ECLI:NL:GHAMS:2025:2815
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijfplaats en zorgregeling van minderjarigen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de hoofdverblijfplaats en zorgregeling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, de moeder en de vader, zijn in een juridische strijd verwikkeld over waar de kinderen moeten wonen en hoe de zorg voor hen verdeeld moet worden. De rechtbank Noord-Holland had eerder bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader zou zijn, wat de moeder niet accepteert. Zij verzoekt in hoger beroep om de hoofdverblijfplaats bij haar te bepalen en een andere zorgregeling vast te stellen. De vader is het daar niet mee eens en heeft incidenteel hoger beroep ingesteld om vervangende toestemming te vragen voor de inschrijving van de kinderen op een basisschool in [plaats B]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de beslissing van de rechtbank te bekrachtigen, waarbij de vader de meest stabiele basis voor de kinderen kan bieden. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader blijft en de vervangende toestemming voor inschrijving op de basisschool is verleend. De moeder heeft haar schorsingsverzoek ingetrokken, waardoor het hof haar niet-ontvankelijk heeft verklaard in dat verzoek.