ECLI:NL:GHAMS:2025:3010
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ongegrond verklaard verzet tegen gerechtsdeurwaarder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van klaagster tegen een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, waarbij haar verzet tegen een eerdere beslissing ongegrond is verklaard. Klaagster heeft op 6 juni 2024 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer van 20 december 2024, waarin haar klacht tegen de gerechtsdeurwaarder als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Het hof oordeelt dat op grond van artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing van de kamer. Klaagster heeft geen doorbrekingsgrond aangevoerd die zou rechtvaardigen dat het hof het hoger beroep ontvankelijk zou verklaren. De bezwaren van klaagster zijn voornamelijk gericht op de inhoudelijke juistheid van de beslissing van de kamer en niet op schendingen van fundamentele rechtsbeginselen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de uitsluiting van het rechtsmiddel zouden moeten doorbreken. Daarom heeft het hof het hoger beroep van klaagster niet-ontvankelijk verklaard.