Het hof verwijst naar de feiten die de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling daarvan geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, zijn die feiten de volgende.
3.1.
Tussen klager en het bestuur van de Vereniging van Eigenaren (hierna te noemen: de VvE) van het appartementencomplex waar klager woont, bestaat een verschil van inzicht over een tweede parkeerplaats.
3.2.
Klager stelt zich op het standpunt dat, zoals in de akte van uitgifte erfpacht staat vermeld, hij recht heeft op een tweede parkeerplaats, omdat zijn appartement groter is dan 160 vierkante meter.
3.3.
De VvE betwist dat, onder andere door te verwijzen naar de voorwaarden zoals opgenomen in de omgevingsvergunning. Deze voorwaarden zijn niet hetzelfde als de erfpachtvoorwaarden. Er zou een fout zijn gemaakt bij het opstellen van de bijzondere erfpachtvoorwaarden in de akte van uitgifte erfpacht (gepasseerd door een ander notariskantoor dan het kantoor waar de notaris aan verbonden is), welke fout gecorrigeerd dient te worden.
3.4.
Het bestuur van de VvE heeft de discrepantie tussen de erfpachtvoorwaarden in de akte van uitgifte erfpacht en de omgevingsvergunning willen rechtzetten door de akte van uitgifte erfpacht te laten wijzigen. Omdat de notaris als projectnotaris betrokken was geweest bij de splitsing en de levering van het appartementencomplex waar klager woont, heeft het bestuur van de VvE de notaris benaderd voor advies.
3.5.
Klager heeft vervolgens op 25 oktober 2022 de notaris benaderd met het verzoek om hem een toelichting te verschaffen over wat (onder meer) zijn rechten zijn en de juridische situatie is. De notaris heeft toen aan klager medegedeeld dat voor een wijziging van de akte van uitgifte erfpacht het besluit door de VvE kan worden genomen met een gewone meerderheid van stemmen. Klager heeft hierover navraag gedaan bij de afdeling Erfpacht van de gemeente en bij een andere notaris. Volgens klager is voor een dergelijke wijziging unanimiteit vereist van alle rechthebbenden.
3.6.
Klager heeft vervolgens in 2023 hierover een klacht (“klager verwijt de notaris dat zij hem opzettelijk foutieve informatie heeft verschaft over de stemmingsprocedure om een akte van uitgifte erfpacht te wijzigen, in een poging om op onrechtmatige wijze de betreffende akte te wijzigen”) ingediend tegen de notaris. De kamer heeft deze klacht ongegrond verklaard. Bij beslissing van dit hof van 26 maart 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:719) is deze beslissing bevestigd. 3.7.
Op 2 juni 2024 heeft klager de onderhavige klacht (hierna ook: de tweede klacht) bij de kamer ingediend.