ECLI:NL:GHAMS:2025:3355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en de gevolgen van de coronapandemie voor short stay verhuur
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een verhuurder van appartementen en een huurder die deze appartementen exploiteert voor short stay verhuur. De huurder, [geïntimeerde], heeft tijdens de coronapandemie huurprijsvermindering gevorderd, omdat de overheidsmaatregelen haar bedrijfsvoering ernstig hebben beïnvloed. De verhuurder, [appellant], betwist deze vordering en stelt dat de huurder had moeten overgaan op reguliere verhuur om de schade te beperken. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de huurder recht heeft op huurprijsvermindering, omdat de coronamaatregelen een onvoorziene omstandigheid vormen die de waarde van het gebruiksrecht van het gehuurde heeft verminderd. In hoger beroep heeft het hof de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij het hof oordeelt dat de huurder niet kon worden gevergd om over te gaan tot reguliere verhuur, gezien de risico's en de aanpassingen die dit met zich mee zou brengen. Het hof concludeert dat het hoger beroep van de verhuurder geen kans van slagen heeft en veroordeelt hem in de kosten van het geding in hoger beroep.