ECLI:NL:GHAMS:2025:2529
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag van bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder in familiezaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van de dochter als bewindvoerder van haar moeder, de betrokkene, die lijdt aan een neurocognitieve stoornis. De kantonrechter had eerder bepaald dat de dochter als bewindvoerder moest worden ontslagen en dat Auxilium als opvolgend bewindvoerder moest worden benoemd. De dochter was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om haar benoeming als bewindvoerder te herstellen of een andere professionele bewindvoerder aan te stellen.
Het hof heeft de feiten en de procedure in hoger beroep zorgvuldig overwogen. De dochter heeft aangevoerd dat zij haar taken als bewindvoerder naar behoren heeft uitgevoerd en dat er geen gegronde redenen zijn voor haar ontslag. Het hof heeft echter vastgesteld dat de communicatie tussen de dochter en de betrokkene ernstig verstoord is, wat een goede samenwerking als bewindvoerder onmogelijk maakt. De betrokkene heeft herhaaldelijk aangegeven dat zij niet wenst dat haar dochter haar belangen behartigt en dat zij de voorkeur geeft aan Auxilium als bewindvoerder.
Het hof heeft geconcludeerd dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de dochter als bewindvoerder. De beslissing van het hof is om de beschikking van de kantonrechter te bekrachtigen en het verzoek van de dochter tot schorsing van de beschikking af te wijzen. Het hof heeft benadrukt dat de maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn en dat er geen inbreuk op het gezinsleven van de dochter en de betrokkene is.