
wel / nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman/raadsvrouw is
wel / nietaanwezig.
(zo ja:) naam raadsman/raadsvrouw en plaats:
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De raadsheer geeft de verdachte kennis, dat daartegen binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld.
(indien de VTE is verschenen)
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.