ECLI:NL:GHAMS:2025:2376

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
23-001778-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gedateerd 6 juni 2023. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit tijdens de zitting. Tijdens de zitting op 26 september 2023 heeft de verdachte wel aangegeven het niet eens te zijn met de uitspraak van de politierechter, maar heeft hij geen verdere toelichting gegeven over de gronden van het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor verder onderzoek in de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de oudste en jongste raadsheer niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001778-23
datum uitspraak: 27 augustus 2025
TEGENSPRAAK (na aanhouding niet verschenen)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 6 juni 2023 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-040972-23 en 13-046053-23, alsmede 23-002584-20 (TUL) en 23-003198-21 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 augustus 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijk verklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. De verdachte heeft enkel ter terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2023 te kennen gegeven het niet eens te zijn met de uitspraak van de politierechter, maar heeft toen niet willen zeggen waar het hoger beroep over gaat. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. Stalenhoef, mr. R.D. van Heffen en mr. M.J. Dubelaar, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 augustus 2025.
De oudste en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.