ECLI:NL:GHAMS:2025:2885
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ongegrond verklaard verzet tegen gerechtsdeurwaarder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van klaagster tegen een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, waarbij haar verzet ongegrond is verklaard. Klaagster, die zich ook noemde als 'levend mens in vrede', heeft op 6 juni 2024 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer van 20 december 2024. Het hof heeft vastgesteld dat op grond van artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing van de kamer. Klaagster heeft geen doorbrekingsgrond aangevoerd die zou rechtvaardigen dat het hof het hoger beroep ontvankelijk zou verklaren. Tijdens de behandeling op 25 september 2025 is klaagster per videoverbinding verschenen, terwijl de gerechtsdeurwaarder niet aanwezig was. Klaagster heeft haar bezwaren uiteengezet, maar het hof concludeert dat de aangevoerde gronden niet voldoende zijn om het rechtsmiddelenverbod te doorbreken. Het hof heeft geen feiten of omstandigheden gevonden die een uitzondering op het verbod rechtvaardigen. Daarom heeft het hof het hoger beroep van klaagster niet-ontvankelijk verklaard.