ECLI:NL:GHAMS:2025:3372

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
200.361.543
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de nakoming van een overeenkomst op hoofdlijnen met betrekking tot lopende procedures en executie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De partijen hebben een 'overeenkomst op hoofdlijnen' ondertekend, waarin zij afspraken hebben gemaakt over het aanhouden van lopende procedures en het schorsen van de executie van uitspraken die verband houden met hun geschil. [appellant] vordert nakoming van artikel 7 van deze overeenkomst, maar de voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.

De procedure in hoger beroep is gestart met een dagvaarding op 10 november 2025, waarin [appellant] zijn grieven en producties heeft ingediend. [geïntimeerde] heeft hierop gereageerd met een memorie van antwoord. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaten en [geïntimeerde] door zijn advocaat en kantoorgenoten.

Het hof heeft besloten de zaak als spoedappel te behandelen en heeft uiteindelijk het bestreden vonnis bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep, en het hof heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het arrest is uitgesproken op 16 december 2025.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht,
team I (handel)
zaaknummer : 200.361.543/01 SKG
zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/777201 / KG ZA 25-846
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 16 december 2025
in de zaak van
[appellant],
wonend in [plaats 1] (Qatar),
appellant,
advocaat: mr. J.W.M.K. Meijer te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend in [plaats 2] (Zwitserland),
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.E.U. Vroom te Amsterdam.
Partijen worden hierna [appellant] en [geïntimeerde] genoemd.

1.De zaak in het kort

Partijen hebben een ‘overeenkomst op hoofdlijnen’ ondertekend. [appellant] vordert nakoming van artikel 7 van deze overeenkomst. Op grond van dit artikel dienen partijen er in gezamenlijk overleg voor te zorgen, kort gezegd, dat a) alle lopende procedures die verband houden met hun onderliggende geschil voor onbepaalde tijd zullen worden aangehouden, en b) de executie van uitspraken die met dat geschil samenhangen voor onbepaalde tijd zal worden geschorst. De voorzieningenrechter heeft de vordering van [appellant] afgewezen. Het hof bekrachtigt dit vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

[appellant] is bij dagvaarding van 10 november 2025 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 27 oktober 2025 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter), onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellant] als eiser en [geïntimeerde] als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis). Het hof heeft beslist de zaak als spoedappel te behandelen. De dagvaarding bevat de grieven en producties.
[appellant] heeft geconcludeerd overeenkomstig de dagvaarding en voormelde producties in het geding gebracht.
[geïntimeerde] heeft een memorie van antwoord, met producties, ingediend.
Op 11 december 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben de zaak aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen laten toelichten, [appellant] door mr. Meijer voornoemd, bijgestaan door zijn kantoorgenoten mrs. F.J.L. Kaptein en D.C. Roessingh, en [geïntimeerde] door mr. Vroom voornoemd, bijgestaan door zijn kantoorgenoten mrs. I. Koudstaal en J.M. Schepel. [appellant] heeft nog producties in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd. Het hof heeft medegedeeld dat eerst slechts de beslissing wordt uitgesproken en dat de motivering daarvan zo spoedig mogelijk daarna wordt gegeven.

3.Feiten

(volgt later)

4.Procedure bij de rechtbank

(volgt later)

5.Vordering in hoger beroep

5.1.
[appellant] heeft in hoger beroep zijn eis gewijzigd. De wijzigingen zien op de termijn voor [geïntimeerde] om aan het gevorderde te voldoen en de werkingsduur van de (subsidiair) gevraagde voorzieningen. [appellant] vordert dat het bestreden vonnis wordt vernietigd en zijn gewijzigde vordering wordt toegewezen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, met nakosten en rente. Daarnaast vordert [appellant] terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg, met rente.
5.2.
[geïntimeerde] vordert dat het hof de vordering van [appellant] zal afwijzen en het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, met nakosten.

6.Beoordeling

(volgt later)

7.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt [appellant] in de proceskosten in hoger beroep, tot nu vastgesteld op € 2.790,-;
veroordeelt [appellant] tot betaling van € 178,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 92,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot als betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. I. de Greef, J.C.W. Rang en K. Mans en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 16 december 2025.