ECLI:NL:GHAMS:2025:358
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezamenlijk gezag over minderjarige na echtscheiding
In deze zaak gaat het om het gezag over de minderjarige [minderjarige]. De rechtbank Amsterdam heeft in een beschikking van 8 maart 2024 de moeder alleen belast met het gezag over [minderjarige]. De vader is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld om het gezamenlijk gezag te handhaven. De moeder is het eens met de beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de vader onbereikbaar is en niet in staat is om samen met de moeder beslissingen te nemen over [minderjarige]. De vader heeft in de procedure aangevoerd dat hij zich altijd heeft ingespannen voor het welzijn van [minderjarige], maar het hof oordeelt dat er geen basis is voor gezamenlijk gezag, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders en het feit dat de vader niet bereikbaar is voor de moeder. Het hof heeft ook overwogen dat de vader na de echtscheiding niet voldoende contact heeft onderhouden met [minderjarige] en dat de moeder feitelijk de enige opvoeder is. De vader heeft geen bewijs geleverd dat er verbetering in de situatie zal komen, waardoor het hof concludeert dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat [minderjarige] klem of verloren raakt tussen de ouders. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen en het verzoek van de vader af te wijzen.