Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
6.2. Inkomsten van [bedrijf 5] en inkomsten van [naam 5]
Hof: een correctie van een betaling van € 1.149 exclusief omzetbelasting waarmee belanghebbende akkoord is.]
7.2.2 Vergrijpboete(n) wegens (voorwaardelijke) opzet bij naheffing
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling
- belanghebbende bedragen heeft overgemaakt zonder daaraan facturen met duidelijke omschrijvingen, urenverantwoordingen en schriftelijke overeenkomsten ten grondslag liggen (rov. 30 en 35 van de uitspraak van de rechtbank);
- over de werkzaamheden van [bedrijf 5] tegenstrijdig is verklaard door (i) [naam 1] , (ii) [naam 5] , die de werkzaamheden volgens [naam 1] feitelijk zou hebben verricht, (iii) zijn vader ( [naam 2] ) en (iv) de vrouw van [naam 1] , [naam 10] , waarbij de laatste twee in wezen hebben verklaard dat in het geheel geen werkzaamheden zijn verricht (zie 2.17; rov. 30 van de uitspraak van de rechtbank);
- een verklaring over een mondelinge mantelovereenkomsten met [bedrijf 5] geen steun vindt in het dossier (rov. 31 van de uitspraak van de rechtbank);
- door de onregelmatige facturering, de niet met de beweerdelijk uitgevoerde werkzaamheden overeenkomende factuuromschrijvingen en het feit dat zowel aan belanghebbende als aan [bedrijf 1] is gefactureerd, de door belanghebbende gestelde lumpsumbeloning van [bedrijf 5] ongeloofwaardig is (rov. 32 van de uitspraak van de rechtbank);
- de verklaring dat belanghebbende aan [bedrijf 5] heeft betaald in verband met investeringen in de ontwikkeling van software, geen steun vindt in de stukken, terwijl [naam 5] ook al geen ICT-kennis heeft (rov. 33 van de uitspraak van de rechtbank);
- aanknopingspunten voor of vastleggingen van de beweerdelijke werkzaamheden van [bedrijf 7] ontbreken, niet alleen ten aanzien van belanghebbende, maar ook bij [bedrijf 1] en [naam 1] in privé, van wie [bedrijf 7] eveneens betalingen heeft ontvangen en een overeenkomst of afspraak met [bedrijf 7] ontbreekt (rov. 36 van de uitspraak van de rechtbank), en
- belanghebbende ( [naam 1] ) wisselend heeft verklaard over de aard van de werkzaamheden van [bedrijf 7] (rov. 37 van de uitspraak van de rechtbank).
5.Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, doch alleen voor zover het beroep in de zaak met rechtbankkenmerk HAA 21/4473 (kenmerk Hof: 24/1983) ongegrond is verklaard;
- verklaart het beroep met rechtbankkenmerk 21/4473 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar over de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014 voor zover het de daarin opgenomen vergoeding van kosten in verband met de behandeling van het bezwaar betreft;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht van € 559 dat belanghebbende heeft betaald voor de behandeling van het hoger beroep, alsmede het griffierecht van € 360 dat belanghebbende heeft betaald voor de behandeling van het beroep met rechtbankkenmerk HAA 21/4473, en beslist dat, indien die vergoeding niet tijdig wordt uitbetaald, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan, en
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende (i) van het geding voor het Hof tot een bedrag van € 453,50, (ii) van het geding voor de rechtbank van € 125,50, en (iii) in verband met de behandeling van het bezwaar tegen de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 2014 van € 323,50, en beslist dat, indien die vergoedingen niet tijdig word uitbetaald, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan, met dien verstande dat de wettelijke rente is gaan lopen vier weken na de genoemde uitspraak op bezwaar voor het deel van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaren dat in die uitspraak op bezwaar reeds was toegekend (€ 132,50) indien de inspecteur niet tijdig tot uitbetaling daarvan is overgegaan.
M. Ferrier, leden van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Kranenburg als griffier. De beslissing is op 23 september 2025 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.