Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
19 december 2024 (hierna: de bestreden beschikking) het gezag van de moeder over [minderjarige 1] beëindigd en de GI tot voogd over haar benoemd. De moeder is het daarmee niet eens en wil dat het inleidende verzoek van de raad tot beëindiging van haar gezag alsnog wordt afgewezen. De raad en de GI zijn het eens met de bestreden beschikking.
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
artikel 810a lid 2 Rv te gelasten en de zaak in afwachting daarvan aan te houden. Naar het oordeel van het hof verzet [minderjarige 1] belang zich tegen een deskundigenonderzoek. Met de raad, de GI en de rechtbank is het hof van oordeel dat een nieuw onderzoek te belastend is voor [minderjarige 1] , omdat het tot onrust en onduidelijkheid leidt. [minderjarige 1] woont inmiddels geruime tijd bij de pleegouders en het is noodzakelijk dat er rust en duidelijkheid over haar opvoedsituatie komt. Daar komt bij dat de moeder niet voldoet aan de door de GI gestelde voorwaarden en hulpverlening onvoldoende accepteert, hetgeen de uitvoering van een nieuw onderzoek zou belemmeren. Het hof zal het subsidiaire verzoek van de moeder dan ook afwijzen en de bestreden beschikking op dit punt bekrachtigen.
6.De beslissing
mr. P.J.W.M. Sliepenbeek, in tegenwoordigheid van de griffier en is op
21 oktober 2025 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.