Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.MS AMLIN INSURANCE SE,
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ
[geïntimeerde 2]in hun hoedanigheid van curator
ASK ROMEIN INTERNATIONAL B.V. en ASK ROMEIN B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4 CONCLUSIES
- Uit de NDO rapportage van de nieuwbouw blijkt dat er na fabrikage sprake was van een scheurvrije kraanbaanconstructie en dakspantconstructie die voldeed aan de gestelde NDO eisen. Derhalve kan ook worden vastgesteld dat deze constructies geen koudscheuren bevatten.
- Uit de (…) rapportage van TU Delft blijkt overduidelijk dat:
2.5 Uitgewisselde argumenten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
Plastische vervorming tijdens inhijsen en proefbelasten?
342 N/mm2 (terwijl de vloeigrens slechts 275 of 285 N/mm2 bedraagt),
2.8 Kraanbeproevingen
Over de belasting van de dakspanten hebben Amlin c.s. toegegeven dat een deel van de opmerkingen van [naam 2] , zoals die over de positie van het hijshuis en het verhogende effect van het optakelen van de loopkranen, correct zijn. Zij hebben erkend dat de vloeigrens in de dakspanten van portaal H2 mogelijk is overschreden. Over de spanningen in de dakspanten in portaal H3 merken zij slechts op dat deze gezien de positie minder zwaar moet zijn belast dan die in portaal H2. Amlin c.s. hebben niet betwist dat de spanningen (in portaal H1) hoger worden als rekening wordt gehouden met windbelasting, maar daarover slechts aangevoerd dat [naam 2] niet is nagegaan of en hoe hard het heeft gewaaid tijdens de acceptatietest. Dat bij de berekeningen nog geen rekening is gehouden met overige spanningsverzwarende factoren (naast windbelasting), zoals het gewicht van de kraanbaanligger zelf, overblijvende trekspanningen als gevolg van het lassen en de krachten als gevolg van de noodstop als onderdeel van de acceptatietest hebben Amlin c.s. ook niet weersproken. In het licht hiervan hebben ASK c.s. hun stellingen met de rapporten van [naam 2] en [naam 1] , gezien de betwisting daarvan door Amlin c.s. en hun deskundigen, de berekeningen van de deskundigen van ASK c.s. en de daaraan ten grondslag liggende aannames, naar het oordeel van het hof voldoende bewezen.
onomkeerbaarveranderd. Het woord "stoffelijk" is daarbij uitstekend gekozen omdat het gaat over een verandering op atomair niveau. Door het feit dat dan een rek is opgetreden die groter is dan de elastische rek, heeft het materiaal een deel van zijn ductiliteit (= vervormingsvermogen) verloren. Het verlies aan ductiliteit (= vervormingsvermogen) heeft een rechtstreeks gevolg, namelijk het verminderen van de (rest)levensduur van de draagconstructie bij de (hier van toepassing zijnde) vermoeiingsbelasting. Zelfs indien de draagconstructie correct zou zijn ontworpen en gedimensioneerd (quod non!), dan nog heeft die draagconstructie, na overbelast te zijn geweest, niet meer dezelfde intrinsieke levensduur. Of omgekeerd, na overbelast te zijn geweest, kan de draagconstructie, gedurende haar volledige voorziene levensduur, niet meer dezelfde grootte van belastingen dragen. (…)”
"maximale spanning ( ... ) die in de bouwconstructie kunnen worden opgenomen"is perfect te begrijpen (…) Dat de wetgever in het Bouwbesluit in dit geval voor die duidelijke grens expliciet (…) verwijst naar de vloeigrens fy die, op basis van een lineair-elastische berekening, niet mag worden overschreden, is een heel logische keuze, net omdat die teruggaat op het onderliggende principe dat het gedrag van de draagconstructie omkeerbaar dient te zijn. Indien de vloeigrens wordt overschreden, dan treden immers onomkeerbare plastische vervormingen op die de levensduur van de draagconstructie aantasten. (…)”.
.(…)”.